GEMEËMËRAAD VAN LEIDEN, 21 INGEKOMEN STUKKEN. N®. 48. Leiden, 14 Maart 1887. Wij hebben de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat op voor stel van onzen Voorzitter ter belooning van de verleende diensten bij gelegenheid van de onlangs plaats gehad hebbende ongeregeldheden op grond van de voortreffelijke wijze waarop zoowel door de militaire autoriteiten en manschappen als door het politiepersoneel is medege werkt tot handhaving van de orde en herstel van de rust, is uitge keerd ten behoeve van de manschappen van de onderscheidene wapens van het Garnizoen een bedrag van 350 en ten behoeve van de politiebeambten een bedrag van ƒ70. Wij stellen U voor de vereischte goedkeuring op deze uitgave te verleenen en tot de vaststelling over te gaan van den hierbij <wer- gelegden slaat van af- en overschrijving strekkende tot verhooging van Volgn. 120 der begrooting van dit jaar: Verdere uitgaven in zake de politie, met ƒ350, te vinden door afschrijving van den post voor Onvoorziene uitgaven, terwijl de belooning van 70 voor de politiebeambten kan worden gevonden uit den post Volgn. 112, Belooning voor de inspecteurs en dienaars en verdere beambten van politie. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 49. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 27 Februari—5 Maart 1887. N°. Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Stnndkaarscn. i Februari 27 5.30-7— 7 17.2*) 2 28 5.30-7— 8 16.7 3 Maart 1 5.30—7.30 7 16.8 4 2 5.30—7.30 8 17.5 5 3 5.30—7— 7 17.4 6 4 5.30—7.30 8 17.5 7 5 5.30—7.30 8~ 17.0 Dit beteekent: Wanneer men 5 cubic feet 141.6 Liters per uur van zulk gas verbrandt in een Sugg's London Argand Stan dard burner n°. 1 met 24 gaatjes, een licht wordt verkregen, dat in sterkte gelijk staat met 17.2, 10.7 enz. Standaardkaarsen, waarvan elke kaars 20 grains 7.8 grammen Spermaceti per uur verbrandt. Namens de Commissie der Gasfabriek, D. Van deb Hobst. N*. 50. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 6—12 Maart 1887. N°. Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen. 1 Maart 6 5.45—7.30 7 16.8') 2 7 5.45—7.45 7 16.4 3 8 5.45—7.45 8 lfi.7 4 9 5.45-7.45 7 17.0 5 10 5.45—7.30 8 16.7 6 11 5.45—7.45 8 16.7 7 12 5.45-7.45 8 16.8 Dit beteekent: Wanneer men 5 cubic feet 141.6 Liters per uur van zulk gas verbrandt, in een Sugg's London Argand Stan dard burner n°. 1, met 24 gaatjes, een licht wordt verkregen, dat in sterkte gelijk staat met 16.8, 16.4 enz. Standaardkaarsen, waarvan «lke kaars 20 grains 7.8 grammen Spermaceti per uur verbrandt. Namens de Commissie der Gasfabriek D. Van deb Hobst. N°. 51. Leiden, 14 Maart 1887. Bij missive van 23 Juni 1886 verklaarden wij ons bereid de uit- noodiging van den Raad aan te nemen, om het beginsel van ons voorstel, d. d. 9 Maart 1886 uit te werken met betrekking tot de onderscheidene onderwerpen, waarop het naar ons oordeel moet worden toegepast. Tegen onzen wensch waren wij niet in staat aan die opdracht vroeger gevolg te geven. Voor zoover onze voorstellen betrekking hebben op de hoogere betaling voor sommige diensten, welke de gemeente aan niet- inge zetenen bewijst, hebben wij gemeend ze in één concept-besluit te moeten formuleeren, dat intusschcn zóó is ingericht, dat men, hel beginsel in hel algemeen juist achtende, toch volkomen vrij blijft het buiten toepassing te laten op een of meer der door ons aange geven onderwerpen. Behalve dit concept-besluit voegen wij hierbij een ander concept besluit, betrekkelijk het wonen van ambtenaren en gepensionneerden buiten deze gemeente, in wier dienst zij zijn, of door wie zij ge- pensionneerd worden. Wanneer onze voorstellen worden aangenomen, zullen sommige verordeningen moeten gewijzigd worden. Van enkele onderwerpen gaven wij de redactiewijziging aan, van andere drukten wij alleen het denkbeeld uit. De reden van dit onderscheid ligt voor de hand. Terwijl de wijziging o. a. in het Reglement houdende bepalingen omtrent het gebruik van gas door particulieren, onmiddellijk kan worden vastgesteld, zal de wijziging in de Verordening, regelende de schoolgeldheffing op de lagere scholen, moeten wachten, totdat de desbetreffende regelingen met de omliggende gemeenten zijn tot stand gekomen en door de bevoegde macht goedgekeurd. Het beginsel, waarop ons voorstel rust, achten wij door de vroeger gewisselde stukken genoegzaam toegelicht. De bedoeling van ons voorstel dit meenen wij duidelyk te hebben uitgedrukt is niet om het den omwoners lastig te maken, tjÉoch uitsluitend om zooveel mogelijk op te heffen het voordeel, dat gelegen is in het wonen even buiten de gemeente en daardoor de grensuitbreiding te bevorderen. Willen zjj, die in onze onmiddellijke omgeving wonen en feitelijk tot Leiden behooren, genot hebben van onze instellingen, dan eischt het gemeentebelang, dat zij daarvoor meer betalen dan onze inge zetenen, die tegenover datzelfde genot in de belasting hebben bij te dragen, wat de gemeente jaarlijks op hare instellingen toelegt. Aanneming van ons voorstel zal ten gevolge hebben, dat men liever woont in de stad, dan even daarbuiten, en dat bij de plannen tot grensuitbreiding de tegenstand van de omwoners gemakkelijk zal te overwinnen zijn. Terwijl de grensuitbreiding nu voor hen gelijk staat met de ver plichting om meer belasting te gaan betalen en zij derhalve eene zeer natuurlijke reden hebben om zich tegen de grensuitbreiding te verzetten, zal dan de hoogere belasting voor hen vergoed worden door het goedkooper genot van onze instellingen en bovendien zullen zij in bestrating, verlichting, politietoezicht, hulp bij brand enz. voor uit gaan. Daarentegen beweren sommigen, dat juist eene welwillende be handeling de omwoners gunstig zal stemmen voor de door ons begeerde grensuitbreiding. Wij kunnen dit niet aannemen. Vooreerst betwisten wij, dat aan neming van ons voorstel gelijk gesteld zou mogen worden met on welwillende bejegening; doch, al ware dit anders, wij kunnen niet begrijpen, hoe ooit betaling van hoogere lasten aanlokkend zou zijn voor hen, die nu bijna hetzelfde genot hebben van onze gemeente huishouding als onze ingezetenen, zonder hun aandeel te betalen in de lasten van de gemeente. Om nog duidelijker te doen uitkomen, dat ons voorstel alleen werd uitgelokt door de slechte grensregeling, stellen wjj voor de regelingen alleen toe te passen op onze onmiddellijke omgeving, alleen dus op die omwoners, die feitelijk geacht moeten worden tot Leiden te be hooren, hoewel zij in de omliggende gemeenten zijn gevestigd. Daartoe was noodig op de verschillende toegangswegen tot onze gemeente bepaalde punten aan te wijzen, waardoor naar onze meening voor ons doel de grens moet getrokken worden. Wjj wezen alleen aan de punten op de toegangswegen. Bij de vaststelling der Verordening zal de grens nader dienen om schreven te worden. Terwijl wij voor de toelichting van het algemeen beginsel ver wijzen naar de vroeger ingezonden stukken, laten wij achter de concept-besluiten eene korte toelichting volgen van de verschillende onderwerpen, die wij in de regeling wenschen te begrijpen. Deze onderwerpen zijn: het middelbaar onderwijs voor meisjes, het lager onderwijs, het gas, het duinwater en hulp bij brand. Wegens het gebruik van werken of bezittingen aan de gemeente Leiden toe- behoorende, doch buiten hare grenzen gelegen, een onderwerp, dat wij aanvankelijk ook in de regeling wenschten op te nemen, zal een hooger bedrag dan in het Tarief van 5 Maart 1857 is vermeld, kunnen worden gevorderd, zonder dat daartoe eenige wijziging in onze ge meentelijke wetgeving behoeft te worden gemaakt. Tot dusver zijn in dergelijke gevallen steeds toegepast de Raads besluiten en Verordeningen van 5 Maart, 9 Maart en 8/22 October 1857 (Gemeenteblad Nos. 12, 13, 25 en 26). Ook wij hebben meermalen tol zoodanige toepassing medegewerkt. Bij nadere overweging evenwel zijn wij thans gekomen tot hel besluit, dat toepassing van die Verordeningen op de buiten Leiden gelegen werken onjuist en onwettig is, en dit wel om de eenvoudige reden, dat de Gemeente geene belastingen mag heffen buiten haar grond gebied. Het tegen betaling in gebruik geven van onze in andere gemeenten gelegen eigendommen is eene burgerrechtelijke handeling, aan welke de Gemeenteraad in ieder speciaal geval die voorwaarden zal kunnen verbinden, welke hij wenschelijk acht. Onze medevoorsteller, de Heer Krantz, die door afwezigheid buiten staat is dit stuk te onderteekenen, heeft ons gemachtigd ook namens hem bijgaande voorstellen in te dienen. M. J. De Goeje. H. Van der Hoeven. F. Was. CONCEPT-RAADSBESLUIT. De Raad der Gemeente Leiden, Overwegende, dat het belang der gemeente eischt, voor sommige diensten, welke de gemeente bewijst, van niet-ingezetenen, wonende in de onmiddellijke nabijheid van de gemeente Leiden, hoogere be taling te vorderen dan van ingezetenen, Besluit: dit beginsel toe te passen op de volgende onderwerpen in die mate als by elk onderwerp is omschreven. 9 9 5 9 9 9 9 9

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1887 | | pagina 1