(ïEMKEIVTERAAD VAN LEIDEN.
59
INGEKOMEN STUKKEN.
N°. 143. Leiden, 2 October 1885.
De Oommissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering te berichten
dat zij geene bedenkingen heeft tegen de in hare handen gestelde supple-
toire begrooting van de Stadsbank van Leening alhier, dienst 1885, wes
halve zij U voorstelt die goed te keuren.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën enz.
N°. 143. Leiden, 5 October 1885.
De Commissie van Financiën heeft de in hare handen gestelde begroo
tingen voor 1886, van de gesubsidieerde instellingen van weldadigheid
onderzocht en ter zake geene bedenkingen te maken.
De daarbij voorgedragen subsidiën zijn in overeenstemming met het
Raadsbesluit van 19 November 1868 en met 5 °/0 verminderd.
a. Het Roomsch-Katholiek Wees- en Oudeliedenhuis.
De Commissie stelt U voor het door Bestuurders uitgetrokken subsidie
ad f 2100 vast te stellen bij een besluit, waarvan het model bij dit rap
port is gevoegd en voorts de begrooting goed te keuren
de ontvangsten op f 16936,571
de uitgaven op 16936,57|
Sluitende quitte,
bij een besluit, waarvan het model aan den voet der begrooting is gedrukt.
b. Het Evangelisch Luthersch Wees- en Oudeliedenhuis.
Voor deze administratie stelt zij voor het gevraagd subsidie op f 420
te bepalen bij het hierbij gevoegd besluit en hare begrooting goed te keuren
de ontvangsten op f 6032,50
de uitgaven op 6031,05
Batig saldo f 1,45
bij het aan den voet der begrooting gedrukt besluit.
C. Het Nederlandsch Israëlietisch Armbestuur.
Het subsidie voor dat bestuur geeft zij in overweging op het daarbij
voorgestelde cijfer van f 76,50 te bepalen bij het genoemd besluit in de
begrooting goed te keuren
de ontvangsten op f 1215,07
de. uitgaven mp 1215,07
Sluitende quitte,
bij het aan den voet der begrooting gedrukt besluit.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N°. 144. Leiden, 5 October 1885.
De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten, dat het
onderzoek der begrootingen voor 1886 van de volgende niet gesubsidieer de
gemeente instellingen van weldadigheid, tot geene bedenkingen heeft
geleid.
Zij stelt U mitsdien voor deze goed te keuren bij besluiten, waarvan
het model aan den voet dier respectieve begrootingen is gevoegd, als
die van
a. Het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis, in ontvang ad
f 29188.12 en in uitgaaf f 29188.12, sluitende quitte.
b. Het Roomsch-Katholiek Armbestuur in ontvang ad f 8036.92 en
in uitgaaf ad f 8016.92, sluitende quitte.
C. Vrouwen-Kraammoeders in ontvang ad f 2323.12| en in uitgaaf ad
f 2323.12|, sluitende quitte.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 145. Leiden, 5 October 1885.
Het onderzoek der begrooting van de Stedelijke Werkinrichting voor
1886, heeft bij onze Commissie tot geene bedenkingen geleid.
Wij geven U derhalve in overweging die begrooting goed te keuren
in ontvang ad f 17082.50 en in uitgaaf ad f 17082.50, sluitende
quitte en het door deze administratie verlangde subsidie voor 1886 ad
f 5000 als f 3840 uit de gemeentekas en 1160 als rente van het
legaat door wijlen H. V. J. Buzzi te Frankfort a/d Main, aan de gemeente
Leiden, ten behoeve van de Stedelijke Werkinrichting vermaakt, toe te
staan bij een besluit, waarvan het model hierbij is gevoegd.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N°. 146. Leiden, 5 October 1885.
De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten, dat zij de
in hare handen gestelde begrooting van de Bank van Leening voor het
jaar 1886, heeft onderzocht en dat dit onderzoek tot geene bedenkingen
heeft geleid.
Zij stelt U derhalve voor die begrooting goed te keuren, in ontvangst
en uitgaaf ad 14890, alzoo sluitende quitte.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N°. 14S1. Leiden, 6 October 1885.
De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe vergadering mede te
deelen dat er bij haar geene bedenkingen bestaan tegen de inwilliging
van de verzoeken van A. J. Rijshouwer en A. N. C. Van Hees, tot
demping en in eigendom afstaan van een gedeelte sloot langs den Hoogen
Rijndijk.
Zij geeft U derhalve in overweging tot den afstand van het bedoelde
gedeelte sloot te besluiten onder de door de Commissie van Fabricage
voorgestelde voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N°. 148. Leiden, 29 September 1885.
Ik heb de eer hierbij over te leggen een afschrift, van een door mij
aan H. H. Gedeputeerde Staten dezer Provincie, ingediend adres.
De Kapitein
waarnemend Commandant der
Aan den Raad dd. Schutterij te Leiden,
der gemeente Leiden. W. L. Van Kaathoven.
Leiden, 29 September 1885.
De ondergeteekende, W. L. Van Kaathoven, kapitein waarnemend Com
mandant der dienstdoende Schutterij te Leiden, neemt de vrijheid bij deze
onder uwe aandacht te brengen
dat hij bij twee adressen, (eene van den 14den Januari 1885 en eene
van den 17den Maart daaraanvolgende, beide voorkomende in nevensgaande
gedrukte verslagen van de handelingen van den Gemeenteraad van Leiden,
bijlage n#. 1) zich tot dien Raad heeft gewend met verzoek, een gedeelte
van het Raamland buiten de voormalige Hoogewoerdspoort te willen doen
inrichten voor schietterrein of schietbaan
dat zijn verzoek destijds werd ondersteund door den heer Commissaris
des Konings in deze Provincie en instemming mocht erlangen van den
heer Minister van Oorlog (zie bijlage n°. 2 ingekomen stukken n°. 23)
dat de Raad voornoemd met bijna algemeene stemmen heeft besloten,
aan dat verzoek niet te voldoen en aan het terrein dat voor het beoogde
doel alleszins geschikt was, eene andere bestemming heeft gegeven;
dat het hem gebleken is, dat op de thans ingediende hegrooting voor
deze gemeente (dienst 1886) wederom geen post is gebracht voor het in
richten eener schietbaan, zoodat men mag aannemen, dat bij het gemeente
bestuur geen voornemen bestaat om zich verder met deze gewichtige aan
gelegenheid in te laten
dat hij gelooft niet meer te hoeven betoogen de wenschelijkheid ja de
noodzakelijkheid van het hebben eener schietbaan in deze aanzienlijke
gemeente
dat hij echter toch nog wenscht te wijzen op de circulaire van den
heer Minister van Binnenlandsche Zaken 26 Juli 1883 n°. 997 afdeeling
M. en S., waarbij wordt aangegeven dat de Schutterij zal moeten worden
gewapend met geweren kl. kaliber (Beaumont) welke bewapening alleen dan
van nut en de daaraan verbonden uitgaven gewettigd zijn, wanneer een schiet
baan tot stand komt; zoodat hij zich thans tot Uw College wendt met
beleefd verzoek dat door U op de begrooting der gemeente Leiden voor
1886 eene zoodanige som wordt gebracht als geacht zal worden noodig
te zijn voor het op- en inrichten eener schietbaan hetzij binnen- of aan
den zoom dezer gemeente.
De Kapitein
waarnemend Commandant der
dd. Schutterij te Leiden,
(was get.) W. L. Van Kaathoven.
Aan H.H. Ged. Staten Voor eensluidend afschrift,
der Provincie Zuid-Holland. W. L. Van Kaathoven.
N°. 14».
LICHTSTERKTE
in Engelsche Standaardkaarsen, waargenomen aan de Stedelijke Gasfabriek
te Leiden van 612 September 1885.
Datum
Tijdstip
Aantal
Gemiddelde Lichtsterkte in
der waarneming.
van waarneming.
waarnemingen.
Engelsche Standaardkaarsen.
September.
6
6.30 7.30
5
19.2
7
6.30 7.30
9
18.9
8
6 30 7.30
10
18.4
9
6.30 7.30
8
19.2
10
6.30 7.30
6
19.2
11
6.30
2
19.6
ij
6.45
2
19.6
6.50
6
15
V
J?
7.25
3
18.6
7.30
8
19.6
10.55
3
15.—
11.—
5
14.2
11.15
6
18.6
11.30
5
18.6
12
6.30
5
15.6
i)
6.45
6
16.9
7.8.30
8
18.9
Vrijdag 11 September ontstond 6.45 's avonds een gebrek in de fabrieks-
leiding, waardoor zich lucht met het product mengde en de lichtsterkte
daalde. Tijdelijk werd daarin voorzien, doch 10.50 bezweek deze voorzie
ning, waardoor de lichtsterkte eenige minuten opnieuw daalde. Zaterdag
werd bij daglicht het gebrek definitief hersteld, doch het onvermijdelijk
gevolg was, dat de lichtsterkte voor het eerste half uur der verlichting
de gevolgen nog min of meer ondervond.
Namens Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek,
D. Van der Horst.