GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. - 21 INGEKOMEN STUKKEN. N#. 47. Leiden, 20 April 1885. Ons vereenigende met het hierbij overgelegd rapport der Commissie van Fabricage, geven wij Uwe Vergadering in overweging aan J. W. Schaap, overeenkomstig diens verzoek, met ingang van 1 Juli a. s eervol ontslag te verleenen als gemeente-architect, onder dankbetuiging voor de vele trouwe en ijverige diensten in die betrekking aan de gemeente bewezen. Tevens wordt door de Commissie voornoemd voorgesteld, de jaarwedde vast te stellen op f 2500 met vijf tweejaarhjksche verhoogingen van f 100, zoodat de jaarwedde na 10 jaren zal bedragen 3000. Ook met dit voorstel kunnen wij ons vereenigen. De tegenwoordige titularis is mede aangesteld op eene jaarwedde van ■f 2500, terwijl bij de vaststelling der begrooting voor 1874 zijne jaar wedde tot f 3000 is verhoogd, op welk tijdstip hij eenen twaalfjarigen diensttijd had volbracht. Door eene periodieke tractementsverhooging ontstaat bovendien de meeste kans, geschikte ambtenaren voor de gemeente te behouden. Wij geven U uit dien hoofde in overweging, overeenkomstig het voorstel der Commissie van Fabricage te beschikken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth, van Leiden. Leiden, 11 Maart 1885. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Met betuiging van hoogachting heeft de ondergeteekende de eer, zijnen wensch ter kennis van den Raad voorn, te brengen, om van zijne be trekking als Gemeente-architect ontheven te worden. Een toenemend gevoel van afgematheid en vermindering van krachten, waaruit opzien tegen elke inspanning en lusteloosheid de gevolgen waren, deed hem reeds vroeger beducht zijn, om tot neêrlegging van zijn ambt te zullen moeten besluiten, te meer, omdat bij het naderen van een 72-jarigen leeftijd, zich geen verbetering daarin verwachten liet en boven dien een zeker plichtbesef hem aandrong om dezen veel omvattenden werkkring niet te blijven bekleeden, onder de bewustheid van eene der allereerst onmisbare vereischten (gezondheid) te ontberen. Daartoe over te gaan, mocht naar een zeer stellig uitgesproken advies van een onzer geneeskundige Hoogleeraren, namelijk: dat alleen rust en rust alleen onmisbare voorwaarden uitmaakten om misschien zijn levensduur eenigermate te verzekeren, niet langer worden uitgesteld. Hij veroorlooft zich de vrijheid te nemen, hierbij het verzoek te voegen, dat het gevraagde ontslag hem tegen 30 Juni aanstaande, eervol verleend moge worden. 't Welk doende, J. W. Schaap. Leiden, 14 April 1885. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het adres van den Ge meente Architect J. W. Schaap te berichten, dat zij betreurende de redenen die daartoe aanleiding geven, geen bezwaar heeft tegen de inwilliging van zijn verzoek, om uit die betrekking te worden ontslagen en uit dien hoofde voorstelt hom uit die betrekking wegens meer dan vijf en zestig jarigen leeftijd een eervol ontslag te verleenen, met dankzegging voor de bewezen trouwe en ijverige diensten en onder toekenning van het jaar- lijksch pensioen, waarop hij aanspraak heeft. Tot vervulling der daardoor op 30 Juni aanstaande open te vallen be trekking van Gemeente-Architect, stelt de Commissie voor, bij openbare oproeping, de gelegenheid voor belangstellenden te openen om zich daartoe tijdig aan te melden, maar tegen een jaarwedde van f 2500 om telken twee jare, met f 100 te verhoogen, totdat het tegenwoordig bedrag van f 3000 na tienjarigen dienst zal zijn bereikt. Aan Heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage. der gemeente Leiden. N«. 48. Leiden, 18 April 1885. Wij hebben geene bedenkingen tegen de voorstellen van Burg. en Weth. tot het verleenen van een subsidie van f 200, ten behoeve van de in Sep tember a. s. te houden Tentoonstelling van planten enz. en tot Aankoop van Inschrijving op het Grootboek, zoodat wij Uwe Vergadering in over weging geven om dienovereenkomstig te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N». 49. Leiden, 20 April 1885. Bij brief van 5 Maart II. n°. 21 hebben Burg. en Weth. voorgesteld eene som van f 11,500 beschikbaar te stellen voor de gedeeltelijke ver bouwing van de gemeentelijke bewaarschool in de Groenesteeg en den aankoop van een belendend huisje, welks terrein men met het terrein van de bewaarschool wenscht te vereenigen. Gold het bij dat voorstel eene onverplichte uitbreiding van de taak, welke onze gemeente in zake van het openbaar onderwijs op zich nam, er zouden alsdan in onze Commissie stemmen zijn opgegaan om zich tegen zulk eene uitbreiding te verzettenmaar nu het hier slechts te doen is om handhaving van eene bestaande voortreffelijke inrichting en om de invoering van eene verbetering waaraan, zooals ons uit eigen aanschouwing bleek, inderdaad dringende behoefte bestaat, gevoelen wij ons geheel onbezwaard Uwe Vergadering eene gunstige beschikking op het voorstel van Burg. en Weth, aan te raden. Zooals uit den bijgevoegden uitvoerigen en belangrijken brief van de Commissie voor de Bewaarscholen blijkt, staan er verschillende wegen open die naar het gewenschte doel heenleiden, maar de argumenten die zij aanvoert voor den door haar gekozen weg komen ons zoo afdoende voor, dat wij, evenals Burg. en Weth., niet aarzelen daaraan de voorkeur toe te kennen. Slechts omtrent één punt, trouwens van ondergeschikt belang, bestaat tusschen het College van Dagelijksch Bestuur en onze Commissie een klein verschil van meening. Burg. en Weth. willen namelijk de voor de ver bouwing noodige kapitalen geheel ontleenen aan de gelden van de jongste leening overgebleven, terwijl wij voor dat doel liever in de eerstp plaats zouden hebben aangewezen het kapitaal van 4500 inschrijving op het 2| perc. Grootboek, afkomstig van een legaat door Mevrouw de Wed. Van Leyden Gael, ten behoeve van de hier bedoelde bewaarschool ver maakt. Nu dit kapitaal toch ten name van de gemeente moet worden overgeschreven en om daartoe te geraken dezelfde moeite en omslag noo- dig zijn als voor de losmaking, zouden wij aan dit laatste de voorkeur geven. Immers, hoe onwaarschijnlijk ook voor het oogenblik, opheffing van de bewaarschool in de toekomst behoort tot de mogelijkheden, en kwam deze immer voor dan zou de vrije beschikking over een kapitaal, voor een bepaald maar dan vernietigd doel verbonden, allicht eenige moeilijkheid kunnen opleveren. Deze moeilijkheid wordt vermeden wanneer men van deze gelegenheid gebruik maakt om in de eerste plaats het legaat voor de verbouwing van de school te bestemmen. Wij zouden op dezen grond in overweging willen geven het bijgevoegde concept-besluit tot wijziging van de begrooting voor het loopende jaar in dien zin te veranderen, dat onder de ontvangsten gebracht werden1°. de verkoop van het bovenbedoelde legaat, vermoedelijk waard f 2970 en 2°. de geldleening tot een bedrag van f 8530. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 59. Leiden, 20 April 1885. Na overleg met den Vooizitter der Commissie van Fabricage geven wij Uwe Vergadering in overweging aan J. Parmentier vergunning te ver leenen tot het leggen van een waterstoep of plankijs, voor het wasschen van wollen garens in de Zoeterwoudsche Singelgracht aan den Vestwal op een afstand van 20 meters van de aldaar aanwezige spoelstoep, nader aan te wijzen, behoudens de goedkeuring van het Hoogheemraadschap Rijnland en tegen betaling van het recht bepaald bij art. 3 n°. 2 van het tarief vastgesteld den 5den Maart 1857. Tegen het leggen van een waterstoep in den Vliet bestaat bezwaar, omdat daardoor de scheepvaart zoude worden belemmerd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan H. H. Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, Johan Parmentier, fabri kant in Saijetten en wollen garens in de Hoefstraat n°. 6, alhier dat hem eene geschikte gelegenheid ontbreekt om zijne gefabriceerde en geverfde wollen garens te wasschen. Redenen waarom hij de vrijheid neemt UEd. Achtb. beleefd te verzoe ken, hem te vergunnen dit in den Vliet te mogen doen en wel tusschen de Molensteeg en de Boisotkade of in het singel water op een plankijs. Leiden, 9 April 1885. 't Welk doende, enz. J. Parmentier. N°. 51. Leiden, 20 April 1885. Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hiernevens ter kennisneming over te leggen een aan ons College ingediend adres van eenige ingezetenen over de benoeming van eenen Waagmeester. Met alle waardeering van de door adressanten aanbevolen persoon is ons niet bekend op grond waarvan deze voor de vacante betrekking meer dere geschiktheid zoude bezitten dan de door ons College aanbevolen sol licitant. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, April 1885. Aan de Edel Achtb. Heeren Burg. en Weth. der gemeente Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen, de ondergeteekenden, dat zij, in het belang van Handel en Nijverheid, gaarne een Hinken persoon zagen aangesteld voor de vacante betrekking van Waagmeester alhier, en bevelen daarom bijzonder in de gunst van Edel Achtb. aan, den sollicitant J. J. De Graaff, gepasporteerd fourier van het Regiment Grenadiers en Jagers, oud 34 jaren, wonende Rijnsburgersingel n°. 10, alhier. 't Welk doende, J. A. Bos. Volgen de namen van 42 andere onderteekenaars. Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF. 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1885 | | pagina 1