GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
125
INGEKOMEN STUKKEN.
N«. 330
Leiden, 27 December 1886.
Onder overlegging van nevensgaande stukken geven wij Uwe Ver
gadering in overweging aan W. A. Mulder vergunning te vcrleenen
tot demping voor zijne rekening van een gedeelte der Zijlsingelsloot
en het leggen van eene beerput en hem den door demping verkregen
grond en een gedeelte van den berm tot wederopzeggens in gebruik
te geven onder de door de Commissie van Fabricage voorgestelde
voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Heeft de ondergeteekende Willem Arie Mulder, eigenaar van de
perceelen aan den Zylsingel Nos. 241, 242, 243, 244, kadastraal ge
merkt Sectie A, Nos. 2017, 2018, 2019 en 2020 van de Gemeente
Leiderdorp, de eer te verzoeken, de sloot vóór gemelde perceelen te
mogen dempen; den grond daardoor verkregen, in gebruik te nemen;
daarin een beerput te maken en het terrein met een ijzeren hek
werk af te sluiten.
Eene gunstige beslissing afwachtende heeft hij de eer met ver-
schuldigden eerbied te zijn:
UEd. Achtb. Dw. Dienaar,
Leiden, 18 November 1886. W. A. Mulder.
Leiden, 21 December 1886.
De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van W.
A. Mulder te berichten, dat bij haar geen bezwaar bestaat tegen het
verleenen der gevraagde vergunning, tot het dempen van een ge
deelte der sladssloot langs den Zijlsingel, voor zijne huizen, gelegen
onder de gemeente Leiderdorp Sectie A, Nu. 2017 lot 2020 en het
leggen van een beerput, benevens het gebruik van den door demping
verkregen grond en een gedeelte van den berm, mits, behoudens
de voorwaarden bij latere Verordeningen door den Gemeenteraad
te maken;
1*. aan het einde van het gedempte gedeelte, een houten beschoeiing
voor zijne rekening te maken en te onderhouden;
2'. een ijzeren hek tot afscheiding wordt geplaatst in de bestaande
rooiing
3U. de beerput niet uitlooze in het gemeentewater van de sloot
op de singelgracht;
4*. alles geschiede onder toezicht van den gemeente architect;
5°, tegen betaling eener recognitie van 3J cent 'sjaars van elke
centiare van den in gebruik verkregen grond.
Aan Heeren Burg. en Weth.
der Gemeente Leiden.
De Commissie van Fabricage
N'. 331. Leiden, den 23 December 1886.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering hierbij over te leggen een
staat, vermeldende de namen van eenige aangeslagencn in de plaat
selijke directe belasting over 1886, die gedurende den loop van dat
jaar de gemeente hebben verlaten of overleden zijn, met voorstel
om aan die personen gedeeltelijke afschrijving of restitutie te ver
leenen tot een bedrag als in de 11e kolom van dien staat is aan
gewezen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, den 23 December 1886.
De Commissie van Financiën heeft geenc bedenkingen legen den
staat vermeldende de personen, die in den loop van het jaar de ge
meente verlieten of overleden zyn en in de plaatselijke directe be
lasting voor 1886 waren aangeslagen. Zij geeft Uwe Vergadering
in overweging de voorgemelde afschrijving en restitutie te verleenen.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
1925 December 1886.
N°.
Datum.
Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen
Dec.
25
4.15-6.-
4.15—6.—
4.15—6.30
4.15-6.15
4.15—6.15
4.15—6.—
4.15—6.15
7
8
7
8
8
7
8
17.3
17.5
16.9
17.7
17.6
17.5
18.1
Dit beteekent: Wanneer men 5 cubic feet 141.6 Liters
per uur van zulk gas verbrandt in een Sugg's London Argand Stan
dard burner n°. 1 met 24 gaatjes, wordt een licht verkregen, dat in
sterkte gelijk staat met 17.3, 17.5 enz. Standaardkaarsen, waarvan
elke kaars 20 grains 7.8 grammen Spermaceti per uur verbrandt.
Namens de Commissie der Gasfabriek
D. Van der Horst.
N°. 333.
Leiden, 27 December 1886.
In de Raadszitting van 23 September jl. werd aan A. Crama, over
eenkomstig diens verzoek, een eervol ontslag verleend als derde onder
wijzer aan de school 4e klasse n". 1, met ingang van 1 Januari 1887.
lntusschen heeft de eervol ontslagene als zijnde geboren op 29 Mei
1822 en hebbende derhalve op 1 Januari 1887 den 65-jarigcn leeftijd
nog niet bereikt, krachtens art. 38 der Wet op het lager onderwijs
geen recht op pensioen. Ingevolge de tweede alinea van het aange
haald wetsartikel kan echter mede pensioen worden verleend aan een
onderwijzer die na tienjarigen diensttijd uit hoofde van ziels- of
lichaamsgebreken voor de waarneming zijner betrekking ongeschikt is en
op dien grond ontslag heeft bekomen, terwijl die ongeschiktheid wordt
aangenomen op de verklaring van den Districtsschoolopziener en van
de Gedeputeerde Staten.
Bedoelde verklaringen zijn ten opzichte van belanghebbende respec
tievelijk afgegeven op 15 October en 19 October jl., alzoo na het be
komen van eervol ontslag.
Vermits nu het pensioen alleen kan worden verleend wanneer de
belanghebbende op grond van ongeschiktheid uit hoofde van ziels- of
lichaamsgebreken ontslag heeft bekomen en zulks uit het Raadsbesluit
moet blijken, geven wij Uwe Vergadering in overweging, met in
trekking van het bovenaangehaald Raadsbesluit van 23 September jl.
aan A Crama alsnog met ingang van 1 Januari 1887 eervol ontslag
te verleenen als derde onderwijzer aan de school 4e klasse n". I,
op grond van ongeschiktheid voor de waarneming zijner betrekking
uit hoofde van lichaamsgebreken bljjkcns de verklaringen van 15 en
19 October jl. afgegeven door den Schoolopziener in het district
s Gravenhage en Gedeputeerde Staten der provincie Zuid-Holland.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden,
N°. 334. Leiden, 27 December 1886.
Onder verwijzing naar nevensgaand rapport van de Commissie van
Fabricage geven wij Uwe Vergadering in overweging aan L. A. Vol
lebregt vergunning te verleenen tot het plaatsen van eene houten
schoeiing en een waterstoep in de Stads Molcnsloot onder Zoeterwoude
onder de door de Commissie voorgestelde voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden.
De ondergeteekende L. A. Vollebregt, wonende te Leiden, geeft
met verschuldigden eerbied te kennen:
Dat hij requestrant voornemens is te doen maken eene schoeiing
lang 25 Meter met waterstoep, voor zijne bouwmanswoning staande
aan de Stads Molensloot aan den tuingrond bij het Kadaster bekend
Gemeente Zoeterwoude, Sectie A n\ 3131.
Dat hij hiertoe reeds van Rijnland de vereischte toestemming mocht
ontvangen.
Zoodat hij bij deze ook van UEd. Achtbaren de toestemming verzoekt.
't Welk doende enz.,
Leiden, 9 December 1886. L. A. Vollebregt.
Leiden, den 21 December 1886.
De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van L.
A. Vollebregt te berichten dat bij haar geen bezwaar bestaat tegen
het verleenen der gevraagde vergunning om in de Stads Molensloot
voor zijne bouwmanswoning gelegen onder de gemeente Zoeterwoude,
Sectie A n". 3131 te plaatsen een houten schoeiing, lang 25 Meters
met een waterstoep, mits onder toezicht van den Gemeente-Architect,
na verkregen toeslemming van het Hoogheemraadschap van Rijnland
alsmede tegen betaling eener recognitie van 87^ cent 'sjaars, mits
tot wederopzeggens toe en behoudens de voorwaarden bij latere ver-
deningen, door den Gemeenteraad te maken.
Aan Heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage.
der gemeente Leiden.
N°. 335.
Leiden, 30 December 1886.
nevensgaand verzoek van Dr. A. J. Bergsma
Naar aanleiding
om terugbetaling van schoolgeld geven wij Uwe Vergadering in over
weging te besluiten dat aan adressant wegens vestiging in de ge
meente met 1 November jl. voor één kind leerling der Jongensschool
le klasse f 15 per kwartaal) en één kind leerling der Jongensschool
2e klasse, hoogste afdeeling, (schoolgeld 6 per kwartaal) zal worden
terugbetaald het schoolgeld over de maand October ten bedrage
van f7.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: Dr. Arnold Jacob
Bergsma
dat hjj met 1 November jl. zijne woonplaats van de gemeente
Arnhem naar de gemeente Leiden heeft overgebracht;
dat één zijner kinderen sedert dien tijd als leerling (tot de Jongens
school le klasse en één als leerling tot de Jongensschool 2e klasse
is toegelaten;
dat door hem het verschuldigde schoolgeld voor het bezoeken dier
scholen voor het 4e kwartaal ten volle is betaald;
dat hij echter vermeent op grond van art. 2 der Verordening van
den Hen November 1880 (Gemeenteblad n°. 9 van 1882) aanspraak
te kunnen maken op gedeeltelijke teruggave van het betaalde schoolgeld;
Redenen waarom hij beleefd verzoekt om teruggave van hetgeen
door hem c. q. over het loopende kwartaal te veel werd betaald.
't Welk doende,
Leiden, 27 December 1886. A. J. Bergsma.
N°. 333.
1»
20
21
22
23
24
van