93
Kitting van Blondcrilag 33 December 1886.
geopend, 's namiddags te twee uren.
Voorzitter: de Burgemeester L. M. DE LAAT DE KANTER.
Te behandelen onderwerpen:
I®. Beëediging en installatie van Mr. N.L.J. Van Buttingha Wichers
als lid van den Gemeenteraad.
2". Benoeming van vier leden der Plaatselijke Schoolcommissie. (314).
3°. Idem van een Praelector in de Verloskunde. (320)
4°, Verzoek van C. Winkler Prins, om continuatie als Stads- Genees-
ei» Heelkundige. (323)
5°. Idem als voren van J. A. Longepee. als Stads Heelkundige. (323)
6". Voordracht tot ontbinding van het contract in zake de tolheffing
aan het Uelflsche trekpad. (312 en 325)
7°. Suppletoire staat van de gemeente-begrooting, dienst 1886. (315
en 325.)
8". Begrooting van Vrouwen-Kraammoeders, dienst 1887. (317).
9". Voorstel tot wijziging van het Reglement van de R. C. Armen
en het Wees- en Oudeliedenhuis. (321)
10". Idem tot op nieuw vaststelling van de Verordeningen op de
heffing en invordering van bruggeld. (322 en 325)
il°. Voorstel tot wijziging van het Raadsbesluit op de heffing van de
plaatselijke directe belasting. (297 en 316)
Tegenwoordig waren 21 leden, als de heeren: De Fremery, Bool,
Krantz, Du Rieu, Alma, Fockema Andreae, Van Reenen, Le Poole,
Verster van Wulverhorsl, Van Hoeken. Van der Hoeven, Van Buttingha
Wichers, Knappert, Zaalberg, Vos, De Goeje, Kaiser, Was, Driessen,
Juta, en de Voorzitter.
Afwezig met kennisgeving waren de heeren: Bredius, Cock,
Hartevelt en Zaaijer.
Aan de orde is:
I. Beëediging en installatie van Mr. N. L. J. Van Buttingha Wichers.
Na de door de wet voorgeschreven eeden te hebben afgelegd, neemt
de heer Mr. N. L. J. Van Buttingha Wichers zitting als lid van den
Raad.
De Voorzitter. Ik wensch u geluk met het vertrouwen, dal de
kiezers in u gesteld hebben, en heet u ook namens de leden dezer
Vergadering welkom in ons midden. Ik twijfel niet of uwe mede
werking zal bevorderlijk zijn aan de belangen van onze goede ge
meente Leiden.
De heer Van Buttingha Wichers. Dank u voor die woorden, M. d. V.!
(Toejuichingen).
De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering worden
gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter. Mijne Heeren! Vóór dat wij tot de behandeling
der agenda van heden overgaan, wensch ik een enkel woord in 't
midden te brengen om in de eerste plaats den heer De Fremery
m(jn hartelijken dank te betuigen voor de welwillende woorden
waarmee hij de vorige Vergadering geopend heeft, en ook u, Mijne
Heeren, voor de teekencn van instemming, waarmede gij, blijkens
het verslag der laatste zitting, die woorden ontvangen hebt.
Ik zal U niet behoeven te verzekeren, dat ik hoogst gevoelig ben
voor de tallooze blijken van deelneming en sympathie die ik in de
laatste weken heb ondervonden. Zjj overtreffen ver hetgeen ik meende
te mogen verwachten. Ik zal mij bepalen tot deze betuiging mijner
erkentelijkheid, en er slechts dit bijvoegen dat ik niet alleen die
blijken van deelneming diep gevoel, maar dat ik tevens diep door
drongen ben van de verplichtingen, die een zoo groote mate van
welwillendheid mij oplegt.
(Luide toejuichingen.)
De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen:
1°. Missive van de Ged. Staten der provincie Zuid-Holland, dd. 14/16
December jl. B. N®. 3078 (3e afd.) G. S. N®. 33 ten geleide van de
goedgekeurde begrooting der gemeente dienst 1887.
2°. Missive van den heer P. Fijn van Draat, houdende kennisge
ving dat hij de benoeming tot leeraar in de Eng. taal aan het Gym
nasium aanneemt.
3°. Missive van Ged. Staten van Zuid Holland dd. 20/22 December jl.
I!. N®. 2928 (le afd.) G. S. N°. 5 waarbij wordt medegedeeld dat b(j
Kon. Besluit van 7 December 11. N». 15 aan J. P. Lancel, eervol ont
slagen hoofd der school 4e klasse N®. 2, een pensioen is verleend van
J 1367 'sjaars, met ingang van 12 September 1886.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1". Verzoek van L. A. Vollebregt, om vergunning tot het maken
van een waterstoep met schoeiing voor een bouwmanswoning in de
Stads-molensloot.
2°. Idem als voren van B. J. Van Halderen, tot het leggen van een
stoep voor het perceel Haarlemmerstraat 255.
3°. Verzoeken van II. C. Van der Horst en C. R. Van Ruyven, om
restitutie van betaald schoolgeld voor hunne zonen, leerlingen der
Hoogere Burgerschool voor jongens.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
4°. Bezwaarschrift van R. Moquette, directeur van het Ziekenhuis der
Rijks-Universiteit alhier, tegen zjjnen aanslag in de Plaats. Dir. Belasting
dienst 1886.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. en van de Commissie
van Financiën.
5°. Voordracht ter benoeming van een tweede onderwijzeres aan de
school 2e klasse voor jongens en meisjes. (Leerschool bij de
Kweekschool.)
6®. Missive van Commissarissen der Gasfabriek betrekkelijk de opgaven
van de lichtsterkte van het gas.
Worden in de leeskamer nedergelegd.
Aan de orde is thans:
II. Benoeming van vier leden der Plaatselijke Schoolcommissie.
(Zie Ing. St. n°. 314.)
Worden achtereenvolgens herbenoemd de aftredende ledenMr. J.
S. Van Doorn, F. II. A. Driessen, Dr. C. J. Van Ketwieh en Dr.
A. W. Kroon Jr., met algemeene stemmen.
III. Idem van een Praelector in de Verloskunde.
(Zie Ing. St. n®. 320.)
Wordt benoemd met algemeene stemmen Dr. H. Treub.
IV. Verzoek van C. Winkler Prins, om continuatie als Stads- Genees-
en Heelkundige.
(Zie Ing. St. n°. 323.)
Met algemeene stemmen ingewilligd.
V. Idem als voren van J. A. Longepee, als Stads Heelkundige.
(Zie Ing. St. n°. 323.)
Met algemeene stemmen ingewilligd.
VI. Voordracht tot ontbinding van het contract in zakeSle tolheffing
aan het Delftsche trekpad.
(Zie Ing. St. n°. 312 en 325.)
Zonder discussie of hoofdelijke stemming besloten conform het
advies van Burg. en Weth.
VII. Suppletoire staat van de gemeente-begrooting, dienst 1886.
(Zie Ing. St. n° 315 en 327.)
De Voorzitter. Naar aanleiding van den onlangs plaats gehad
hebbenden brand stel ik voor om den eersten post met f 200 te ver
meerderen.
De heer De Goeje. Een opmerking slechts. Op de agenda staat
het ingekomen stuk n\ 325 aangehaald, maar ik heb het nog niet
ontvangen, en kan er dus geen kennis van nemen.
De Voorzitter. Er staat niets anders in dat stuk, dan dat de
Commissie van Financiën tegen het voorstel geen bezwaar heeft. Het
is nu in proef.
De heer Van der Hoeven. M. d. V Ik zou U wel willen ver
zoeken er voortaan zorg voor te dragen, dat op het convocaliebiljet
geen dergelijke vergissingen meer plaats hebbeu. Ik heb nu meer
dan een half uur thuis naar dit stuk gezocht, dat nog niet eens ge
drukt was. Verloren tijd!
De Voorzitter. Ik geloof niet dat ik mij vergis, wanneer ik be
weer dat dit de eerste keer is. dat eene dergelijke vergissing plaats
heeft; dat neemt echter niet weg, dat ik de billijkheid van het ver
zoek erken. Het gebeurde bewijst opnieuw, dat alle menschelijk werk
onvolkomen is! Ik zal echter zorg dragen, dat voortaan deze reden
tot klagen niet ineer voorkomt.
De verhooging van dezen post is noodig geworden, daar er eenige
dagen geleden een brand heeft plaats gehad, die hoogere kosten heeft
veroorzaakt, dan waarop bij het indienen van het voorstel was ge
rekend.
De discussiën worden nu gesloten en de suppletoire staat van be
grooting zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
VIII. Begrooting van Vrouwen-Kraammoeders, dienst 1887.
(Zie Ing. St. n°. 317.)
Zonder discussie of hoofdelijke stemming goedgekeurd.
IX. Voorstel tot wijziging van het reglement van de R. C. Armen
en het Wees- en Oudeliedenhuis.
(Zie Ing. St. n". 321.)
Zonder discussie of hoofdelijke stemming conform besloten.
X. Idem tot op nieuw vaststelling van de Verordeningen op de heffing
en invordering van bruggeld.
(Zie Ing. St. n°. 322 en 325.)
De heer Van Hoeken. M. d. V.! Ik had gehoopt, dat na de vraag
tot U gericht bij de behandeling der laatste gemeente-begrooting (en
ik mocht dat van uw bekende welwillendheid verwachten), door U
eenige wijzigingen in deze Verordening op de heffing en invordering
van bruggeld zouden zijn gebracht, voornamelijk met betrekking tot
de bediening der bruggen op den Zondag. Nadat ik evenwel in het
rapport van Burg. en Weth. omtrent deze zaak gelezen heb «andere
wijzigingen worden op dit oogenblik niet noodig geacht is deze
hoop in rook en damp opgegaan. Ik vind, dat deze Verordening zeer
onregelmatig werkt. Dit blijkt bijv. wanneer een schipper op tien
verschillende plaatsen moet lossen, en 1,50 moet betalen, terwijl een
ander, die alleen bij mij in de haven lost, niets behoeft te betalen.
Ik zou daarom wezen voor het oprichten van havenkantoren, zooals
te Amsterdam, Rotterdam en andere plaatsen in ons land, tot zelfs
de kleinste dorpen in de nabijheid van Leiden ze geplaatst hebben.
Ik zal evenwel geen amendement of wijziging op deze Verordening
voorstellen in afwachting van de toegezegde regeling b(j de overeen
komst in zake de verbetering tusschen den Rijn en Schie.
De Voorzitter. Ik kan zeer kort z(jn. De strekking van het voor
stel, dat thans aan de orde is. is in hoofdzaak om de regeling van het
innen van bruggelden te bestendigen. De Verordening houdt binnen
korten tijd op van kracht te zijn, en eene nieuwe vergunning die
ons in staat stelt om de belasting, bekend onder den naam van brug
geld te heffen, is thans noodig geworden. Dit sluit echter de moge
lijkheid niet uit om later eenige wijziging in de Verordening voor
te stellen; en, wanneer de Raad er zich mee vereenigt, ze er in vast
te stellen. Maar bij dit voorstel was groote haast. Wanneer deze
zaak niet onmiddellijk werd afgedaan, dan zouden wij in 't volgende
jaar deze belasting niet meer kunnen heffen.
En wanneer wij op 't oogenblik de vér strekkende wijzigingen, die
de heer Van Hoeken in de Verordening wenscht aan te brengen,
ook aan de orde hadden gesteld, dan zou ons de tjjd ontbroken
hebben om deze quaestie nog vóór het volgende jaar door den Raad
te doen behandelen. Wy kunnen dus later nog de wijzigingen met
betrekking tot de bediening der bruggen op den Zondag en het op
richten van havenkantoren in overweging nemen. De haast, welke
de behandeling dezer zaak vereischte, belette om ze thans reeds in
behandeling te nemen.