22
dat hij door aankoop eigenaar is geworden van een speeltuin met koe
pel gelegen buiten de Wittepoort aan het Haagsche en Delftsche Trekpad,
behoorende onder de gemeente Zoeterwoude en geteekend F. n°. 158;
dat voor gemeld perceel een sloot vloeit, die echter onzindelijk en on
diep en tevens voor de gezondheid schadelijk is.
Redenen waarom hij Uw college beleefd verzoekt, die sloot, ter lengte
van zijn perceel bedragende 19§ Meters, voor zijne rekening te mogen
dempen en in eigendom over te nemen.
Zullende zich voorts gedragen naar de bepalingen hierop toepasselijk of
des aangaande nog vast te stellen.
't Welk is doende, enz.
Leiden, 2 Maart 1886. E. J. Schlette.
Leiden, 23 Maart 1886.
De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van E. J. Schlette
te berichten, dat bij haar geen bezwaar bestaat tegen het verleenen der
gevraagde vergunning om het gedeelte der sloot langs zijn speeltuin gele
gen aan het Haagsche en Delftsche Trekpad onder de gemeente Zoeter
woude, geteekend F n°. 158 te dempen voor zijne rekening, ter lengte van
ongeveer 19| meter op een breedte van eén meter en de daardoor ver
kregen grond, ter grootte van negentien en een halve centiaren bij het
kadaster bekend onder sectie a n°. 3733 in eigendom te bekomen om te
worden verheeld aan het perceel sectie a n°. 3136 tegen een koopprijs
van één gulden de centiare benevens de kosten van overdracht, mits door
een ijzeren hek van het Trekpad af te scheiden en door een houten be
schoeiing van het ongedempt gebleven gedeelte der sloot, terwijl die grond
niet mag worden bebouwd.
Aan heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage,
der gemeente Leiden.
N#. 68. Leiden, 25 Maart 1886.
In de Leeskamer is ter inzage nedergelegd een schrijven van Curatoren
van het Gymnasium dd. 24 Maart jl., met bijlagen, waarin wordt voor
gesteld den heer H. H. Breuning te Sittard, tot het einde van den curcus
1886/87 te benoemen tot leeraar in de Hoogduitsche taal- en letterkunde
aan het Gymnasium alhier op de daarvoor in de raadszitting van 18 Maart
jl. vastgestelde jaarwedde.
Ons met dat voorstel vereenigende geven wij Uwe Vergadering in over
weging tot eene benoeming over te gaan behoudens de te erlangen goed
keuring van Z. E. den Minister van Staat, Minister van Binnenlandsche
Zaken van het raadsbesluit tot nadere regeling der jaarwedde.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF.