74 plek ontworpen waar banken behooren geplaatst te worden, terwijl in den zuid-oostelijken hoek een lommerrijke plek is ontworpen voor kinderen en kinderwagens waardoor deze niet noodig hebben het midden in te nemen. Overigens is het park geaccidenteerd bedoeld te verkrijgen door het vallon- neeren der gazons, een voor parken veel gevolgde en zeer aanbevelens waardige wijze van aanleg, vooral waar, zooals op de Ruïne, anders veel grond voor ophooging noodig zoude wezen. De achterzijde aan de Raam- steeg is afgesloten gedacht door een eenvoudig houten hek met ééne opening voor de St. Jacobsgracht. Wat de uitvoering betreft zal de gewone weg van openbare aanbeste ding in dit geval niet kunnen worden gevolgd, maar is eene uitvoering in eigen beheer in alle opzichten te verkiezen. Het is namelijk niet wel doenlijk de boomen en planten voldoende te omschrijven, daar de fraaiheid van deze niet alleen beheerscht wordt door dikte van stam of breedte van kroon. Men zal bij de keuze der boomen en planten met de meeste nauw gezetheid te werk moeten gaan en veel moeten aanschaffen wat van de courante maat, op de kweekerijen voorhanden, afwijkt. Met het oog op den grooten invloed dien de wijze van kweeking heeft op het groeien der boomen en op het belangrijk verschil in prijs in ver band met de meerdere of mindere zorgvuldige behandeling op de verschil lende kweekerijen, zoude het bij aanbesteding hoogst bezwaarlijk wezen te voorkomen dat de goedkoopste en minste qualiteit werd geleverd. Inmiddels zal bij de uitvoering van het werk de voorlichting van een op dit gebied geheel deskundig persoon noodig wezen, wiens advies tevens voor de keuze en aanschaffing der boomen en planten zoude moeten worden ingewonnen, met welke taak de mede-ontwerper van het plan, de heer Copijn voormeld, uit den aard der zaak zoude moeten worden belast. Deze wijze van uitvoering levert nog dit voordeel op dat de beambten van fabricage en eenige werklieden hunne kennis van aanleg en beplan ting van plantsoenen kunnen vermeerderen, hetgeen van veel belang wordt geacht, nu door den aanleg van het nieuwe park de plantsoenen der ge meente meerdere uitgebreidheid verkrijgen. Zooals uit de stukken verder blijkt, worden de kosten geraamd op f 8700, waaronder is begrepen een bedrag van f 600 als belooning voor verleende en nog te verleenen diensten uit te keeren aan den tuinbouw- architect bovengenoemd, zoodat, vermits door het Rijk 7000 in de kosten van aanleg wordt bijgedragen, eene som van f 1700 ten laste van de gemeente zoude komen. Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging het plan met Uwe goedkeuring te bekrachtigen, zullende, wanneer daaraan ook de goedkeu ring der Regeering zal zijn verleend, een voorstel worden ingediend tot beschikbaarstelling van de noodige gelden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 10 November 1885. De gemeente-architect heeft, ten vervolge van zijn aan U ingediend en in onze handen gesteld rapport betreffende den aanleg van het groote Ruïneplein en in verband met de daarbij overgelegde teekening, zijn plan nader toegelicht bij het hierbij gevoegd rapport van den 2den dezer maand en de raming van kosten. De Commissie van Fabricage zich met dat plan in hoofdzaak vereeni- gende, is alsnu in staat daaromtrent voor te stellen: 1°. om het plan aan de goedkeuring van den Gemeenteraad en aan die van den Minister van Binnenlandsche Zaken aan te bieden 2°. dat de uitvoering van het plan geschiedt onder eigen beheer, omdat bezwaarlijk daarvan bestekken en voorwaarden van aanbesteding voor aardwerk en levering van houtgewas, boomen en planten kunnen worden vastgesteld; 3°. dat de uitvoering geschiedt onder leiding van den gemeente architect, die voor den eersten aanleg zich zal kunnen doen voorlichten en bijstaan door den ontwerper van het plan, die voor zijn bewezen en nog te bewijzen diensten eene toelage van f 600 zal erlangen 4°. dat de kosten van aanleg geraamd op f 8700 worden gebracht op de begrooting van 1886, onder den titel van aanleg van het groote Ruïneplein tot wandelpark, en de door het Rijk toegezegde bijdrage van f 7000 in ontvang, terwijl alles zooveel mogelijk worde bespoedigd, zoodat nog in de volgende maand met eenige voorloopige werkzaamheden een aanvang kan worden gemaakt. Aan Heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage, der gemeente Leiden. N°. 178. Leiden, 16 November 1885. Door de Commissie van Fabricage wordt, bij haar nevensgaand rapport op het verzoek van de Gemeente-Commissie van het Nederlandsch Her vormd Kerkgenootschap, voorgesteld een gedeelte grond van den Vestwal tusschen den molen „de Stier" en de begraafplaats aan den Marensingel in te richten voor boomkweekerij. Met dit voorstel kunnen wij ons vereenigen, ook op grond dat het bekomen van geschikte boomen thans meer dan vroeger aan groote be zwaren onderhevig is, terwijl hierdoor mede aan het verlangen der Gemeente-Commissie wordt voldaan, al wordt dan ook de gevraagde grond; aan haar niet afgestaan. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging: 1°. aan de Gemeente-Commissie voornoemd te kennen te geven dat de gevraagde grond haar niet kan worden afgestaan; 2°. machtiging te verleenen tot inrichting van bedoeld terrein tot boomkweekerij en de daarmede gepaard gaande werken, waarvan de kosten zijn geraamd op 735, zullende een aanvrage tot beschikbaar stelling van de noodige gelden te zijner tijd aan Uwe Vergadering wor den ingediend. Zoo mogelijk zal, bij aanneming van het voorstel, nog in den loop van dit jaar met het werk een aanvang worden gemaakt. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: de Gemeente-Commissie van het Nederduitsch Hervormd Kerkgenootschap te Leiden, vernomen hebbende, dat de grond tusschen de algemeene begraafplaats en den molen „de Stier", bij den heer J. C. Rijk in gebruik, door hem is opgezegd dat zij dien grond evenals den daarover liggenden, gelegen langs het rijpad naar de begraafplaats, in bezit wenscht te hebben, ten einde dien door beplanting beter aanzien te doen geven en door het stellen van een hek hare begraafplaats met genoemd terrein behoorlijk af te sluiten. Onder bijvoeging van de situatieteekening zal genoemde Commissie gaarne vernemen onder welke voorwaarden zulks zou kunnen geschieden, ten einde desaangaande tot eene beslissing te komen. 'tWelk doende, De Gemeente-Commissie voornoemd, M. tl. A. Lisman, Voorzitter. J. D. B. Brouwer, Secretaris. Leiden, 10 November 1885. Leiden, 10 November 1885. De Gemeente-Commissie van het Nederlandsch Hervormd Kerkgenoot schap alhier, verlangt bij het hiernevens gevoegd adres in bezit te ver krijgen een gedeelte van den Vestwal tusschen den molen „de Stier" en de begraafplaats tusschen den Marensingel en de Binnenvestgracht, ten einde dien met een hek af te scheiden en te beplanten, met inbegrip van het gedeelte dat bij Raadsbesluit van 27 Juli 1865 aan J. C. Rijk in gebruik is gegeven, tegen eene recognitie van f 26.39, waarvan door hem het gebruik is opgezegd. De Commissie van Fabricage evenwel heeft reeds lang uitgezien naar eene gelegenheid tot den aanleg van eene Boomkweekerij, die bij Raads besluit van 22 Januari 1874 werd opgeheven, maar waaraan de behoefte meer en meer blijkt. Immers in den handel zijn slechts bij groote uitzondering boomen te verkrijgen die meer dan 20 centimeters dik zijn, zoodat wanneer in de stad boomen vereischt worden in plaats van die welke om de eene of andere reden zijn gerooid, men öf een zeer jong nietig boompje kan verkrijgen, öf een van een ander gedeelte moet verplaatsen; in elk geval wordt daardoor de straat of gracht ontsierd. Reeds heeft men bij verschillende beplantingen de boomen dicht bij elkander geplaatst, om bij behoefte om den anderen een boom weg te nemen. Op den duur kan echter dat middel niet baten en daarom is het zeer gewenscht opnieuw eene kweekerij aan te leggen, waartoe de bovengenoemde beschikbaar gekomen grond zeer dienstig is. Op dien grond heeft de Commissie bezwaar om de inwilliging van het verzoek der Gemeente-Commissie aan te raden, te meer terwijl toch ook door de beplanting en de afsluiting met een ijzeren hek, dat in het magazijn van de Stadstimmerwerf voorhanden is, het beoogde doel der Commissie kan worden bereikt en de toegang tot de begraafplaats dezelfde blijft. De aan te leggen kweekerij was dan van de openbare straat afgesloten en de kosten die daarvan het gevolg zouden zijn, worden geraamd 1'. Voor het stellen van het hek en verdere afscheidingf 225. 2°. Voor grondwerk390. 3°. Voor het diepen der sloot aan de begraafplaats. 20. 4°. Voor jonge boomen100. Te zamen. f 735. De Commissie wenscht, in dat geval, over die som te mogen beschikken door verhooging van den post van de begrooting voor 1886 „Onderhoud van Plantsoenen met f 735. Aan heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage, der gemeente Leiden. N°. 179. Leiden, 18 November 1885. Evenmin als bij het hoofd der Meisjesschool 2d® klasse, bestaat er bij ons bezwaar tegen de inwilliging van het verzoek van Mejuffrouw A. C. De Visser, om een eervol ontslag uit hare tegenwoordige betrekking van derde onderwijzeres aan de genoemde school. Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging haar dat ontslag te verleenen, en zulks met ingang van 1 Januari 1886. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 15 November 1885. Wegens mijne benoeming tot onderwijzeres te Bergen-op-Zoom, neem ik bij dezen de vrijheid U tegen 1 Januari 1886 ontslag te vragen uit mijne betrekking van 3d® onderwijzeres aan de Meisjesschool 2d® klasse alhier. Hoogachtend heb ik de eer te zijn, Aan den Raad der Uwe dienstwillige dienaresse, gemeente Leiden. A. C. De Visser. Leiden, 17 November 1885. In antwoord op Uwe apostille van 16 dezer, heb ik de eer U te be richten, dat bij mij geen bezwaar bestaat tegen het verleenen van eervol ontslag aan Mejuffrouw A. C. De Visser, tegen 1 Januari 1886. Het'hoofd der Openbare Meisjesschool 2de klasse, Aan Heeren Burg. en Weth. S. Winkler. van Leiden. N°. 180. Leiden, 18 November 1885. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat zij zich vereenigen kan met de voorstellen van Burg. en Weth. tot het beschikbaar stellen van eene som van f 740 voor de inrichting van het Bonhuis in de Boomgaardsteeg tot bergplaats van de brandladders en van f 660 voor het uitdiepen van de Kool- en Brandewijnsgrachten. Zij geeft U derhalve in overweging tot het toestaan der gevraagde sommen te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. J. T. Buys. Le Poole. H. C. Juta. Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1885 | | pagina 2