GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 17 INGEKOMEN STUKKEN. N°. 3%. Leiden, 23 Maart 1885. Na kennisneming van het verzoek der Afdeeling Leiden en Omstreken van de Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde, ter be koming van een subsidie uit de gemeentekas ten behoeve van de in Sep tember a.s. te houden Tentoonstelling van planten enz. meenen wij zonder bezwaar tot inwilliging van het verzoek te mogen adviseeren. Het welslagen dier tentoonstelling is ongetwijfeld ook in het belang der gemeente en het komt ons wenschelijk voor de loffelijke pogingen van het bestuur ter bevordering van den tuinbouw ook van gemeentewege zooveel mogelijk te steunenzoodanige steun werd dan ook vroeger meer malen in gevallen als de onderwerpelijke door den Gemeenteraad verleend. Zoo werd krachtens raadsbesluit van 23 Maart 1882 aan dezelfde Maat schappij voor de in Juli van dat jaar te houden tentoonstelling gelijk sub sidie als thans is aangevraagd, toegekend. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan adressante ten behoeve van de te houden tentoonstelling een subsidie van 200 te ver- leenen, te voldoen uit volgn. 141 der begrooting voor dit jaar, kosten voor het onderwijs in kunsten en wetenschappen, terwijl een staat van af- en overschrijving tot verhooging van dit artikel met ƒ200, te vinden door afschrijving van den post voor onvoorziene uitgaven hierbij ter vast stelling wordt aangeboden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: De Afdeeling Leiden en Omstreken van de Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde; dat zij voornemens is alhier ih September aanstaande eene tentoonstel ling van planten, tafelversieringen, bouquetten enz. te houden volgens een programma bevattende ongeveer dertig vragen; dat daarvoor zullen worden uitgeloofd verschillende verguld-zilveren, zilveren en bronzen medailles en certificaten dat de Afdeeling hoewel thans 220 leden tellende, evenmin als andere Maatschappijen in staat is zelf de kosten dier tentoonstelling te dekken en mitsdien hulp van anderen moet inroepen; dat zij meent dat de werkkring van de afdeeling in het algemeen nuttig en ten dienste van deze gemeente is en zij daarom in de eerste plaats zich tot Uwen Raad wendt met eerbiedig verzoek haar, voor de te houden tentoonstelling een subsidie toe te staan van twee honderd gulden. 't Welk doende, enz. Dr. Boursse Wils, President. Leiden, 40 Maart 1885. Van de Pavord Smits, Secretaris. N°. 33. Leiden, 23 Maart 1885. Op grond van de vermeerdering van het aantal leerlingen aan de school 3ae klasse n°. 3, is door het hoofd dier school uitbreiding van het hulp personeel aangevraagd, welk verzoek door de Plaatselijke Schoolcommissie wordt ondersteund. Wij geven Uwe vergadering alsnu in overweging te besluiten dat het onderwijzend personeel aan voormelde school wordt vermeerderd met één derden onderwijzer of ééne derde onderwijzeres. Tevens kunnen wij U mededeelen dat wegens de vermeerdering van het aantal leerlingen tengevolge van de laatste inschrijving het gymnas tieklokaal dier school als leerlokaal zal moeten worden ingericht en de lessen in de gymnastiek aldaar derhalve tijdelijk zullen moeten worden gestaakt. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 17 Maart 1885. Voor den zomercursus van dit jaar, die met primo April begint, zijn in mijne school 77 leerlingen voor de Ist® klasse ingeschreven. Dit getal is te groot om aan ééne onderwijzeres toe te vertrouwen, zoodat de klasse in twee afdeelingen zal gesplitst en voor de tweede afdeeling eene onderwijzeres zal moeten aangesteld worden. Het geheele aantal leerlingen mijner school bedraagt op 1 April a.s. 641, het aantal onderwijzers en onderwijzeressen is thans 14. Ik neem daarom de vrijheid U voor te stellen het personeel mijner school met een onderwijzer of onderwijzeres te vermeerderen en dienten gevolge het getal van 14 op 15 te brengen. Het Hoofd der Openbare School Aan Heeren Burg. en Weth. der 3a® klasse n°. 3. van Leiden. J. Wuyster. Leiden, 21 Maart 1885. In antwoord op Uw schrijven, d.d. 17 Maart 1885, n°. 218, en met terugzending van de daarbij gevoegde missive van het Hoofd der school 3de klasse n°. 3, hebben wij de eer U te berichten dat wij diens verzoek, tot uitbreiding van het personeel zijner school met één onderwijzer of ééne onderwijzeres, meenen te moeten ondersteunen. De Plaatselijke Schoolcommissie, Aan Heeren Burg. en Weth. D. Bierens de Haan, Voorzitter, van Leiden. J. A. Van Hamel, Secretaris. N°. 34. Leiden, 23 Maart 1885. Onder overlegging van nevensgaand rapport van Commissarissen der Gasfabriek geven wij Uwe Vergadering in overweging: 1°. te verklaren dat niet meer voor den openbaren dienst bestemd is een gedeelte der Oostvolmotensteee, groot 73 centiaren, grenzende ten westen aan hét zuiverhuis, ten noorden aan den scheidingsmuur van de terreinen der Gasfabriek en ten oosten aan de door de gemeente aange kochte huizen. 2°. Commissarissen der Gasfabriek te machtigen tot afbraak van de in hun rapport vermelde huisjes en om over den aangevraagden grond te beschikken voor de uitbreiding van het zuiverhuis. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 16 Maart 1885. Ter uitbreiding van de capaciteit van het tegenwoordige zuiverhuis wenschen Commissarissen van de Stedelijke Gasfabriek te beschikken 1°. over een gedeelte van het noordelijk einde der Oostvolmolensteeg, grenzende ten westen aan het bestaande zuiverhuis, ten noorden aan den scheidingsmuur van de terreinen der Gasfabriek en ten oosten aan de huizen behoorende aan de gemeente en aangekocht volgens Raadsbesluit van 4 Maart 1883. Dit gedeelte der steeg is groot 73 centiaren; 2°. over het terrein thans ingenomen door de perceelen n°. 11, 13 en 15, staande aan de oostzijde der Oostvolmolensteeg, en de perceelen n°. 1, 2 en 3 staande in de Lijsterpoort. Een en ander is op de hierbijgaande situatieteekeningen in kleurver schil aangeduid. Het gedeelte van de steeg sub 1 vermeld in blauw, de huisjes in donkerrood. Daarenboven is het huisje n°. 8, staande aan de westzijde der Oost volmolensteeg, eveneens in donkerrood aangegeven, zoodanig bouwvallig dat tot de amotie dient te worden overgegaan. De daardoor vrijkomende ruimte zal bij de bergplaats voor geklopte cokes worden getrokken. Commissarissen verzoeken Uwe Vergadering derhalve hen tot de amotie der bovengenoemde perceelen te machtigen, en te besluiten dat het be schreven gedeelte der Oostvolmolensteeg aan den publieken dienst worde onttrokken. Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek voornoemd, De Fremery. E. F. Van Dissel. Aan den Gemeenteraad van Leiden. J. Groll. N°. 35. Leiden, 26 Maart 1885. Onder overlegging van nevensgaande stukken geven wij Uwe Vergade ring in overweging aan Mevrouw II. G. VethVan der Koogh met 1 April a. s. eervol ontslag te verleenen als Regentes van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis, met dankbetuiging voor de door haar in deze be trekking bewezen diensten. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders van Leiden. Aan het dagelijksch bestuur der stad Leiden. De ondergeteekende neemt de vrijheid, wegens aanstaand vertrek naar elders, haar ontslag als Regentes van het II. G. of Arme Wees- en Kin derhuis, tegen primo April, te verzoeken. Leiden, 17 Maart 1885 H. G. VethVan der Koogh. Leiden, 23 Maart 1885. Het bestuur van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis alhier, ziet met leedwezen Mevrouw H. G. Veth geboren Van der Koogh vertrekken en is van advies, dat HEd. het gevraagd ontslag, wegens hare getrouwe medewerking ten behoeve van de verpleegden in het gesticht, behoort verleend te worden op de meest vereerende wijze. Het Bestuur voornoemd, Aan heeren Burg. en Weth. J. J. Prins, Voorzitter, der gemeente Leiden. Van Ketwioh, Secretaris. Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1885 | | pagina 1