3 Punt 2: „die oppervlakte water in eigendom af te staan aan de Gemeente-Commissie van het Ned. Herv. Kerkgenootschap" wordt daarna zonder hoofdelijke stemming aangenomen. V. Verzoek van het Bestuur der Nieuwe Sociëteit, ter bekoming van grond. (Zie Ing. St. n®. 198). Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt afwijzend beschikt. VI. Voordracht omtrent de verbetering van het Raamland onder Zoe- terwoude en verzoek van de wed. Kooreman, om continuatie der huur. (Zie Ing. St. n°. 202 en 2). De Voorzitter. Ik verzoek' den Secretaris de adressen welke nader zijn ingekomen, te willen voorlezen. Deze luiden Aan den Raad der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennenW. L. Van Kaathoven, Kapitein waarnemend Commandant der dienstdoende Schutterij "dezer gemeente dat hij voor eenigen tijd met uwen Voorzitter de wenschelijkheid be sprak van het bekomen eener schietbaan in de onmiddellijke nabijheid van Leiden, vooral in verband met het door den Heer Minister van Oorlog uitgedrukt verlangen tot bewapening der Schutterijen met het geweer klein kaliber (stelsel de Beaumont) dat hij toen in overweging gaf, daartoe een gedeelte van het Raam land buiten de voormalige Hoogewoedspoort te bestemmen, doch ten ant woord ontving, dat over dat terrein niet kon worden beschikt, met het oog op bestaande plannen tot den aanleg eener nieuwe spoorweglijn van Rotterdam naar Amsterdam dat het thans door heeren Burgemeester en Wethouders aan den Raad ingediende rapport, om dat terrein in te richten voor weiland, hem de vrijheid doet nemen UEd.Achtb. beleefd te verzoeken, alvorens een besluit daaromtrent te nemen, een onderzoek te willen instellen of er onover komelijke bezwaren bestaan om een gedeelte daarvan voor schietterrein te doen inrichten dat hem reeds vroeger niet onduidelijk is te kennen gegeven, dat de hier ter stede bestaande Scherpschutters-vereenigingen niet ongenegen zouden zijn een deel der kosten van aanleg eener dergelijke schietbaan op zich te nemen, terwijl hij meent te mogen verwachten, dat ook van de zijde van den heer Kolonel, Garnizoens-Commandant in deze op de meest mogelijke hulp en medewerking kan worden gerekend. 't Welk doende, enz. Leiden, 44 Januari 1885. W. L. Van Kaathoven. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Edel Achtbare Heeren! Geven met verschuldigden eerbied te kennen JacobusEverardus Vlaanderen, Voorzitter, en Willem Cornelis van Roijen, Secretaris der Leidsche Scherp- schutters-vereeniging, vertegenwoordigende 's Lands Weerbaarheid in 't Algemeen en de Leidsche Scherpschutters-vereeniging in 't bijzonder: dat zij met groot genoegen gezien hebben dat Burg. en Weth. de con- sessie-aanvragen van de heeren E. E. St. Martin te Amsterdam en J. Mees Gz. te Antwerpen, voor eenen spoorweg van Amsterdam langs Leiden en Zoetermeer naar Rotterdam als vervallen beschouwendat zij vermeent dat de grenslijn der gemeente Leiden van de zijde der voormalige Hooge- woerdspoort niet verlegd zal worden, daar door Burg. en Weth. een voorstel aan den Raad wordt gedaan om van het Raamland goed weiland te maken, waarvoor de kosten op f 3000 worden begroot; dat zij steeds voorn. Raamland als het geschiktst voor een schietterrein blijven beschouwen; dat het schietterrein geheel buiten lands- of stadskosten zal aangelegd worden dat zij met vrijmoedigheid terug komen op hun verzoek van 25 Novem ber 1881, waarin uitdrukkelijk bepaald wordt dat het voor Leger en Schutterij disponibel gesteld zal worden, hetwelk toen met warmte ge steund werd door hare zustervereeniging Pro Patria, te meer daar in het rapport van Burg. en Weth. dd. 1 December 1881 o. a. gezegd wordt „Hoezeer wij ook genegen zijn om het loffelijk streven van beide veree nigingen zooveel mogelijk te steunen, zoo bestaan er echter zoowel naar het oordeel van de Commissie van Fabricage als van ons College gewich tige bezwaren tegen, om voor het gevraagd doel een gedeelte van het Raamland af te staan"; dat zij vertrouwt, daar nu de grootste bezwaren als het ware zijn opgeheven, het billijke van haar verzoek door den geheelen Raad zal wor den ingezien; dat de vereeniging zich voorstelt, indien het geheele Raamland aan haar zal worden afgestaan, het niet benoodigd zijnde terrein voor schiet baan daarnaast, zal gelijk gemaakt en ingericht worden voor: gymnas tiek, croket, criket, oefeningsveld enz., waar jongelingen de lichamelijke bewegingen in de vrije natuur zullen kunnen genieten, hetwelk zij, in vollen groei zijnde menschen, zoo noodig hebben. Redenen waarom zij met den grootsten aandrang verzoekt, haar een ge deelte of het geheele Raamland af te staan, en wel op de voorwaarden die de Raad zal willen stellen. Rekenende op de woorden van Burg. en Weth.: „Het loffelijk streven der Scherpschutters-vereeningen zooveel mogelijk te steunen," en de mede werking van al de Raadsleden, hebben wij de eer te zijn met de meeste bewijzen van hoogachting Edel Achtbare Heeren Uw dienstvaardige dienaren, J. E. Vlaanderen, Voorzitter. Leiden, 12 Januari 1885. W. C. Van Roijen, Secretaris. De Voorzitter. Ik zal nu in de eerste plaats vragen of de Raad ver langt naar aanleiding van deze adressen dat dit punt van de agenda wordt uitgesteld. Wel is waar, kan ik nu reeds vrij zeker zeggen dat Burg. en Weth. tegen de inwilliging van die verzoeken zullen adviseeren, maar het zou kunnen zijn dat de meerderheid van den Raad nog een onderzoek wenschelijk acht. Wordt de voordracht, zooals zij op de agenda staat, behandeld en goedgekeurd, dan houdt dit natuurlijk tegelijkertijd eene afwijzende beschikking in op de adressen. De reden waarom eenige spoed wordt gemaakt met dit punt is genoegzaam bekend; wij zijn nu juist in den meest geschikten tijd om, wanneer het weder het toelaat, een dergelijk werk aan te vangen en het zou tevens aan eenige arbeiders die thans zonder werk zijn, werk kunnen geven. Is een van de leden bereid om naar aanleiding van de ingekomen adressen een voorstel te doen de behandeling van dit punt uit te stellen Burg. en Weth. zijn daar niet tegen, maar laten de beslissing aan den Raad over. De heer Juta. Zijn deze adressen, M. de V., kort voor den aanvang van de vergadering ingekomen? En zou ik van U ook mogen vernemen of ik goed begrepen heb dat in het laatste adres wordt gezegd dat de schietbaan zal worden aangelegd noch op 's lands noch op gemeente kosten De Voorzitter. Het eene adres is eergisteren ingekomen, maar gedateerd op den twaalfdenhet was mij echter bekend dat ook het tweede, dat heden is ontvangen, zoude inkomen. De laatste vraag van den heer Juta kan ik bevestigend beantwoorden. De heer Juta. Is er sprake van een schietterrein of van een schiet baan, M. de V.? De Voorzitter. Van een schietterrein. De heer Zaaijer. Ik zou het wel wenschelijk achten, M. de V., de zaak uit te stellen. Moest ik nu een decisie nemen, dan zou ik geneigd zijn geweest voor het voorstel van Burg. en Weth. te stemmen, maar wan neer ik dit nu doe, wijs ik onmiddellijk de verzoeken in deze adressen, waarvan ik de portée niet kan beoordeelen, af. Overigens zou ik wel eens willen nagaan, wat vroeger in zake de schietbaan is geschied, hetgeen ik mij nu niet juist kan herinneren. Ik stel dus voor de behandeling van dit punt uit te stellen. De Voorzitter. Het Dagelijksch Bestuur neemt het voorstel van den heer Zaaijer over. Verlangt iemand daarover hoofdelijke stemming? Niemand hoofdelijke stemming verlangende, wordt tot uitstel van de behandeling besloten. De heer Van der Hoeven. Mag ik nog even vragen, M. de V., of de mogelijkheid bestaat dat de Commissie van Fabricage aan den Raad inzage verleent van het plan van bewerking, waarover in haar rapport sprake is, en of wij dus vooraf kennis kunnen krijgen van de wijze waarop men het bedoelde werk zou doen verrichten? De Voorzitter Wanneer de heer Van der Hoeven verlangt eene tee- kening van het voorgedragen werk te zien, zal ik er eene laten vervaar digen. De plannen zelve zijn niet schriftelijk opgemaakt doch alleen mon deling behandeld in overleg met den deskundige, die de welwillendheid had de vergadering der Commissie van Fabricage bij te wonen. Hij heeft toen opgegeven welke wijze van bewerking hij de meest geschikte achtte, en deze is door ons overgenomen. Er bestaat echter geen bezwaar om eene teekening te laten maken, waaruit duidelijk de aard en de omvang van het werk zullen blijken. De heer Van Hoeken. M. de V.! Nu U toch het woord verleent aan den heer Van der Hoeven, zou ik ook nog wel een vraag willen doen. Is het niet mogelijk de Commissie van Fabricage in overweging te geven dit werk aan te besteden Niet dat men daardoor meer voordeel zal ver krijgen dan dat men het werk in eigen beheer heeft, maar men sluit nu alle particuliere concurrentie uit. De Voorzitter. Mag ik den heer Van Hoeken opmerken dat hij thans over de zaak zelve begint te discussieeren; de wijze van uitvoering kan behandeld worden, wanneer de voordracht aan de orde gesteld wordt. VII. Voordracht betrekkelijk de belegging van gelden over het dienst jaar 1884. (Zie Ing. St. n°. 1). Zonder discussie of hoofdelijke stemming goedgekeurd. Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering gesloten. Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1885 | | pagina 3