GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
1
69
NV 182.
INGEKOMEN STUKKEN.
Leiden, den 10 Juli 1886.
De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering te be
richten dat zij op de in hare handen gestelde suppletoire begrooting
van het Gereformeerde Minne- of Arme Oude Mannen en Vrouwenhuis
strekkende tot belegging van het saldo der rekening van 1883 ad
3088.15 in inschrijving op het grootboek, geene bedenkingen heeft.
Zij stelt U voor die goed te keuren.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 18».
Leiden, 13 Juli 1886.
In art. 4 der Instructie van den Boekhouder der Stedelijke Gasfabriek
(Gemeenteblad n->. 13 van 1874) is bepaald dat hij stelt een borgtocht
in certificaten of inschryvingen Nationale Schuld tot eene reëele waarde
van minstens ƒ3000.
In overeenstemming met deze bepaling zijn door genoemden ambte
naar certificaten der 4 percents Inschrijving Ned. werk. Schuld tot
voormeld bedrag gedeponeerdwelke certificaten tengevolge van de
conversie der 4 percents Schuld door andere certificaten Nationale Schuld
zullen moeten worden verwisseld.
Inmiddels is het ons voorgekomen dat de verplichting om den borg
tocht te stellen in Nationale Schuld met het oog op het geringe
rentebedrag eenigszins bezwarend is voor den belanghebbendezon
der dat de gemeente daardoor in eenig opzicht wordt gebaat, terwyl
zonder bezwaar meerdere vrijheid in de keuze van den borgtocht
zoude kunnen worden toegestaan.
Wanneer men in aanmerking neemt dat aan de betrekking van Boek
houder der Gasfabriek eene jaarwedde van ƒ1800 is verbonden, dan moet
worden erkend dat het genot van eenige meerdere rente van een kapitaal
van ƒ3000 dan de Nationale Schuld opbrengt, voor den betrokken amb
tenaar niet van belang ontbloot is.
Ten einde aan dit bezwaar te gemoet te komen zoude ten aanzien
van dien borgtocht eene gelijke bepaling kunnen worden gemaakt
als met betrekking tot het waarborgkapitaal van de Tramweg-Maat
schappij is vastgesteldin de concessie is namelijk bepaald dat door
den concessionaris worden gedeponeerd effecten ten genoegen en ter
beoordeeling van Burg. en Weth.te zamen eene beurswaarde van
de daarbij aangegeven som bedragende, terwijl bij daling der beurs
waarde de effecten op de eerste aanmaning tot genoemde waarde
moeten worden aangevuld.
Wanneer de Instructie in zoodanigen zin wordt gewijzigd dan wor
den o. i. de belangen van den betrokken ambtenaar behoorlijk behar
tigd en de gemeente, niet minder dan thans, voor eventueele schade
gevrijwaard.
Wy geven Uwe Vergadering uit dien hoofde in overweging Art. 4
der Instructie van den Boekhouder der Stedelijke Gasfabriek als volgt
te wijzigen:
Hij stelt een borgtocht in effecten ten genoegen en ter beoordeeling
van Burg. en Weth. te zamen eene beurswaarde van 3000 bedragende.
De coupons zullen hem op de vervaldagen worden uitgereikt, terwijl
bij daling van de beurswaarde de effecten op de eerste aanmaning
tot genoemde waarde van 3000 moeten worden aangevuld.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 184.
Leiden, 10 Juli 1886.
Ten opzichte van het in hare handen gestelde voorstel van Burg.
en Weth., om de gelden benoodigd voor het dempen en rioleeren der
Kool- en Brandewijnsgrachten te verschaffen door gcldleeningkan
het advies der commissie van financiën niet gunstig zijn.
Hoewel herhaaldelijk door Uwe Vergadering beslist werd overeen
komstig het voorstel van Burg. en Weth., zoo kan Uwe commissie
toch niet tegen hare overtuiging adviseeren; en zij blijft nog van
meening dat het niet in het belang der gemeentelijke financien zijn
kan dat dergelijke uitgaven door leening gedekt worden.
Het zal wel niet noodig zijn de gronden voor hare meening nog
maals te herhalen; ze zijn genoegzaam bekend en de discussien over
dit onderwerp uitgeput.
Alleen wil uwe commissie toch opmerken dat in de laatste jaren
vele grachten gedempt zijn, terwyl bij de behandeling van het voor
stel tot het uitdiepen der Kool- en Brandewijnsgrachten de verzekering
is gegeven dat nog vele grachten in denzelfden toestand verkeeren als
deze; waarschijnlijk zullen dus nog meer grachten gedempt moeten
worden.
Hieruit zoude volgen dat het dempen van grachten in deze gemeente
geen buitengewoon werk isdat dus ook niet uit buitengewone mid
delen mag bekostigd worden.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 18». Leiden, 9 Juli 1886.
In handen der Commissie van financiën werden gesteld de voorstellen
van Burg. en Weth. 1ste tot het verbouwen der school 2de klasse
voor meisjes, en 2de het bouwen van een nieuw gymnastieklokaal.
Wat het voorstel sub. 1 betreft zijn Burg. en Weth. van oordeel
dat het den Gemeenteraad bekend is, dat aan het schoolgebouw der
Meisjesschool op de Breestraat eenige veranderingen moeten worden
aangebracht. Op welke gronden deze meening berust is ons niet be
kend maar wij willen wel erkennen dat het óns onbekend was
en dat de voorstellen tot uitbreiding van het aantal lokalenhet weg
breken der glazen wanden, het aanbrengen van ventilatietoestellen,
enz., ons zeer onverwacht kwamen.
De vermeerdering van het aantal lokalen zoude veroorzaakt worden
door toeneming van het aantal leerlingen. Inderdaad bedroeg het
aantal leerlingen bij het begin van den cursus 1885/86, 264, tegen
241 bij het begin van den vorigen cursus. Daarentegen is de cursus
1886/87 begonnen met 256 leerlingen, welk getal vóór 1 Januari
1887 hoogstwaarschijnlijk zal dalen, door vertrek, enz., even als zulks
jaarlijks plaats heeft. De nieuwe cursus is dit jaar dus met 8 leer
lingen minder begonnen dan de vorige. Ze zjjn als volgt over de
verschillende klassen verdeeld:
Uit Leiden. Uit andere gem. Totaal.
8 14 2 16
7 36 4 40
6 40 10 50
5 63 6 71
4 69 10 79
224 32 256
Uit deze opgave blijkt dat de talrijkste klasse 79 leerlingen telt,
waarvan 69 uit Leiden, en dat het getal der leerlingen genoemd in
het rapport van Burg. en Weth. thans de 5de klasse gedaald
is van 94 tot 71.
Bovenstaande opgaven hebben ons niet de overtuiging geschonken
dat de voorgestelde vermeerdering der lokalen noodzakelijk is; immers
het aantal leerlingen is niet toenemende; terwijl, indien de leerlingen
uit andere gemeenten niet meer werden toegelatenhet totaal cijfer
der overblijvenden tot 224 zoude worden terruggebracht. Niet alleen
zoude daardoor vermeerdering van localiteit zeer zeker onnoodig zijn
maar bovendien zoude de vraag rijzen of het onderwijs aan de 36
leerlingen der 7de klasse niet aan ééne onderwijzeres zoude kunnen
worden opgedragen.
Afgescheiden van deze beschouwingenstemmen wij gaarne toe dat
de inrichting van het lokaaltje waarin de 8ste klasse onderwijs ont
vangt onvoldoende, en de onmiddellijke nabijheid der daarachter ge
plaatste privaten zeer ongewenscht is. De vereeniging der achterste
vertrekjes tot één lokaal, en het aanbrengen van privaten langs de
buitenzijde der school, zoodanig dat elk lokaal een eigen privaat heeft
juichen wij zeer toe.
Burg. en Weth. vermelden verder in hun rapport dat de ventilatie
evenals de verwarming gebrekkig is, terwyl ook de inrichting van
de glazen wanden tusschen de schoolvertrekken minder gewenscht is.
Ook deze ongunstige mededeelingen verrasten ons; te vergeefs heb
ben wij in de jaarverslagen der schoolcommissie en van het hoofd der
school gezocht naar eene bevestiging dier ongunstige meening, zoodat
wij moeten veronderstellen dat die zoo bij uitnemendheid bevoegde
personen niet zoo ongunstig oordeelen.
In het laatste jaarverslag vermeldt de schoolcommissie dat in een
der middelste lokalen waarin 56 leerlingen warenbjj het bezoek van
leden dier commissie, een benauwde lucht heerschte. Aangezien
echter in andere lokalen waarin meer leerlingen warendie onzuivere
lucht niet werd waargenomen, is de veronderstelling niet gewaagd
dat die benauwde lucht werd veroorzaakt door minder zorgvuldige
toelating van versche lucht. Bij vorige bezoeken van leden der school
commissie gaf de lucht in datzelfde lokaal geen reden tot aanmerking.
Ook over onvoldoende verwarming werd nimmer geklaagd.
Wat de glazen tusschenwanden betreftmerken wij op dat zij voor
eenige jaren om verschillende redenen zeer werden aangeprezenen
langzamerhand op bijna alle scholen zijn aangebrachtniettegenstaande
de vrij groote kosten. Sedert werd in geen der verslagen der hoof
den van scholen, noch in die der schoolcommissie melding gemaakt
van de ondoelmatigheid dier glazen wandenzoodat wij mogen aan
nemen dat ze aan het doel blijven beantwooorden.
Wij meenen hiermede voldoende aangetoond te hebben om welke
redenen wij niet gunstig kunnen adviseeren op het voorstel om
ƒ6200 beschikbaar te stellen voor de verbouwing der meisjesschool
2de kl. Alleen indien deze verandering beperkt bleef tot de vereeni
ging der achterste vertrekjes tot een lokaal, en het aanbrengen van
de privaten als boven vermeldzouden wij daartegen geene bedenkingen
hebben. Het daarvoor benoodigde bedrag zou gering, en eene zoo-
danige verandering niet als eene buitengewone uitgaaf te beschouwen
zijnde kosten zouden dan ook ongetwijfeld uit de gewone middelen
gevonden moeten worden.
Ook tegen de beschikbaarstelling van ƒ7000 voor de oprichting van
een gymnastieklokaal moeten wij bezwaar maken omdat de gymnastiek
lokalen der scholen 3de klasse n°. 3, en 4de klasse n». 1 aan hunne
bestemming onttrokken zijn, en gebruikt worden tot het geven van
lager onderwijs.
Vooral het eerstgenoemde lokaal is geschikt voor het geven van onder
wijs in de gymnastiek aan de leerlingen van andere scholen bijv. van
de meisjesschool Iste klasse en der tusschenschoolen voorts aan de
leerlingen der kweekschool.
Bovendien is het gymnastieklokaal achter de H. B. School voor
meisjes nog vele uren 's weeks beschikbaar, blijkens de roosters der
gyHentaSkomt ^ons voor dat eerst dén tot de aanzienlijke uitgave van
ƒ7000 mag worden overgegaan, zoodra in de bestaande gymnastiek
lokalen geen uren meer beschikbaar zijn voor het geven van dit onderwys.
Wy moeten U dus adviseeren het voorstel van Burg. en Weth. tot
stichting van een gymnastieklokaal niet aan te nemen.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N' 196, Leiden, 24 Juni 1886.
In de Raadszitting van 18 Maart j.l. werd overeenkomstig onze voor
dracht besloten de vacature in het College van Stads Genees- en Heel
kundigen ontstaan tengevolge van het eervol ontslag verleend aan