90
rustende verplichting, als zijnde deze niet van wettelijkcn doch al
leen van zedelijken aard. Tot maatregelen en handelingen die in
het particuliere leven de rechtmatige afkeuring van alle welge-
zinden zouden opwekken, mag de Staat, naar onze bescheiden
meening nimmer overgaanen ongetwijfeld moet de intrekking
van een eenmaal toegekend subsidie, waarvan de uitkeering
als uitdrukkelijke voorwaarde was gesteld voor de oprichting van
de school, zoodat deze zonder de toekenning van dat subsidie niet
zoude zijn tot stand gekomen, onder handelingen als bovenbedoeld
worden gerangschikt.
Wij mogen uit dien hoofde niet onderstellen dat bij het besluit
tot vervallenverklaring van bet subsidie zal worden volhard en zien
met vertrouwen van Uwe Vergadering eene beslissing tegemoet, welke
ten gevolge zal hebben dat de Regeering in staat zal worden gesteld
om het vroeger toegekend subsidie wederom aan deze gemeente uit
te keeren.
Aan de Tweede Kamer der De Gemeenteraad van Leiden.
Staten-Generaal.
N°. 335* Leiden, 18 September 1886.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat er bij
ons geene bedenkingen bestaan tegen de inwilliging van het verzoek
van Auke Meeth, om eervol ontslag uit zijne betrekking van derden
onderwijzer aan de school der 4e klasse no. 1zoodat wij U in over
weging geven hem dat eervol ontslag te verleenen ingevolge zijn ver
zoek met ingang van 1 November a. s.
De betrekkelijke stukken worden hierbij overgelegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 16 September 1886.
Edel-Achtbare Heeren.
Ondergeteekende, onderwijzer aan de openb. 1. school der 4de kl.
no, Iheeft de eer aan den Edel-Achtb. Raad zijn verzoek in te die
nen, om tegen 1 November eervol ontslag te bekomen uit zijne
tegenwoordige betrekking, daar hij zich gedurende eenigen tijd ge
heel aan zijne studie wenscht te wijden.
Met de meeste hoogachting,
De dienstv. dienaar van den Edel-Achtb. Raad,
A. Meeth, Heerenstraat 97.
Leiden, 18 September 1886.
In antwoord op uwe apostille dd. 17 Sept. jl., 2898, heb ik de eer
u te berichten dat ik er geen bezwaar tegen heb, dat den heer
A. Meeth tegen 1 November a. s. eervol ontslag worde verleend uit
zijne betrekking van derden onderwijzer aan de Openb. school 4de
kl. no. 1.
Aan den Heer Burg. der Het hoofd der school voornoemd
Gemeente Leiden. H. C. v. d. Heyde.
N°. 236. Leiden, 16 September 1886.
Onder overlegging van nevensgaande rapporten der Commissie van
Fabricage, met de conclusie waarvan wij ons kunnen vereenigen,
geven wij Uwe Vergadering in overweging:
U. op de begrooting voor 1887 alsnog onder Volgn. 103, onder
houd van huizen, enz. te brengen een som van 90 voor verbetering
van een der kamers van den Burg.
2°. aan C. Vink vergunning te verleenen, tot het leggen van een
brug over de sloot langs den straatweg onder Oegstgeest, onder de
voorgestelde voorwaarden.
3°. aan J. M. Platteel, echtgenoote van F. O. De Vries, tot weder-
opzeggens in gebruik te geven 30 centiaren grond aan den Vestwal
of Boisotkade, onder de voorgestelde voorwaarden.
4". van de eigenaren der Haverzaklaan deze laan in eigendom over
te nemen, ten einde voor rekening van de gemeente tot openbare
straat aan te leggen, zoodra alle belanghebbende eigenaren zich daar
toe bereid verklaren, onder voorwaarde dat de kosten van overdracht
komen ten laste van de eigenaren bovenbedoeld.
De kosten der bestrating zijn met inbegrip van die voor den aanleg
van kolken geraamd op f 475.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 14 September 1886.
De Commissie van Fabricage heeft de eer op het verzoek van den
Pachter van het Heerenlogement aan den Burg, te berichten dat inder
daad net betengelen en behangen van een der kamers met het ver
ven van den vloer noodzakelijk is en daartoe een buitengewone uitgave
van f 90.wordt vereischt, die niet uit de voor het onderhoud
toegestane som voor dit jaar kan gevonden worden, maar op de be
grooting van het volgende jaar zou moeten worden uitgetrokken.
Aan Heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage.
der gemeente Leiden.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Geeft met verschuldigde hoogachting te kennen Cornelis Vink,
Landbouwer te Oegstgeest; dat hij aan de Oegstgeesterstraatweg
Sectie E N°. 1231 een brug wenscht te leggen tot toegang naar zijn
woonhuis op perceel Sectie E N°. 531, waarvoor hij beleefd de toe
stemming van Uw. Ed. geachten Raad verzoekt.
't Welk doende,
Oegstgeest, 19 Augustus 1886. C. Vink.
Leiden, 14 September 1886.
De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van C.
Vink te berichten, dat bij haar geen bezwaar bestaat tegen het ver
leenen van de gevraagde vergunning, om een brug te leggen over de
sloot langs den straatweg onder Oegstgeest tot toegang naar zijn
woonhuis Sectie E N°. 531, onder die gemeente gelegen, mits tot
wederopzeggens toe, onder toezicht van den Gemeente-Architect onder
verplichting, oin den berm en den weg voor zijne rekening in be
hoorlijken toestand te brengen en tegen betaling van eene recognitie
van een gulden 'sjaars, alsmede behoudens de toepassing van voor
waarden, bij latere verordeningen door den Gemeenteraad te maken.
Aan Heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage,
der gemeente Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: Jacoba Maria Platteel,
echtgenoote van Fokke Oedses De Vries en Fokke Oedses De Vries
wonende alhier Oude Vest N°. Ill, ter adsistentie zijner genoemde
echtgenoote.
Dat zij eigenares is van de huizen te Leiden aan de westzijde van
den Vliet, straatnommers 45, 47 en 49, kadastraal bekend onder
Sectie F, Nommers 956957 en 958.
Dat sedert eenigen tijd is gedempt de slooUten zuiden langs deze
perceelen
dat door die demping het huis Vliet N°. 49 geheel en al van de
natuurlijke bescherming, waarop bij de stichting van dat huis is ge
rekend, is beroofd, en is bloot gesteld aan baldadigheden van de
kinderen welke den Vestwal tot speelplaats hebben gekozen;
dat dientengevolge dit perceel geruimen tijd onverhuurd is gebleven.
Redenen waarom ondergeteckenden zich tot UEd. Achtbaren wen
den met het verzoek, om in eigendom te mogen overnemen een
strook van den Vestwal ter lengte van drie meter vijf decimeter en ter
breedte van acht meter vijf decimeter, ahoo ter grootte van ongeveer
dertig centiaren.
Deze strook is op bijgaande teekening geel gekleurd en kadastraal
bekend als een gedeelte van het perceel gemeente Leiden Sectie F, Nom-
mer 1020, voor het geheel groot 16 aren, 24 centiaren.
Voor het geval deze grond niet het eigendom van adressante wor
den kan, neemt zij beleefdelijk de vrijheid te verzoeken haar toe te
staan den bedoelden grond te mogen omheinen met rasterwerk.
't Welk doende, enz.
Leiden, Augustus 1886. J. M. Platteel.
F. O. De Vries.
Leiden, 44 September 1886.
De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van J.
M. Platteel, echtgenoote van F. O. De Vries te berichten, dat het
daarbij in eigendom verlangde gedeelte van den Vestwal of Boisot
kade, behoort tot het perceel bij het Kadaster bekend onder Sectie
F N°. 1020 groot 1624 centiaren, en er dus bezwaar bestaat om
daarvan een strook ter grootte van dertig centiaren af te staan,
dewijl er reeds vroeger plan bestond daar naast een school te bouwen
en die uitgestrektheid grond voor later ter beschikking van de ge
meente behoort te blijven.
Er bestaat derhalve geen bezwaar de gevraagde dertig centiaren tot
wederopzeggens toe in gebruik te geven, om te worden omrasterd
en verbonden aan het perceel op den Vliet, Straatn. 49, dat nu is
verhuurd aan de Vereeniging genaamd het Militair Tehuis", omdat
deze nuttige inrichting daaraan behoefte heeft en dan ook alleen
zoolang zij aldaar gevestigd is, in elk geval tot wederopzeggens toe
en tegen betaling van het recht bepaald bij art. 3 N°. 26 van het
Tarief vastgesteld den 5en Maart 1857.
Aan Heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage,
der gemeente Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Wel-Ed. Achtbare Heeren!
Geven met verschuldigden eerbied te kennen, de ondergeteekenden,
gemeenschappelijke eigenaars van de Haverzaklaan, dat reeds vroeger
en bij herhaling is gewezen, in het Leidsch Dagblad, op den onhoud-
baren toestand van de Haverzaklaan; dat echter thans die toestand
het toppunt van ellende bereikt heeft, ten gevolge van den bouw
van wege »De Leidsche Bouwvereeniging"; dat binnenkort de straten
loopende langs de perceelen van »De Leidsche Bouwvereeniging",
daar ter plaatse, van wege het Gemeentebestuur zullen worden bestraat,
en dit den toestand van de Haverzaklaan dermate zal verergeren, dat
de laan dèn onbewoonbaar zal worden gemaakt; dat het straten van
de nieuwe straten, langs de perceelen van »De Leidsche Bouwver
eeniging den toestand ook voor de bewoners van die woningen der
Bouwvereeniging niet beter maakt, zoolang de Haverzaklaan niet be
straat is, daar ook de aanstaande bewoners van die 65 woningen in
de Haverzaklaan hun uitgang hebben.
Redenen waarom zij UEd. Achtb. beleefdelijk verzoeken gunstig te
willen beschikken en te besluiten; om de Haverzaklaan in gemeente
eigendom over te nemen, op dezelfde voorwaarden, als onlangs door
Uwe Vergadering, ten verzoeke van de Leidsche Bouwvereeniging,
een besluit tot overname, bestrating enz. van straten genomen werd.
't Welk doende
J. C. Meijsing,
Volgens de namen van 7 adressanten.
Leiden, 14 September 1886.
De Commissie van Fabricage heeft de eer, op het adres der eige
naars van de Haverzaklaan aan den Stationsweg onder deze gemeente
gelegen, te berichten, dat bij haar geen bezwaar bestaat, om in eigen-