GEMEENTERAAD VAX LEIDEN.
93
INGEKOMEN STUKKEN.
N®. 240. Leiden, 23 September 1886.
Blijkens nevensgaande stukken moet het onderwijs in de Hand
werken aan de Herhalingsschool voor Meisjes met 2 uren per week
worden uitgebreid, tengevolge waarvan de uitgaven met f 50 per jaar
moeten worden verhoogd.
_Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging de voor die
uitbreiding benoodigde gelden beschikbaar te stellen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 6 September 1886.
Aan Burg. en Weth. der Gemeente Leiden.
Hiermede heb ik de eer U kennis te geven, dat tengevolge de
tijdelijke verdeeling der Herhalingsschool voor Meisjes in twee klassen,
het overeenkomstig het leerplan noodig is dat voortaan 4 uur per
week les gegeven worde in de Handwerken.
Beleefd verzoek ik het salaris der onderwijzeres in de handwerken
in overeenstemming te brengen met het vermeerderd aantal lesuren.
De tegenwoordige onderwijzeres mejuffrouw C. C. Niemeijcr geniet
voor twee uur les per week, vijftig gulden per jaar; waarom ik in
eerbiedige overweging geef, haar eene tijdelijke toelage van eveneens
vijftig gulden per jaar te verleenen ingaande I October a. s.
De onderwijzer belast met de leiding van het
Ilerhalingsonderwijs voor Meisjes.
G. B. Engeltjes.
Plaatselijke Schoolcommissie Leiden
N®. 121.
Leiden, 23 September 1886.
In antwoord op Uw schrijven van 10 September jl. N®. 702, hebben
wij de eer U mede te deelen, dat wij het voorstel van den onder
wijzer, belast met de leiding van 't hcrhalingsonderwijs (Afdeeling
Meisjes), om, wegens vermeerdering van het aantal lesuren, aan de
onderwijzeres in de handwerken, tijdelijk eene toelage van f bO per
jaar te verleenen, meenen te moeten ondersteunen.
De brief van bedoelden onderwijzer, dd. O September jl. wordt U
hierbij weder aangeboden.
De Plaatselijke Schoolcommissie,
D. Bierens de Haan, Voorzitter.
Aan Heeren Burg. en Weth.
van Leiden.
J. A. Van Hamel, Secretaris.
N°. 241. Leidpn, 25 September 1886.
Ter vervulling der vacature van tweede onderwijzeres aan de
Meisjesschool ie klasse, ontstaan door de benoeming van Mejuffr. J.
Vlaanderen tot le onderwijzeres aan die school, hebben wij de eer
Uwe Vergadering hierbij eene voordracht aan te bieden, opgemaakt
in overleg met den heer arrondissements-schoolopziener, na ingewonnen
bericht van het hoofd der betrokken school, ter benoeming van een
tweede onderwijzeres, op eene jaarwedde van f 900, als:
1®. Mejuffr. Hendrica Westdijk, thans 3e onderwijzeres aan dezelfde
school.
2°. Mejuffr. C. B. Renaud en
3°. Mejuffr. J. J. De Haas, beiden werkzaam aan openbare lagere
scholen in deze gemeente.
Onder mededeeling dat het aantal leerlingen op die school 126 be
draagt, verdeeld over 7 klassen en 7 onderwijzeressen en dat de be
trekkelijke stukken ter inzage in de Leeskamer zijn nedergelegd,
nemen wij de vrjjheid U in overweging te geven tot eene benoeming
over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N®. 242. Leiden, 27 September 1886.
Krachtens art. 2, tweede alinea, van het Raadsbesluit regelende de
heffing van schoolgelden op de openbare lagere scholen (Gcmbl. n°.
9 van 1882) is het volle schoolgeld voor elk ingetreden kwartaal ver
schuldigd ook al heeft de leerling het onderwijs over dien geheelen
tjjd niet genoten; echter kunnen ouders, die tusschentijds de stad
metterwoon verlaten of zich in de gemeente vestigen, zich bij ge
motiveerd verzoekschrift aan den Gemeenteraad wenden om gedeelte
lijke teruggave of kwijtschelding van schoolgeld
Vermits by nevensgaand adres door den heer J. A. Bientjes terug
betaling wordt verzocht van schoolgeld betaald niet voor een kind
maar voor een pupil, zoo is de aangehaalde uitzonderingsbepaling der
betrekkelijke verordening niet op het onderwerpelijk geval van toe
passing, zoodat geene terugbetaling zal mogen geschieden.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging afwijzend op
het verzoek te beschikken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Jan Alle Bientjes,
Inspecteur der Levensverzekering-Maatschappij »de Gcrmania," dat hij
zich met I September van Noordwijk metterwoon in deze gemeente
heeft gevestigd; dat zijn pupil Fritz Salberg sedert dien tijd als leer
ling tot de jongensschool 1ste klasse is toegelaten;
dat door hem het verschuldigde schoolgeld voor het bezoeken dier
school over het 3de kwartaal ten volle is betaald; dat hjj
nochthans meent op grond van art. 2 der Verordening van den löden
November 1880 (Gembl. n°. 9 van 1882) aanspraak te kunnen maken
op gedeeltelijke teruggave van het betaalde schoolgeld. Redenen
waarom hij tot Uwe Vergadering het eerbiedig verzoek richt hem
wel teruggave te willen verleenen van hetgeen door hem c. q. over
het loopende kwartaal te veel werd betaald.
't Welk doende enz.,
Leiden, 22 September 1886. J. A. Bientjes.
N®. 243. Leiden, den 28 September 1886.
Ter voorziening in de vacature aan de Meisjesschool 2e klasse,
ontstaan door het aan Mejuffr. Honig verleend eervol ontslag, hebben
wij de eer Uwe Vergadering hierbij eene voordracht aan te bieden,
opgemaakt in overleg met den Arrondissements-Schoolopziener, na
ingewonnen bericht van het hoofd der genoemde school, ter be
noeming van eene tweede onderwijzeres op een traktement van
f 700, als:
1°. Mejuffr. C. J. Looman, derde onderwijzeres aan de bedoelde school;
2\ Mejuffr. C. B. Renaud en
3°. Mejuffr. S. H. E. Prins, beiden werkzaam aan openbare lagere
scholen alhier.
Onder mededeeling dat aan de genoemde school 256 leerlingen zijn,
verdeeld over 9 klassen en even zoovele onderwijzeressen, dat de
beide laatsten op de voordracht zijn geplaatst ter voldoening aan de
bepalingen der onderwijswet en dat de betrekkelijke stukken in de
leeskamer ter inzage zijn nedergelegd, nemen wij de vrijheid U te
verzoeken tot eene benoeming over te willen gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N®. 244. Leiden, den 1 October 1886.
Na overleg met den Voorzitter der Commissie van Fabricage hebben
wij de eer U mede te deelen dat er bij ons geen bezwaar bestaat
tegen het verleenen van vergunning aan D Smit, om ten gevolge
van de demping van de Koolgracht, een huis te leggen naar de Oost-
dwarsgracht voor zijn perceel n'. 15, tot het trekken van water voor
de stoommachine en het verbruikte water te doen uitloozen in het
hoofdriool van de Gedempte Koolgracht.
Wij geven U derhalve in overweging de gevraagde vergunning te
verleenen, onder voorwaarde dat de kosten van het opbreken en her
stellen van de openbare straat en van de aansluiting aan het hoofd
riool door hem worde uitgevoerd onder toezicht van den Gemeente-
Architect, alsmede tegen betaling voor de te leggen buis, van het
recht bepaald bij art. 3 n°. 10 van het tarief vastgesteld 5 Maart 1857.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan Edel. Achtb. H.H. Burg. en Weth. der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Dirk Smit, Korenmo
lenaar wonende aan de Oostdwarsgracht n°. 15 alhier;
dat hij door het dempen der Koolgracht een waterleiding wenscht
te leggen door het gedempte gedeelte van de Koolgracht
naar de Oostdwarsgracht, benoodigd voor de Stoommachine alsmede
eene waterloozing voor het vloeiend warm water in het hoofdriool.
Redenen waarom adressant zich tot UEdel-Achtbaren wendt met eer
biedig verzoek hem de vereischte toestemming daartoe wel te willen
verleenen.
't Welk doende,
Leiden, den 19 September 1886. D. Smit.
N°. 245.
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
1925 September 1886.
N°.
Datum.
Uur.
Aantal.
Gemiddelde Eng. Stnndkaarsen
1
Sept.
19
6.45-7.45
6
17.4
2
20
6.30—7.30
8
16.3
3
21
6.30—7 30
7
17.3
4
22
6.30—7.30
9
18.0
5
23
6.30—7.30
8
18.7
6
24
6.30—7.30
8
190
7
25
6.30—7.30
8
18.6
Namens de Commissie der Gasfabriek,
D. Van der Horst.
No. 246.
Leiden, 7 October 1886.
In de Raadszitting van 10 December jl. werd besloten tot de aan
stelling van een leeraar voor een der Polynesische talen aan de Ge
meentelijke Inrichting tot opleiding van O. I. Amblenaren op eene
jaarwedde van f 1000 en daartoe in de zitting van 24 December d. a. v.
benoemd de heer L. K. Ilarmsen, vroeger waarnemend hoofdonder
wijzer aan de Kweekschool voor Inlandsche onderwijzers te Padang-
Sidempocan (Tapanoeli).
Tot dit besluit kon destijds zonder bezwaar worden overgegaan
daar de heer Dr. G. A. Wilken, die als leeraar aan de Instelling eene
jaarweddde van f 3000 genoot, ten gevolge van zijne benoeming tot
Hooglecraar aan de Universiteit zich welwillend bereid verklaarde
kosteloos de lessen aan de inriehting te blyven geven. Inmiddels
Bijlage.'
1
0
2
n