61 Killing van Donderdag 24 Juni 1886, geopend 's namiddags te twee uren. Voorzitter: de heer Burgemeester L. M. DE LAAT DE KANTER. Te behandelen onderwerpen: 1°. Benoeming van twee tijdelijke leden der Commissie van Financiën (161). lca. Idem van een derde onderwijzeres aan de Jongensschool der le klasse (166). 2'. Voorstel tot wijziging van de Verordening regelende de jaarwedden van het onderwijzend personeel aan de openbare bewaarscholen 3'. Idem tot onderhandsche verhuring van het Raamland onder Zoeter- woude (159). 4'. Staat van afschrijving Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1885 (154 en 164). 5*. Idem van af- en overschrijving op de begrooling van het Ned. Israëlielisch Armbestuur, dienst 1885 (150). 63. Voorstel tot afdoening van de aangehouden verzoeken in verband met het voorstel der vier Raadsleden (157). 7®. Idem tot het verleenen van eene personeele toelage aan Dr. D. De Loos, directeur der Hoogere Burgerschool (160). 8°. Verzoek van Mr. N. L. J. Van Bullingha Wichers, om ontslag als Secretaris der Commissie van toezicht M. 0. (151). 9°. Idem als voren van Mej. J. C. Renssen als eerste onderwijzeres aan de Meisjesschool le klasse (152). 9®a. Voorstel betrekkelijk de uitdieping van de Kool-en Brandewijns grachten (126). 10°. Rekening over 1885 van het Ev. Lutherse!) Wees- en Oudelieden- huis (158). 11°. Idem van de Bank van Lecning (149). 12®. Idem van den Schuttersraad (155). 13°. Idem van de Stedelijke Werkinrichting (156). 14®. Idem van de Stedelijke Gasfabriek (153). 15®. Verslag van Commissarissen der Gasfabriek over 1885. (165). Tegenwoordig waren 24 leden, als: de hceren: Was. Kaiser, Vos, Driessen, DeGoeje, Zaalberg, Njjkamp, Le Poole, Van Reenen, Land, Alma, Du Rieu, Rredius. Kranlz, Dool, De Fremery, Donner, Van der Hoeven, Van Hoeken, Versier van Wulverhorst, Juta, Fockema Andrcae, Cock en de Voorzitter. De heeren Zaaijer en Hartevelt hebben kennis gegeven, dat zjj ver hinderd zijn de vergadering van heden bij le wonen; de eerste wegens ambtsbezigheden, de tweede wegens ongesteldheid. De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen: 1". Missive van de Ged. Staten van Zuid-Holland dd. 15/18 Juni jl. B. n°. 1528 (le afd.) G. S n®. 8 ten geleide van het Kon. Besluit van 4 Juni n". 19 waarbij aan het Raadslid P. J. Van Hoeken ontheffing wordt verleend van het verbod bepaald bij art. 151)6 Burgerlijk Wetboek. 2». Dispositie van de Ged. Stalen van Zuid-Holland dd. 15/18 Juni jl. B. n°. 1524 (3e afd.) G. S. n®. 13 ten geleide van het goedgekeurd Raadsbesluit van 29 April jl. tot afstand in eigendom van gemeente grond van de Haven aan de firma Gebrs. Van Hoeken. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1'. Voorstel van het Raadslid P. J. Van Hoeken in zake de demping van de Kool- en Brandewijnsgrachten. Te behandelen bij punt 9a der agenda. (Ing. St. n\ 167) 2°. Verzoek van mej. C. T. Wartjouwter bekoming van een ge deelte Singelsloot. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. 3°. Missive van de heeren De Goeje c. s. waarbjj zij zich bereid verklaren aan de uiluoodiging van den Raad tengevolge van de aan neming van de motie Fockema Andrea, te voldoen. Leiden, den 23 Juni 1886. In antwoord op Uwe missive d.d. 11 Juni n°. 515 hebben wij de eer U het volgende le berichten: De Raad heeft door het aannemen der motie Fockema Andrcae be slist dat hij van zijn recht 0111 voor diensten door de gemeente be wezen, van niet-ingezelenen hooger betaling te vorderen dan van in gezetenen, gebruik zal inaken voor zoover het belang der gemeente dit medebrengt. Naar onze raeening heeft de Raad zich daardoor in be ginsel verklaard vóór eene regeling van dit onderwerp, echter onder voorbehoud, om elk onderdeel dier regeling afzonderlijk aan het be lang der gemeente te toetsen en dienovereenkomstig le bekrachtigen of te verwerpen. Daardoor heeft de raad ons de zekerheid gegeven dat wjj geen nutteloos werk zullen te verrichten hebben, indien wij de ons opgedragen taak aanvaarden. Op dien grond achten wij ons verplicht onze bezwaren ter zjjde te stellen en de uitnoodiging van den Raad aan te nemen. Wij verklaren ons daartoe dus bereid, echter onder de nadrukkelijke voorwaarde, dat wij daarbij den onmisbaren steun van H.H. Burg. en Weth. zullen mogen ontvangen. Aan Heeren Burg. en Weth. M. J. De Goeje. van Leiden. H. Van der Hoeven. A. J. Krantz. F. Was. De Voorzitter. Ik stel voor deze missive voor kennisge ving aan te nemen, mits men zich daarop later niet beroepc, om te beweren dal de Raad zich door bel aannemen der motie van den heer Fockema Andreae met bet beginsel van het voor stel der vier Raadsleden heeft vereenigd; onder voorbehoud dus dat de missive worde beschouwd in verband met de discussie in de ver gadering van 10 Juni 11 over hel voorstel De Goeje c. s. gehouden en hetgeen ik dienaangaande bij de behandeling der motie heb gezegd. Ik heb toen uitdrukkelijk gezegd dal, werd de motie aangenomen het mijn voornemen was om de algemeene beraadslaging en dus ook die over hel beginsel, le heropenen, als de verschillende onderwerpen die wij van dc voorstellers te wachten hadden, aan de orde kwamen en ik heb er nog bijgevoegd dat ik (door voor de motie te stemmen) natuurlijk geen afstand deed van mijn recht om te antwoorden op al het geen dien morgen legen het Dagelijkscb Bestuur w as aangevoerd. Daar tegen heeft zich toen niemand verzet. Onder voorbehoud dus dat wij niet gebonden zijn, wal het beginsel betreft, stel ik voor de missive voor kennis geving aan le nemen. Ik w il hier alleen nog bijvoegen dal het Dageiyksch Bestuur met de meeste bereid willigheid alle inlichtingen aan de hceren zal verstrekken, die zij bij dc ui' werking van hunne voorstellen noodig zullen hebben Daarop kunnen zij zeer stellig rekenen. Dienovereenkomstig besloten. Aan de orde is alsnu: I. Benoeming van twee tijdelijke leden der Commissie van Financiën. (Zie Ing. St. n®. 161.) De Voorzitter. Mag ik nu dc heeren Van Reenen, Land en Krantz verzoeken met mij het stembureau te willen uitmaten? De uitslag der stemming voor het eerste lid is, dat worden uit gebracht op den heer Knappert 21 stemmen en op de hceren Bredius en Zaalberg ieder één stem, zoodat de heer Knappert is benoemd. De heer Cock komt ter vergadering. De uitslag der stemming voor het tweede lid is, dat worden uit gebracht op de heer Van Reenen 11op den heer Le Poole 5op de heeren Van Hoeken en Kaiser ieder 2 stemmen, op de heeren Krantz Bredius en De Goeje ieder 1 stern, terwjjl een blanco billet in de bus wordt gevonden. Daar niemand alzoo de volstrekte meerderheid heeft gekregen, wordt tot eene tweede vrije stemming overgegaan. De uitslag dezer stemming is, dat de heer Van Reenen bekomt 16 stemmen, de heer Le Poole 3, de heeren Kaiser en Van Hoeken ieder 2, terwijl een blanco billet in de bus wordt gevonden. De lieer Van Reenen is derhalve benoemd. De Voorzitter. Is de heer Van Reenen bereid de betrekking aan te nerqen? De heer Van Reenen. Jawel, M. d. V.! Ia. Benoeming van eene derde onderwijzeres aan de Jongensschool der le klasse. (Zie Ing. St. n°. 166.) De Voorzitter. Deze voordracht heeft nog geen acht dagen in de leeskamer ter visie gelegen; omdat eten wel het hoofd der school eene spoedige benoeming wenschelijk achttehebben wij de benoeming nu reeds op de agenda gebracht. Alvorens tot de stemming over le gaan, wenschte ik le vragen of een der leden ook bezwaar heeft legen een dadelijke behandeling dezer zaak. Daar geen der leden hiertegen bezwaar heeft, wordt tot de stemming overgegaan, waarvan de uitslag is dat Mejuffrouw J. A. Prins met 23 stemmen wordt benoemdterw ijl een blanco billet in de bus wordt gevonden. II. Voorstel tot wijziging van de verordening regelende de jaar wedden van het onderwijzend personeel aan de openbare bewaar scholen. (Zie Ing. St. n'. 147). De heer Du Rieu. M. d V., in het laatste artikel van dit voorstel wordt gezegd dat de leermiddelen van gemeentewege zullen worden verstrekt. Is daarmede eene groote uitgave gemoeid, of kan dit wel licht later tot verhooging van uitgaven leiden De lieer Bool. Ik kan den heer Du Rieu antwoordendat vrees voor latere verliooging van uitgaven niet behoeft te bestaan. Ook thans reeds geschiedt de verstrekking van leermiddelen van gemeen tewege. Bovendien geldt het bier geene belangrijke uitgaven. Dc heer Du Rieu. Dank U. De heer Van der Hoevf.n. Ik heb ten aanzien van hetzelfde artikel als de heer Du Rieu een bezwaar, waaromtrent ik eenige inlichtingen wcnsch te vragen. In art 4 wordt namelijk bepaald, dat de hulp- onderwijzeressen en kweekelingen gratis onderwijs vanwege de gemeente zullen ontvangen. Welk onderwijs verstaat men daarmede? Moet dit in den ruimsten zin worden opgevat, zoodal zij gratis het middel baar of hooger onderwijs kunnen volgen? Als met de bepaling alleen bedoeld is het lager onderwijs, ware het, dunkt jnij, beter dit er bij te zetten, want dit blijkt nu nergens uit. De Voorzitter. Met dit gratis onderwijs wordt bedoeld het onder wijs op de kweekschool voor bewaarschoolhouderesscn. Op de be grooting is een post uilgetrokken van ƒ1200.ten behoeve van de kweekschool voor bewaarschoolhouderessenonder voorwaarde dat daarvoor aan de hulponderwijzeressen en kweekelingen van onze be waarscholen gratis onderwijs aan die kweekschool zal worden verstrekt. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel wordt zonder artikelsgewjjze behandeling in zjjn geheel zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1886 | | pagina 1