GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 45 INGEKOMEN STUKKEN. N». Ha. Leiden, 3 Mei 1886. Door de Commissie van het Stedelijk Museum is de nevensgaande voordracht ingediend voor de benoeming van een lid dier Commissie uit den Gemeenteraad ter vervulling van de vacature ontstaan ten gevolge van het door Dr. E. F. Van Dissel als lid van den Gemeente raad genomen ontslag. Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging tot eene benoe ming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 1 Mei 1886. Wij hebben de eer U mede te deelen dat in onze vergadering van 27 Maart jl. op de voordracht voor de vacature in onze Commissie, ontstaan door het bedanken van Dr. Van Dissel, zijn geplaatst de Heeren: Dr. W. N. Du Rieu. Mr. S. J. Fockema Andreae. De Commissie van het Sted. Museum, H. C. Hartevelt, Voorzitter. Aan Burg. en Weth. van Leiden. W. Pleyte, Secretaris. N°. 113. Leiden, 10 Mei 1886. Voor de vaceerende betrekking van een tweeden onderwijzer aan de school 2de klasse voor jongens en meisjes (leerschool) ten gevolge van het eervol ontslag verleend aan M. H. Lem, heeft zich slechts één sollicitant aangemeld, zoodat aan het voorschrift van art. 28 der Wet op het Lager Onderwijs dat de benoeming geschiedt uit eene voordracht van minstens drie bevoegden niet kan worden voldaan. Blijkens de hierbij overgelegde berichten van het Hoofd der school en den Arrondissements-Schoolopziener, wordt intusschen de eenige sollicitant voor de vervulling van de betrekking geschikt geachtzoo dat wij voor de benoeming van een tweeden onderwijzer aan voor melde school, aan welke betrekking eene jaarwedde van 700 is ver bonden voordragen P. G. Hoeks, onderwijzer te Leiderdorp. Tevens kunnen wij mededeelen dat het aantal leerlingen bedraagt 347, het aantal onderwijzers en onderwijzeressen met inbegrip van den te benoemen onderwijzer 11 en het aantal klassen insgelijks 11 bedraagt. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N®. 114. Leiden, 10 Mei 1886. Krachtens raadsbesluit van 8 April jl. moet het onderwijzend per soneel van de school 4de klasse n°. 1worden uitgebreid met één derden onderwijzer of derde onderwijzeres. Ter vervulling van die betrekking, waaraan is verbonden eene jaar wedde van f S50, bieden wjj U de volgende voordracht aan, opge maakt in overleg met het Hoofd der school en den Arrondissements- Schoolopzienerals: 1'. Mej. M. E. De Visser, onderwijzeres te Tricht, 2®. Mej. M. M. Duyverman, onderwijzeres te Oude Niedorp en 3®. Mej. J. Kramme alhier. Onder mededeeling dat de betrekkelijke stukken in de leeskamer zijn nedergelegd en dat de school telt 395 leerlingen, verdeeld over 14 klassen en parallel-klassen met even zooveel onderwijzers of onder wijzeressen geven wij Uwe Vergadering in overweging tot eene be noeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N®. 115. Leiden, 6 Mei 1886. Onder overlegging van nevensgaande stukken geven wij Uwe Ver gadering in overweging om vergunning te verleenen aan G. Heykoop, tot het leggen van een waterbuis door denZijldijk, en aan J. Van der Flas en P. A. Feltzer, tot het leggen van twee bruggen over de sin- gelsloot langs den Zoeterwoudschen singel, onder de door de Com missie van Fabricage voorgestelde voorwaarden. Ook wat deze verzoeken betreft zal het nemen van een besluit, onzes inziens, moeten worden aangehouden totdat eene beslissing zal zijn genomen omtrent het voorstel der vier raadsleden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan de WelEd. Achtb. Heeren Burg. en Weth. van Leiden. Geeft met achting te kennen de ondergeteekende G. Heykoop, bouwman, wonende aan de Zijl onder de gemeente Warmond. Dat hij tot het bekomen eener waterleiding uit het boezemwater naar zijne woning zich tot Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rjjnland heeft gewend en daarvoor vergunning heeft verkregen. Dat hij echter om die te kunnen aanleggen een pijp moet slaan door den weg aan uwe gemeente behoorende, waarvoor geen ontgra ving nooijig is, en zich daarom tot UEd. Achtb. wendt, met verzoek hem dit te willen toestaan. Hetwelk doende enz., Warmond, 29 April 1886. G. Heykoop. Aan de WelEd. Achtb. HH. Burg. en Weth. der Gemeente Leiden. Geven met verschuldigde hoogachting te kennen J. Van der Plas, particulier, wonende te Leiden en P. A. Feltzer wonende te 'sGra- venhage; dat zij over de Zoeterwoudsche Singelsloot Sectie An". 225, twee bruggen wenschten te leggen, tot toegang naar het daar te bou wen Heerenhuis en verdere woningenen de bestaande brug wenschten weg te nemenwaarvoor z|j vriendelijk de toestemming van uwen Raad verzoeken. 't Welk doende J. Van der Plas. P. A. Feltzer. Geteekend te Leiden den lOen April 1800 zesentachtig. Leiden, 4 Mei 1886. De Commissie van Fabricage heeft de eer op de hierbij gevoegde requesten te berichten, dat bij haar geen bezwaar bestaat, tegen het verleenen der gevraagde vergunning, in afwachting der beslissing van den Gemeenteraad op het aanhangig voorstel, betreffende de verhou ding van de ingezetenen der aangrenzende gemeenten tot de gemeente Leiden, als 1°. aan G. Heykoop van zijne woning aan den Zijl, onder de ge meente Warmond, tot het leggen van een waterbuis door den Zijldjjk mits zonder hinder voor de passage en tegen betaling der kosten voor het herstellen van den weg en van het recht, bepaald bij art, 3, n°. 10, van het Tarief vastgesteld den 5 Maart 1857. 2". aan J. Van der Plas en P. A. Feltzer, tot het leggen van twee bruggen over de Stadssloot langs den Zoeterwoudschen Singel voor het te bouwen heerenhuismits buiten schade aan den weg of het talud en tegen betaling voor iedere brug van het recht bepaald bjj art. 3, n°. 35, van het Tarief, vastgesteld 5 Maart 1857. Aan Heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage, der gemeente Leiden. N®. 116. Leiden, 6 Mei 1886. Blijkens nevensgaande stukken is het noodig dat aan de beide af- deelingen van het Herhalingsonderwijs wegens het vermeerderd aantal leerlingen een onderwijzer worde aangesteld, welke aanstelling van tijdelijken aard zal moeten wezen met het oog op de mogelijkheid dat het aantal leerlingen later in zoodanige mate vermindert dat het onderwijs wederom geheel kan worden opgedragen aan de beide onderwijzers, die met de leiding van dit onderwijs zijn belast. Op de begrooting van dit jaar zijn op Volgn. 131, Kosten van het Herhalingsonderwijs, alleen uitgetrokken de toelagen voor de beide laatst bedoelde onderwijzers, terwijl krachtens de Verordening (Ge meenteblad n°. 14 van 1881) de toelage voor de verdere onderwijzers of onderwijzeressen, waarvan het getal in overeenstemming met art. 24 der Wet, naar behoefte zal vermeerderd worden, op /"200'sjaars is vastgesteld. De kosten van de vereischte uitbreiding van het personeel zullen alzoovoor dit jaar ongeveer 250 bedragen, waarin door overschrijving van den post van Onvoorziene Uitgaven op het betrekkelijk artikel zal moeten worden voorzien. Wij geven Uwe Vergadering alzoo in overweging om tot de tijde lijke uitbreiding van het personeel voor het Herhalingsonderwijs te besluiten en den overgelegden staat van af- en overschrijving vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. De ondergeteekendenonderwijzers, belast met de leiding van het Herhalingsonderwijs, hebben de eer U te berichten, dat het getal leer lingen der Herhalingsschool voor jongens en voor meisjes respectievelijk is gestegen tot 43 en 45. In overeenstemming met art. 10 der Verordening van den Hen Nov. 1880 (Gemeenteblad 1881, nu. 3), gewijzigd bij Verordening van Töïs *881, (Gemeenteblad 1881, n". 14) hebben ze de eer U voor te stellen, het personeel aan elk der beide afdeelingen van de herh. school te vermeerderen met één onderwijzer. Hoewel de jaarverslagen op eene geregelde toename van leerlingen wijzen, blijft nochtans de mogelijkheid tot teruggang bestaan; waar om zij U in overweging geven de aanstelling tijdelijk te doen zijn. De onderwijzers, belast met de leiding van het h. h. o., Leiden, 10 April '86. G. Gesink. G. B. Engeltjes. Leiden, 5 Mei 1886. In antwoord op Uw schrijven van 14 April jl., n°. 311, hebben wij de eer Uw College mede te deelen, dat de Plaatselijke School commissie zich zeer goed kan vereenigen met het voorstel van de onderwijzers, belast met de leiding van het herhalingsonderwijs, tot uitbreiding van het personeel, aan elk der beide afdeelingen, met één onderwijzer, en dat wij derhalve vermeenen dat voorstel te moe ten ondersteunen. De missive van die onderwijzers ons bij Uw schrijven van 14 April 11. toegezonden, gaat hierbij terug. De Plaatselijke Schoolcommissie, Aan Heeren Burg. en D. Bierens de Haan, Voorzitter. Weth. van Leiden. J. A. Van Hamel, Secretaris.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1886 | | pagina 1