31
van te trekken en er bijna niets voor doet, dit wel tengevolge kon hebben
dat bij eene eventueele garnizoens-verandering men ons het garnizoen ont
trok. Ik durf zeggen, dat mocht het Departement van Oorlog beweeren,
dat wij alles doen om zooveel mogelijk van het garnizoen te trekken
zonder er iets voor over te hebben, het datr wel zeer ondankbaar zou wezen.
De kazernes zijn bet eigendom van de gemeente, die ze kosteloos ten
gebruike voor bet garnizoen afstond; de vroegere infirmerie op de Groen-
hazengracht werd ten gerieve van het Departement van Oorlog door de
gemeente gebouwd. Nadat het Rijk de infirmerie buiten de Morschpoort
had gebouwd, is de oude door het Departement van Oorlog voor andere
doeleinden in gebruik gehouden. Ik zoude nog verscheidene andere voor
beelden weten aan te halen waaruit het ongegronde van zoodanig verwijt
zou kunnen blijken en ik ben dan ook geen oogenbük bevreesd, dat ons
een dergelijk verwijt zou treffenallerminst op grond van eene eventueele
afwijzing der verzoeken die op het oogenbük in behandeling zijn. Ik kan
hier nog bijvoegen, dat ik met voldoende zekerheid kan zeggen dat het
garnizoen zeker niet uitsluitend van die schietbaan gebruik zou maken
en zeer op het behoud van de schietbaan te Katwijk gesteld is. Wij heb
ben er ook op gewezen dat deze nieuw aan te leggen schietbaan niet
vergunt op voldoenden afstand te schieten, maar, antwoordt de heer Bredius,
het is beter een half ei te hebben dan een leege dop. Tot op zekere
hoogte geef ik dit toeik ontken het nut van een dergelijke schietbaan
nietmaar wanneer het er om te doen is, zich voor te bereiden om een
eventueelen vijand die ons land mocht binnendringen met kans op goed
succes te bestrijden, dan is het werkelijk noodig dat men ook gelegenheid
hebbe te leeren op grooteren afstand te schieten, en zijn die oefeningen
op kleinen afstand niet voldoende.
Over den meest geschikten tijd om het land bruikbaar te maken zal
ik, na de gedachtenwisseüng van de heeren Van Hoeken en Kerstens
niet veel meer zeggen; alleen dit: dat ik het volkomen met den heer
Kerstens eens ben. Ik geloof met hem dat de winter allerminst daarvoor
geschikt is.
Op de vraag van den heer De Goeje kan ik nu geen antwoord geven
wel verklaar ik mij bereid eens te onderzoeken welke kosten dit na zich
zoude slepen, ik vrees dat deze tamelijk hoog zullen blijken te zijn.
Ik zal nu, indien althans niemand meer het woord verlangt, in stem
ming brengen: 1°. aan adressanten te kennen te geven dat er tegen den
aanleg van een schietbaan op het Raamland onder Zoeterwoude bezwa
ren bestaan, zoodat aan hun verzoek geen gunstig gevolg kan worden
gegeven
Wordt aangenomen met 21 tegen één stem, die van den heer Bredius.
De Voorzitter. Nu volgt de stemming over punt 2: overeenkomstig
onze voordracht een som van f 3000 beschikbaar te stellen voor de ver
betering van bedoeld land.
Wordt met 21 tegen één stem aangenomen, die van den heer Van
Hoeken.
IX. Verzoek van G. W. Van der Drift, om eene waterloozing te leggen.
(Zie Ing. St. n°. 25.)
Zonder discussie of hoofdelijke stemming toegestaan.
X. Verzoek van H. J. Visser, om eene waterstoep te leggen in de Sin-
gelgracht en een boom te plaatsen.
(Zie Ing. St. n°. 25.)
Zonder discussie of hoofdelijke stemming toegestaan.
De openbare zitting wordt daarop gesloten en veranderd in eene met
gesloten deuren.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF.