49
11KId| vnn Vonderdag 17 Juni 1886,
geopend 's namiddags te twee uren.
Voorzitter: de heer Burgemeester L. M. DE LAAT DE KANTER.
Te behandelen onderwerpen:
1°. Benoeming van een Commissaris der Bank van Lecning (148).
2°. Idem van een lid der Commissie van toezicht M. O. (142).
3". Voorstel tot onderhandsche verhuring van het huis op de Aalmarkt
(132 en 141).
4", Idem tot het doen van herstellingen aan de woning van den Direc
teur der Kweekschool voor onderwijzers (133 en 141).
3°. Staat van af- en overschrijving op de begrooling, dienst 1885
(134 en 146).
6". Verzoek van F. Osterloh, om een kelderingang te maken vóór
zijn huis aan de Haven (144).
7°. Voorstel betrekkelijk de plaatsing van een ijzeren hek bij het park
op de Ruïne (143).
Tegenwoordig waren 23 ledendeheeren: Driessen, Was, Kaiser, De
Gocje, Vos. Zaalberg. Donner, Van der Hoeven, Van Hoeken, LePoole,
Van Reenen, Fockema Andreae, Land. Alma, Zaaijer, Du Rieu,
Bredius. Rooi, llartcvclt, De Fremery, Versier van Wulverhorst, Jula
en de Voorzitter.
De heeren KrantzKnappert en Nijkamp hebben kennis gegeven dat zij
verhinderd zijn de vergadering bij te wonen.
De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering worden
gelezen.
De Voorzitter. Verlangt iemand omtrent de notulen het woord?
De heer De Goeje. Ik heb in de vorige zitting voorgesteld het
woordje «slechts" in de 2e alinea der motie van den heer Fockema
Andreae te doen schrappen en heb mijne redenen daartoe ontwikkeld
terwijl de heer Andieae zich daarmede vcreenigd heeft. Dit woordje
nu heeft men bij de opname in de notulen verzuimd weg te laten.
De Voorzitter. Het woord «slechts" kwam tweemalen in de motie
voor: het blijkt mij nu dat het op eene verkeerde plaats is weggelaten.
Verlangt nog iemand het woord naar aanleiding van de notulen?
Dan stel ik voor ze te arresteeren.
De Voorzitter deelt mede, dat zjjn ingekomen:
4". Dispositie van de Ged. Staten der Provincie Zuid-Holland dd.
8/10 Juni jl. B. n#. 1446 (3e afdG. S. n-. 67/, ten geleide van het
goedgekeurd Raadsbesluit van 20 Mei jl. tot het doen van af- en over
schrijving op de begrooling dienst 1886 ad /250. (Verhooging van de
kosten Herhalingsonderwijs.)
2*. Missive van den heer M. W. Jaeger, houdende kennisgeving
dat hij de benoeming tot Bestuurder der Stedel. Werkinrichting aan
neemt.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1*. Verzoek van Mej. J. C. Renssen, om eervol ontslag als le onder
wijzeres aan de meisjesschool der le klasse.
2°. Verzoek van R. Jesse om continuatie in zijne betrekking van
gemeente-apotheker.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
Aan de orde is alsnu:
I. Benoeming van een Commissaris der bank van leening.
(Zie Ing. St. n°. 145).
De Voorzitter. Mag ik de heeren Driessen, Was en Du Rieu ver
zoeken met mjj het stembureau uil te maken?
De uitslag der stemming is dat worden uitgebracht op den heer
H. W. F. Bakker 22 stemmen, terwijl één blanco briefje in de bus
wordt gevonden, zoodat de heer Bakker is benoemd.
II. Benoeming van een lid der Commissie van toezicht op het
middelbaar onderwijs.
(Zie Ing. St. n*. 142.)
De uitslag der stemming is dat worden uitgebracht op den heer
Dr. E. F. Van Dissel 20 stemmen, terwijl drie blanco brieljes in de
bus worden gevonden, zoodat de heer Van Dissel is benoemd.
De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopnemers voor hunne wel
willende medewerking.
III. Aan de orde is het voorstel tot onderhandsche verhuring van
het huis op de Aalmarkt.
(Zie Ing. St. n*. 132 en 141.)
Het voorstel wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
conform het voorstel van Burg. en Weth. aangenomen.
IV. Het voorstel lot het doen van herstellingen aan de woning van
den directeur der Kweekschool voor onderwijzers.
(Zie Ing. St. n'. 133 en 141.)
De heer Donner. Ik heb daarover de bescheiden nagelezen, maar
zal men op die wijze niet de kal in den kelder metselen? Het aan
brengen van kasten tegen dien vochligen muur, zal wel de vochtplek-
ken voor het oog wegnemenmaar geenszins bevorderlijk zijn om liet
kwaad van de vocht legen le gaan; de afsluiting zal die veeleer doen
toenemen. Ik zou veelmeer voor eene radicale herstelling z(jnal zjjn
daar, voor het oogenblik, ook meerdere kosten aan verbonden, men
zal er voor de toekomst bij gebaat zijn.
De Voorzitter. Het is eene technische kwestie, waarover ik per
soonlijk niet durf te oordeelen; maar voor zoover mijne inlichtingen
strekken kan de voorgestelde wijze van herstelling niet de gevolgen
hebben die de heer Donner vreest. Waren er technici in den Raad,
dan zouden die ons zeker gaarne voorlichten in hoeverre de bezwaren
van den heer Donner gegrond zijn: doch als leek schijnt mij hetgeen
voorgesteld is voldoende om de voornaamste oorzaak van het kwaad, n. 1.
het optrekken van het vocht uit den grond in den muur. weg te
nemen. De Gemeente-Architect, onze deskundige, meent dat dit kwaad
kan worden weggenomen door het aanbrengen van een trasraam.
Dat het meer radicale middelde geheele vernieuwing van den muur,
meer afdoende zoude zijngeloof ik ookmaar hel verschil in uitgaaf
is zeer belangrijk; de som benoodigd voor de herstellingen zooals de
heer Donner ze prefereert, bedraagt /'I900; terwijl de kosten der
herstellingen volgens onze voordracht slechts /700 zullen zijn.
De heer Donner. Ik wil U dit toestemmen M. d. V., doch het aan
brengen der kasten verhoogt de kosten en heeft den schijn alsof het
meer om die kasten te doen is, dan om de vocht weg te krijgen.
De Voorzitter. Wat u daar zegt mijnheer Donner is iels anders dan
wat u zooeven zei. Ik zal in antwoord daarop alleen herhalen dat het is
eene technische kwestie waarover ik mij geen oordcel aanmatig; de
deskundige denkt dat het voorgestelde voldoende is om het euvel weg
te nemen.
De Voorzitter. De heer Donner vraagt voor de derde maal het
woord, ik stel voor hem dit te verlcencn.
De heer Donner. Wanneer zich op het behang van tijd tot tijd
vochtvlekken vertoonendan begrijp ik niet waartoe wordt voorgesteld
liet maken van kasten, die toch het nadeel van vochtige muren niet
wegnemen, en ongeschikt zullen zijn lot berging van voorwerpen.
De heer Van Hoeken. Ik deel wel eenigszins het bezwaar van den
heer Donner M. d V.het is zeker nuttig een trasraam onder dien
muur te metselen, maar om de vocht, die vooreerst nog niet uit die
muur verwijderd is, door het maken van kasten op te sluiten zou ik
verkeerd achten.
De heer Fockema Andreae. Naar mijne meening zullen de kosten
voor het grootste deel worden veroorzaakt door de gemetselde laag
isoleersteen om het optrekken van vocht uit den grond te verminderen
en zal het aanbrengen der kasten slechts een miniem bedrag van de
geraamde som cisclien. Wellicht kunt U M. d. V. ons eene nadere
specificatie van de raming geven.
De Voorzitter. In antwoord aan den heer Van Hoeken merk ik op
dat hel aanbrengen van het trasraam het optrekken van de vocht
uit den grond zal voorkomen; een muur die van den zonkant is af
gekeerd en van slecht materiaal is opgebouwd zal echter altijd vochtig
blijven. Den heer Fockema kan ik alleen meêdeelcn dat de kosten van
liet geheele werkn. 1. het aanbrengen van het trasraam en het maken
der kasten, 510 gulden bedragen; liet overige is voor het herstellen
van den vloer in eene der kamers hetgeen op 175 gulden zal komen
te staan. Ik kan de eerstbedoelde uitgaaf niet specificeeren aangezien
ik de begrooling niet bjj mij heb.
De heer Van Hoeken. Zou het niet mogelijk zjjn M d. V. deze voor
dracht aan le houden en de Commissie van Fabricage uit te noodigen
eene andere in te dienen builen die kasten welke worden voorgesteld
te maken?
De Voorzitter. Ik voor mij acht het niet wenschelijk.
De heer Van Hoeken. Dan zal ik tegen moeten stemmen M. d. V.
Ik ben wel voor bet daarstellen van een trasraam, maar met het
maken van kasten zou ik een of twee jaar willen wachten tot de
muur opgedroogd is.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel in stemming gebracht wordt aangenomen met 20 tegen
3 stemmen.
Tegen stemden de heeren Donner, Van Hoeken en Bredius.
V. Staat van af- en overschrijving op de begroeting, dienst 1885.
(Zie Ing. St. n#. 134 en 146).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
VI. Verzoek van F. Osterlohom een kelderingang te maken voor
zijn huis aan de Haven.
(Zie Ing. St. n°. 144.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
VII. Voorstel betrekkelijk de plaatsing van een ijzeren hek bij het
park op de Ruïne.
(Zie Ing. St. n°. 143.)
Dc heer Van Hoeken. Ik zou wel willen vragen of bij de besprekingen
over het hek wel rekening gehouden is met dc straatjeugd. Ik heb
hierbij bet oog op de hoogte van het hek om te voorkomen dat de
jongens er over heen klimmen.
De Voorzitter. Daarvoor is natuurlijk gezorgdhet hek heeft alléén
ten doel dc jongens le verhinderen om aan dien kant op elk door
hen te kiezen punt, het park binnen te lonpenwaardoor bel plant
soen zeer zou worden beschadigd. Hel hek zal 1 nieter 60 hoog wor
den dus boog genoeg om te voorkomen dat dc jeugd cr gemakkelijk
over heen klimmc. Bovendien is er steeds een tuinman aan bel werk
of ccnig opzicht aanwezigzoodal cr altijd voldoende toezicht is En
mocht soms een van de jongelui het zoover in 't klimmen gebracht
hebben dat het hem gelukt cr over heen te klauteren, dan zal lijj