62 Aan den Raad der gemeente Leiden. Re ondergeteekendeJohanna Christina Renssenonderwijzeres der eerste klasse aan de Openbare school der eerste klasse voor Meisjes, heeft de eer U eervol ontslag uit hare betrekking te verzoeken tegen den löen Augustus e. k. Leiden, li Juni 1886. J. C. Renssen. Leiden, den 15en Juni 1886. In antwoord op Dw verzoek van den Hen dezer, heb ik de eer U mede te deelen, dat bij mij geen bezwaar bestaat, tegen het ver- leenen van eervol ontslag aan Mej. J. C. Renssen. Het hoofd van de Openb. school der 1e kl. voor Meisjes. Aan Heeren Burg. en Weth. M. Jesse. der gemeente Leiden. N*. 15S. Leiden, den 19 Juni 1886. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat zij de rekeningen van de Stedelijke Gasfabriek over 1885 heeft onderzocht en aangezien dat onderzoek tot geene beden kingen heeft geleid, stelt zij U voor die rekeningen goed te keuren, de exploitatie-rekening in ontvangst tot cene som van 31! 553.27': in uitgaaf tot een bedrag van f 299,709 61' en alzoo sluitende met een saldo Van Il843.t;6 en de rekening van het uitbreidings en vernieuwingsfonds in ontvangst tot een bedrag van f 2007* 71', en in uitgaaf tot een bedrag van 721 65, onder bepaling dat heeren Commissarissen gehouden zijn die beide saldo's in hunne respectieve eerstvolgende rekeningen te verantwoorden. Wat het batig saldo betreft dat volgens de rekening 65993.73 bedraagt, stelt zij voor dat bedrag te doen storten in de gemeentekas. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N*. 154. Leiden, 19 Juni 1886. Wij hebben de eer Uwe vergadering hierbij over te leggen een staat, vermeldende de namen van eenige aangeslagencn in de plaatse lijke directe belasting over 1885, die gedurende den loop van dat jaar de gemeente hebben verlaten of overleden zijn, met voorstelom aan die personen afschrijving of restitutie te verleenen tot een bedrag als in de lie kolom van dien staat is aangewezen. Wat betreft de ingediende bezwaarschriften tegen de aanslagen voorkomende onder volgn». 38 tot en met 46 van bedoelden staat, meenen wij Uwe vergadering in overweging te moeten geven om overeenkomstig het daarbij vermelde te willen beschikken en dien tengevolge de reclames van G. W. C. Wennink, J. Helder Jzn., S. Eswilder en J. De Groot, af te wijzen; de aanslagen te verminderen van A. J. Tegelaar met ƒ4 27 en uit te trekken op /1.84, van G. H. Schimmel met f2.86 en uit te trekken op ƒ0.57, van J H. Wesiink met ƒ6 28 en uit te trekken op 2.17 en van W. Alt met /I3.—en uit te trekken op /25 36 en den aanslag van H. Schuurink ad ƒ3.90 van het kohier te schrappen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N*. isr. Leiden, 19 Juni 1886. In verband met het voorstel der vier Raadsleden in zake het genot voor niet-ingezetenen van de voordeelen welke deze gemeente aan biedt, werden aangehouden: 1 Het verzoek van de Leidsche Duinwater-Maatschappij om water te leveren aan ingezetenen van Leiderdorp aan de Haarlcmmerlrck- vaart. (Ing. St. n". 39) (Zitling 18 Maart jl.) 2 Het verzoek van H. Van Rijn, tot het leggen van een water- stoep aan den Hcerensingel. (Ing. St. n". 65.) 3°. Idem van C. Van der Geest, tot het leggen van een ijzeren buis roet een grintbak enz. aan den Zijldijk. (Ing. St. n°. 65.) (Zitling van 8 April jl.) 4 Idem van M. J. W. Weeningh, om een dam te leggen in de sloot langs den Zoeterwoudschen Singel. (Ing. St. n°. 103.) 5°. G. Ileykoop, om een waterbuis te leggen door den Ziildiik. (Ing. St. n°. 115.) J 6°. Idem van J. Van der Plas en P. A. Feltzer, om twee bruggen te leggen over de sloot langs den Zoeterwoudschen Singel. (Ing. St. n°. 115) (Zitting van 20 Mei jl.) Ten gevolge van de aanneming van de motie van den heer Fockema Andreae in de zitting van 10 Juni jl., waarin het voorstel aan de orde is gesteld, zjjn de heeren voorstellers uitgenoodigd het beginsel waarvan hun voorstel uitgaat, uit te werken met betrekking tot de onderscheidene onderwerpen waarop het naar hun oordeel moet wor den toegepast. Vermits alzoo in bedoelde zitting het voorstel niet is afgedaanen het onzeker is wanneer daaromtrent eene beslissing zal kunnen wor den genomen, achten wij het aan groot bezwaar onderhevig de bo venbedoelde verzoeken nog langer aan te houden, terwijl daardoor voor.de belanghebbenden groot ongerief wordt veroorzaakt. Wij wenschen Uwe Vergadering uit dien hoofde in overweging te geven de sub 1 tot en met 6 vermelde verzoekschriften in behande ling te nemen en, zoo daartoe mocht worden besloten, overeenkomstig onze betrekkelijke voordrachten daarop gunstig te beschikken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 159. Leiden, 19 Juni 1886. Wij hebben de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat de werk zaamheden tot verbetering van het Raamland onder Zoeterwoude, waarvoor in de raadszitting van 19 Maait 1885, een bedrag van 30UU beschikbaar werd gesteld, thans szijn afgeloopen, wordende eene schclsteekening van het land zooals het in pereeelen is ingedeeld hierbij overgelegd. Cr zoude alzoo tot verpachting van het land kunnen worden over gegaan; inlusschen is het niet wenschelijk op dit oogenblik eene openbare verpachting te houden, die uit den aard der zaak vooreen langen termijn zoude moeten geschieden, omdat daarvan met betoog op den toestand waarin het grasgewas nog verkeert, eene te geringe opbrengst zoude kunnen worden verwacht. Wij zouden uil dien hoofde de openbare verpachting wenschen te doen aanvangen met I Januari 1887 en inmiddels het land tot ge noemd tijdstip onder de hand te verpachten tegen den prijs welke daarvoor door ons kan worden bedongen en geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging ons College de daarvoor vereischle machtiging te verleenen Aan den Gemeenteraad. N'. 160. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 19 Juni 1886. Onder overlegging van nevensgaand schrijven van de Commissie van Toezicht op de scholen voor Middelbaar onderwijs, hebben wij de eer U mede te deelen dat wij het met de Commissie van het grootste belang achten dat de heer De Loos als Directeur onzer lloogere Burgerschool behouden blijve en dat wij ons in alle opzichten hebben kun nen vereenigen met het daarin aangegeven denkbeeld om de noodige po gingen in het werk te stellen ten einde te bevorderen dat de heer De Loos zijne betrekking alhier blijve bekleeden. Tevens kunnen wij U mededeelen dat de in het werk gestelde po gingen met den meest gewenschten uitslag zijn bekroond en dat de heer De Loos zich bereid heelt verklaard om geen gevolg te geven aan de hem gedane eervolle en voordeeligc aanbiedingen aan de voor gestelde verplaatsing verbonden. Door die bereidverklaring heeft de heer De Loos zich ongetwijfeld verdienstelijk gemaakt tegenover de gemeente, aangezien bij even tueel vertrek aan den bloei der Hoogere Burgerschool een gevoelige slag zoude worden toegebracht en tevens zijne vervanging als Direc teur ten gevolge van daarmede gepaard gaande andere regeling van onderscheidene onderwijsvakkenwellicht eene vermeerdering van uitgaven zoude veroorzaken. Uvereenkomslig het advies der Commissie geven wij U daarom in overweging de verdiensten van den heer De Loos te erkennen door het verleenen van eene personcele toelage en wel tot een bedrag van 700.per jaar, in té gaan met 1 September a. s. Det ligt in den aard der zaak dat zoodanige personeele toelage met beschouwd moet worden als een traclementsverhooging en dat zij dan ook niet in aanmerking zal worden genomen bij de bereke ning van het bedrag van het eventueel aan den titularis te verleenen pensioen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 15 Juni 1886. Vernomen hebbende, dat er ernstig gevaar bestaat, dat de Heer De .Loos zijnen werkkring als Directeur der Hoogere Burgerschool voor een anderen zal verwisselen, haasten wij ons, Uw College te wijzen op het groote verlies, dat de school daardoor lijden zou. Wat de Heer De Loos van hare oprichting af voor de school geweest is is U even als ons bekend; de bloeiende toestand, waarin zij verkeert, en de goede naam, dien zij in Nederland bezit, zijn voor een groot decl^ aan hem te danken. Zou het een eventueelen opvolger zeer moeilijk vallen, hem in werkkracht, toewijding en tact te evenaren, stellig zou hem dit onmogelijk zijn, wat kennis van den toestand der school en vertrouwdheid met de geheele inrichting van het onderwijs in deze gemeente betreft. Wij meenen daarom bij U te moeten aandringen op het aanwenden van pogingen, om den heer De Loos voor onze stad te behouden. Leiden deze pogingen tot de door ons gewenschte uitkomst, dan komt het ons alleszins gepast voor, zijne verdiensten door het ver leenen eener personeele toelage te erkennen. De Plaatselijke Commissie van Toezicht op de scholen voor Middelbaar Onderwjjs, Aan Burg. en Weth. der II. Kern Voorzitter. Gemeente Leiden. H. A. Lorentz, waarnemend Secretaris. N*. 161. Leiden, den 19 Juni 1886. Blijkens bericht van de Commissie van Financiën hebben twee leden dier Commissie het voornemen om tegen half Juli gedurende eenige weken de gemeente te verlaten en wordt het wenschelijk ge acht dat die Commissie gedurende de afwezigheid van beide leden tijdelijk worde aangevuld. Wij geven Uwe Vergadering uit dien hoofde in overweging tot de benoeming van twee tijdelijke leden der Commissie van Financiën over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1886 | | pagina 2