QEMEEMTERAAD VA» LE1DF1 47 INGEKOMEN STUKKEN. N°. 113. Leiden, Augustus 1885. De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten, dat zij de navolgende rekeningen, diénst 1884 heeft onderzocht: 1°. Van het Roomsch-Katholiek Wees- en Oudeliedenhuis, in ontvangst tot een bedrag van 17671.70, in uitgaaf tot een bedrag van f 17670.62|, alzoo slvitende met een batig saldo van 1.07|. 2°. Van het Roomsch-Katholiek Armbestuur, in ontvangst ad f 15109.14, in uitgaaf ad 15105.22, mitsdien opleverende een batig saldo van 3.92. 3°. Van het Nederlandsch Israëlietisch Armbestuur, in ontvangst ad f 1760.24|, in uitgaaf ad f 1657.17^, alzoo met een batig saldo van f 103.07. Aangezien de Commissie geene bedenkingen tegen deze rekeningen heeft, stelt zij U voor die goed te keuren, onder bepaling dat van de batige saldo's in de eerstvolgende rekeningen verantwoording zal behooren te worden gedaan. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 113. Leiden, Augustus 1885. De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten, dat het onderzoek der rekening van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinder huis van 1884 tot geene bedenkingen heeft geleid. Zij stelt U mitsdien voor deze goed te keuren in ontvangst op de som van f 37623.92| in uitgaaf op de som van f 37570.08|, zoodat het dienstjaar oplevert een batig saldo van f 53.84, onder bepaling dat daarvan in de eerstvolgende rekening verantwoording zal behooren te worden gedaan. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N". 114. Leiden, 17 Augustus 1885. Onder overlegging van bijgaande stukken hebben wij de eer Uwe Ver gadering mede te deelen, dat er ook bij ons geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van het verzoek van den onderwijzer K. C. Van Waalwijk, om ontslag uit zijne tegenwoordige betrekking van tweeden onderwijzer aan de school der 2de klasse voor Jongens en Meisjes (Leerschool bij de Kweekschool), zoodat wij U dan ook in overweging geven gunstig opdat verzoek te beschikken en aan den adressant een eervol ontslag te verlee- nen met ingang van 1 October a. s. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 15 Augustus 1885. De ondergeteekende, onderwijzer der 2de klasse aan de openbare school der 2de klasse voor Jongens en Meisjes alhier, heeft de eer U te berichten i dat hij tot onderwijzer l8te klasse benoemd is aan eene der openbare scholen te 's Gravenhage en daarom tegen 1° October a. s. ontslag verzoekt. Aan den Raad der gemeente Leiden. K. C. Van Waalwijk. Leiden, 17 Augustus 1885. Ter voldoening aan uwe uitnoodiging vervat in uwe Apostille van den 15den dezer n°. 2104, heb ik de eer U te berichten, dat de heer K. C. Van Waalwijk zijne plichten steeds getrouw heeft vervuld, weshalve ik in over weging geef hem eervol ontslag te verleenen. Tegen den in het adres genoemden datum bestaat geen bezwaar. Aan den heer Burgemeester De hoofdonderwijzer, der gemeente Leiden. J. A. Van Dijk. N°. 113. Leiden, 17 Augustus 1885. De Commissie van Financiën heeft de in hare handen gestelde rekening van Vrouwen-Kraammoeders, over het jaar 1884, onderzocht en heeft daarop geene bedenkingen. Zij neemt derhalve de vrijheid U voor te stellen die goed te keuren de ontvangsten ad f 2383.22|, de uitgaven ad f 2156.34, zoodat het dienstjaar oplevert een batig saldo van f 226.88|, waarvan in de eerst volgende rekening verantwoording zal behooren te worden gedaanzoo mede van het alsnog te verhalen bedrag ad f 2.25 wegens cijnsen, erfpach ten en grondlasten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën enz. N°. 116. Leiden, 18 Augustus 1885. De Commissie van Financiën in wier handen de stukken gesteld zijn welke in de Raadsvergadering van Donderdag 20 Augustus zullen behan deld worden, was eenstemmig in hare afkeuring van het late tijdstip, waarop deze bescheiden haar zijn toegezonden. Immers wanneer stukken gedagteekend 3 en 8 Augustus, zooals die sub. n°. 7, 8 en 9 van de agenda voor Donderdag 20 Augustus vermeld, eerst Maandagmiddag 17 Augustus aan de Commissie worden toegezonden, is het haar onmogelijk zorg te dragen dat de leden van den Raad in tijds met haar rapport bekend worden. Eenstemmig was Uwe Commissie verder met betrekking tot de voor stellen omtrent de verhuring van het IJklokaal, en de verhooging van het kapitaal der gemeente in de Bank van Leening, waartegen zij geene bedenkingen heeft en welke zij tot goedkeuring aan Uwe Vergadering aanbeveelt. Met betrekking echter tot het kohier der Plaatselijke Directe Belasting met suppletoiren staat van begrooting, kon Uwe Commissie echter niet tot overeenstemming geraken, daar dit verhoogingscijfer één lid te hoog voorkwam die van meening was dat na de intrekking van het Rijkssubsidie aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes de schoolgelden van die inrich ting hadden kunnen verhoogd zijn geworden en alzoo de mindere ont vangst van f 1250 had kunnen voorkomen worden. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, Le Poole. H. C. Juta. Leiden, 25 Augustus 1885. Het deed ons inderdaad leed uit het rapport der Commissie van Financiën te ontwaren, dat de beide in de gemeente aanwezige leden eenstemmig afkeurden het late tijdstip waarop drie onder n°. 7, 8 en 9 in de zitting van 20 Augustus aan de orde gestelde punten in handen der Commissie zijn gesteld, nl. op 17 Augustus, zoodat het naar hun oordeel onmogelijk was zorg te dragen dat de leden van den Raad in tijds met haar rapport bekend werden. Het zal voorzeker overbodig zijn te verklaren dat de eenigszins latere officiëele toezending der bedoelde stukken naar de Commissie, geheel het gevolg is van toevallige omstandigheden en dat zonder bezwaar de stuk ken hadden kunnen worden gezonden, zoodra de rapporten gereed waren. In verband met de discussiën in de zitting van 22 Augustus jl., achten wij ons verplicht het volgende hieromtrent op te merken. Het rapport ten geleide van het kohier der Plaatselijke Directe Belas ting, waarbij eene verhooging van het op de begrooting uitgetrokken cijfer was voorgesteld, is gedagteekend 8 Augustus en afgedrukt in het vel van Ingekomen Stukken hetwelk Zaterdag-avond 15 Augustus aan de leden van den Raad is toegezondenhetzelfde is het geval met het voor stel tot verhooging van het kapitaal der gemeente in de Bank van Leening, mede gedagteekend 8 Augustus. Het derde door de Commissie van Financiën bedoeld punt, is ons voorstel tot continuatie van de huur van het IJklokaal aan het Rijk. Dat rapport is niet gedagteekend 3 Augustus, zooals door de Commissie wordt beweerd, doch is nog van vroeger dagteekening, nl. van 15 Juli. Het werd afgedrukt in het laatst voorgaand vel der Ingekomen Stukken geruimen tijd vóór het laatste vel aan de leden toegezonden, zoodat ook de leden der Commissie van al deze stukken vóór de toezending aan de Commissie als zoodanig hebben kunnen kennis nemen. Wat nu betreft deze vertraagde toezending, deze laat zich gereedelijk verklaren vooreerst door de omstandigheid dat de Voorzitter der Commissie van Financiën zooals bekend was, voor geruimen tijd de gemeente had verlaten en dat, toen op Donderdag 13 Augustus door ons werd geinformeerd of de rekening der gemeente door de Commissie was onderzocht, in welk geval die rekening in de vergadering van Donderdag 20 Augustus aan de orde zoude zijn gesteld, het bericht werd ontvangen dat ook een der beide overige leden dier Commissie voor eenige dagen afwezig was en eerst Dinsdag 18 Augustus in de gemeente zoude terugkeeren. Vermits nu de Commissie niet, zooals vroeger wel eens is geschied, voor de zomermaanden tijdelijk was aangevuld, bestond op dat oogenblik de Commissie slechts uit één lid. Verder verlieze men niet uit het oog dat de drie bovenbedoelde onder werpen van hoogst eenvoudigen aard waren. Het Kohier zelve behoefde niet door de Commissie als zoodanig te worden onderzocht en de daarbij voorgestelde verhooging van de bij de vaststelling der begrooting geraamde opbrengst der belasting, was het noodzakelijk gevolg van na de vaststelling dier begrooting genomen be sluiten. De verhooging van het kapitaal der gemeente in de Bank van Leening was mede een noodzakelijk gevolg van de oprichting van Hulpkantoren, zoodat eigenlijk tot een en ander reeds in beginsel was besloten en de thans aanhangige voorstellen niet anders ten doel hadden dan eene regularisatie. Dat dan ook de gelden voor de Bank reeds in beginsel waren toege staan, daarvan waren wij zoozeer overtuigd, dat wij niet geaarzeld hebben reeds voor eenige weken een bedrag van f 10,000 aan Commissarissen op door hen geteekende quitantie ter hand te stellen, welke quitantie na goedkeuring der suppletoire begrooting, door een behoorlijk geteekend mandaat zal worden vervangen. Wat eindelijk aangaat het voorstel tot verlenging van de huur van het IJklokaal wederom voor 5 jaren doch tegen eenen met 100 percent verhoogden huurprijs, welk voorstel is gedagteekend 15 Juli doch mede eerst op 17 Augustus aan de Commissie van Financiën verzonden, voor zeker kon allerminst worden ondersteld dat tegen eene zoodanige belang rijke verhooging der ontvangsten bij de flnanciëele commissie uit een finanoiëel oogpunt bedenkingen zouden kunnen bestaan. Ofschoon de be oordeeling hiervan ongetwijfeld niet tot onze competentie behoort, zoo kan toch hiermede de niet onmiddellijke toezending van het voorstel naar de Commissie van Financiën eenigermate verklaard worden, te meer daar het dikwijls inderdaad moeielijk is uit te maken of een of ander onder werp in handen moet worden gesteld van de Commissie van Financiën, en of alzoo een zaak niet aan de orde mag worden gesteld dan voorzien van een bepaald financiëel advies. Het betreft hier de onderhandsche verhuring van een gemeente-gebouw, in casu tegen eenen met 100 percent verhoogden huurprijs. Nu wordt in de verordening op de vaste gommissiën, mede regelende den werkkring der Commissie van Financiën, geen melding gemaakt van onderhandsche verhuring; wel spreekt de verordening van het koopen, ruilen, ver vreemden, bezwaren en verpanden van onroerend goed, van inschrijvingen in een der grootboeken van de Nederlandsche Schuld, van schuldbrieven of vorderingen, doch deze geheele zinsnede is woordelijk overgenomen uit art. 194, litt. c. der gemeentewet en zooals algemeen bekend is, doelt deze bepaling alleen op het verleenen van zakelijke rechten, waarvan in casu geen sprake is. Intusschen bepaalt de Verordening aan het slot dat de Commissie van Financiën den Raad dient van bericht en advies omtrent alle zaken en verzoekschriften van flnanciëelen aard tot de kennisneming van den Raad behoorende. Moet deze bepaling in dien algemeenen zin worden opgevat dat daartoe behooren alle zaken die direct of indirect van invloed zijn op de financiën der gemeente en alzoo alles waarvan meerdere of mindere ontvangst of meerdere of mindere uitgave het gevolg kan wezen, dan behoort het voorstel betrekkelijk de verhuring van het IJklokaal tot de kennisneming van de Commissie van Financiën. In den regel wordt dan ook bedoelde bepaling in dien algemeenen zin op gevat, hoezeer ook menigmalen daarvan wordt afgeweken. Zoo heeft toch Uwe Vergadering geen bezwaar gezien om in de laatste zitting in behandeling te nemen en af te doen ons voorstel tot vermindering van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1885 | | pagina 1