31 Meisjesschool 2e kl. (Mej. Winkler) Jongensschool 2e kl. (d hr. v. Wijk) School 2e kl. leerschool (d. hr. v. Dijk) Scholen 3e klasse 19 28 33 geene 19 x 15 2S'i 28 X 15 ƒ420 35 X 15 /52b ƒ2050 G. De verstrekking van gas. lie gasfabriek is ten bate der gemeente en van de gemeente inge zetenen opgericht. Levert zij een batig saldo, dit komt ten voordeele van de gemeente-kas. Waar bet geldt de bepaling van den gasprijs voor ingezetenen, mag de gemeente zich niet alleen laten leiden door den wensch van een zoo groot mogelijk winst-cijfer, maar behoort zij tevens rekening te houden met het feit, dat hoogere gasprijzen vooral de nijvere en neringdoende ingezetenen treffen en een last op deze gelegd, al moge bij onmiddellijk de gemeente kas stijven, licht middel lijk lot belangrijk, ook materieel, nadeel voor de gemeente kan leiden. Deze laatste overweging geldt niet met betrekking tot ingezetenen van andere gemeenten. Tegenover hen is de gemeente-gasfabrikant industrieel en niets meer. Hun mag en moet zij voor het gas dien prijs in rekening brengen, waarop hare fabriek de meeste winsten belooft. Nu zijn wij met de voorstellers van meening dat de prijs van 8 cent per kub. m. de beste uitkomsten doet verwachten. Verge lijking inet de prijzen in andere gemeenten en vooral de hier vroeger opgedane ondervinding, geeft ons tot die meening recht. Blijft het gasverbruik gelijk aan dat in 1886, dan zal bet brengen van den gas prijs buiten de gemeente van 6 op 8 ct. een jaarlijksch voordeel op leveren van 1784,84^. Wij adviseeren dus tot aanneming van dit voorstel. D. De verstrekking van duinwater. Om den aanleg der duinwaterleiding tot stand te zien komen,heeft de gemeente zich belangrijke geldelijke offers moeten getroosten. Zij heeft in den vorm van rentegarantie de risico der onderneming mede gedragen, en zich hiervoor een aandeel in de winsten bedongen. Ook wat de duinwater-leverantie aan nietingezetenen betreft, moeten, meenen wij, zuiver commercieele gronden de gedragslijn der gemeente bepalen. Het komt ons voor, dat de voorgestelde verhooging niemand of bijna niemand van bet gebruik van duinwater zal terughouden, voor de gemeente stellig financieel voordeel zal opleveren en dus op dezen grond aanbeveling verdient. Dat de bedoeling van art. 12 der concessie aan een dcrgelijken maatregel niet in den weg staat, is, naar het ons schijnt, door de voorstellers klemmend betoogd. E. Hulp bij brand. Het schijnt ons volkomen juist, voor hulp bij brand in buitengemeenten als vergoeding meer te vorderen, dan wat bepaald ten gevolge van dit eene hulpbetoon door onze gemeente wordt uitgegeven. Ook de aan koop en het onderhoud der bluschmiddelen en de vaste uitgaven voor de brandweer behooren in aanmerking te worden genomen bij de berekening van wat elke hulp bij brand onze gemeente kost, en minstens de kostende prijs mag aan onze buren in rekening worden gebracht. Eene nauwkeurige becijfering valt in deze niet temaken; het komt ons echter voor, dat het voorstel om slechts hulp te verkenen tegen vergoeding van het dubbele der werkelijke uitgaven aanbeveling ver dient. Wij meenen dat men dien regel moet volgen, onverschillig of het brandende perceel naderbij of verder van Leiden is gelegen, en dat dus de woorden »doch binnen het sub. A bedoeld rayon" uit het ontwerp-besluit moeten vervallen. Uit het voorgaande volgt, dat wij den considerans van het eerste besluit in hoofdzaak juist achten, met dien verstande echter, dat daaruit de woorden wonende in de onmiddellijke nabijheid van de ge meente Leiden" moeten vervallen. Wat het tweede door de voorstellers ontworpen besluit aangaat, wij achten de aanneming hiervan niet wenschclijk. Wij kunnen niet inzien, dat het gemeente-belang d. i. in den geest van het voorstel blijkbaar het geldelijk belang der gemeente zou vorderen, dat ambtenaren en gepensionneerden in de stad wonen. Het recht op pensioen mag als een deel van de bezoldiging van den ambtenaar worden aangemerkt. Feitelijk staat het met vermindering van de bezoldiging gelijk, wanneer men aan het genot hiervan en van het pensioen, bezwarende voorwaarden verbindt. Wij vreezen, dat de aanneming van dit voorstel over korter of langer tijd zou moeten leiden tot verhooging der tractementen, en de gemeente dus met de eene hand zou moeten teruggeven, wat zij met de andere ontving Dat men van ambtenaren en gepensionneerden die buiten de stad wonen, voor diensten, die de gemeente hun bewijst, hooger betaling vordert, evenals van andere niet-ingezetenen, is volkomen billijk. Hen echter in slechter toestand te brengen dan deze laatste, door bovendien enkele procenten van hun tractement of pensioen in te houden, zouden wij moeielijk verdedigbaar achten. Builen de stad wonen 31 ambtenaren (waarvan slechts 6 een trac tement boven de duizend gulden genieten) die te zamen eene jaar lijksche bezoldiging hebben van ƒ23661,90 en twee gepensionneerden die te zamen jaarlijks 1009 ontvangen. Eene belling van 2°/0 van deze bedragen zou de gemeente per jaar ƒ492,18 aanbrengen. Wij herhalen echter, dat tegen dit voordeel vermoedelijk weldra een nadeel over zou komen te staan, en ontraden dus de aanneming van dit voorstel. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. De ondergeteekenden hebben de eer op de voorstellen, door de heeren M. J. De Goejc, H. Van der Hoeven en F. Was bij schrijven van 14 Maart 1887 aan den Baad voorgelegd, de volgende amende menten in te dienen. 1°. Uit den aanhef van het eerste besluit te doen vervallen de woorden wonende in de onmiddellijke nabijheid van de gemeente Leiden." 2°. Uit voorstel A al. 1 te doen vervallen de woorden *docli binnen na te melden rayon". 3°. In voorstel A al. 1 te lezen ƒ80 in plaats van 100. 4°. Uit voorstel A de tweede alinea te doen vervallen. 5°. Uit voorstel Ba te doen vervallen de woorden wonende binnen het sub. A vermelde rayon'. 7°. In voorstel Bi in te voegen eene tweede alinea van dezen in houd Kvoor de scholen 2e klasse, boven het gewone schoolgeld op f 15 'sjaars per leerling". 8". Uit voorstel E te doen vervallen de woorden »docli binnen het sub. A bedoeld rayon". H. C. JuTA. N. K F. Land. Fockema Andreae. N°. 73 Leiden, 9 April 1887. Onder overlegging van nevensgaand rapport van Commissarissen der Gasfabriek geven wij Uwe Vergadering in overweging te besluiten tol aankoop van de drie daarin vermelde huisjes gelegen aan de Noordzijde der Langegracht n°. 104, 106 en 108, waarvoor met inbe grip van de onkosten eene uitgave wordt vereischt vah ongeveer 4000, terwijl die gelden kunnen gevonden worden uil het Uitbreidings- en Vernieuwingsfonds der Stedelijke Gasfabriek. l it het rapport blijkt dat het voornemen bestaat de huisjes af te breken ter vergrooting van het cokesterrein, zoodat wij tevens voor stellen de daartoe vereischle machtiging te vcrleenen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Wcth. van Leiden. Leiden, 4 April 1887. Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek hebben de eer U voor te stellen, te besluiten tot den aankoop van drie woningen en erven, staande en gelegen aan de Noordzijde der Langegracht n°. 104, 106 en 108 groot 150 centiaren. Deze perceelen grenzen ten noorden en westen onmiddellijk aan de reeds door de fabriek aangekochte woningen, zooals uit bijgaand situatiekaartje blijkt, waarop zij in groen zijn aangegeven. Hierdoor komt aan de oostzijde een even groot cokesterrein be schikbaar als aan de westzijde, waardoor in dringende behoefte wordt voorzien. Wij zijn, tenvolge eener onlangs gehouden openbare verkooping in de gelegenheid deze perceelen, met inbegrip van alle onkosten, te koopen voor ƒ4000, welke uitgave bestreden kan worden uit het Uitbreidings- en Vernieuwingsfonds. Aan den Gemeenteraad Commissarissen voornoemd, van Leiden De Freherï. H. Van der Hoeven. P. J. Kaiser. N°. 74. LICHTSTERKTE. Datum Aantal Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 3—9 April 1887. Gemiddelde Eng. Standkaarsen. 17.8 16.8 16.7 16.4 16.— 16.8 17.1 April 6.30—8.30 6.30—8.15 6.30—8.15 6.30-8.30 6.30—8.30 6.30—8.15 6.30—8.30 7 8 7 8 7 8 8 Dit beteekent: Wanneer men 5 cubic feet 141.6 Liters per uur van zulk gas verbrandt, in een Sugg's London Argand Stan dard burner n°. 1, met 24 gaatjes, een licht wordt verkregen, dat in sterkte gelijk staat met 17.8, 16.8 enz. Standaardkaarsen, waarvan elke kaars 20 grains 7.8 grammen Spermaceti per uur verbrandt. Namens de Commissie der Gasfabriek D. Van der Horst. N°. 75. Leiden, 14 April 1887. Door Mevrouw H. C. SprengerKakebeeke te Katwijk is vrijstelling verzocht van de betaling van schoolgeld voor hare dochter, leerlinge der Hoogere Burgerschool voor Meisjes, op grond dat deze wegens ziekte de school heeft moeten verlaten. Uit een ingesteld onderzoek is gebleken dat bedoelde leerlinge herhaaldelijk de lessen heeft moeten verzuimen wegens ziekte, dat zij om diezelfde reden na de Kerstvacantie de school niet meer heeft bezocht en dat de adressante tegen het einde van het tweede kwar taal 1886/87 aan de Directrice heeft medegedeeld dat op advies van den geneeeheer, haar dochter voor goed de school had verlaten, terwijl eene geneeskundige verklaring is overgelegd. Met bet oog op de vroeger genomen beslissingen in geval van het verlaten van de school wegens ziekte, geven wij Uwe Vergadering in overweging ook in het onderwerpelijke geval dienovereenkomstig te beschikken en alzoo aan adressante vrijstelling te verleenen van de betaling van het verschuldigd schoolgeld over het derde en vierde kwartaal van den cursus 1886/87. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Wcth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Mevrouw de Weduwe H. Sprenger Kakebeeke wonende te Katwijk: dat hare dochter Marie de school van Juffrouw Engelmann te Leiden beeft moeten verlaten vóór de Kerstvacantie wegens ziekte: dat zij zich met Mei a. s. in Den Haag metterwoon gaat vestigen: dat zij, volgens de bestaande verordening, het schoolgeld tot. April van dit jaar heeft betaald: Redenen waarom" zij zich tot Uw College wendt met het verzoek, haar restitutie te willen verleenen voor het alzoo te veel betaalde schoolgeld van Januari tot April. 't Welk doende, Katwijk, 28 Maart 1887. H. C. SprengerKakebeeke.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1887 | | pagina 3