93
Zitting van Donderdag 18 December 1881,
geopend 's namiddags te twee uren.
Voorzitter: de heer Burgemeester L. M. DE LAAT DE KANTER.
Te behandelen onderwerpen:
1°. Beëediging en installatie van de heeren P. J. Van Hoeken en Mr. L.
M. J. H. Eerstens, als leden van den Gemeenteraad.
2". Verzoek van Mej. S. M. Van Iperen, om continuatie als stads-vroed-
vrouw. (190)
3°. Benoeming van vier leden der Plaatselijke Schoolcommissie. (188)
4°. Idem van een tweeden onderwijzer aan de school 3a® klasse n®. 1. (194)
5°. Verzoek van A. V. Helfrich, om terugbetaling van collegegeld voor
de O.-I. Inrichting. (187)
6°. Idem van den Commandant van het 4a® Regiment infanterie, betrek
kelijk het gebruik van de Gymnastiekschool. (192)
7°. Staat van af- en overschrijving op de gemeentebegrooting, dienst
1884. (189 en 195)
8°. Verzoek van den Directeur van het Postkantoor, betrekkelijk het leggen
van eene waterloozing. (191)
9°. Reclames in zake de Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1884. (193)
Tegenwoordig 21 leden, als: de heeren Hartevelt, De Fremery, Bool,
Bredius, Damsté, Zaaijer, Land, Le Poole, Eerstens, Verster, Van Hoeken,
Van der Hoeven, Van Dissel, Knappert, Zaalberg, De Geus, Kaiser, Was,
Van Wensen, Juta en de Voorzitter.
De Voorzitter. In de eerste plaats stel ik aan de orde de installatie
van de nieuwbenoemde leden de heeren P. J. Van Hoeken en Mr. L. M.
J. H. Eerstens.
De heeren Van Hoeken en Eerstens leggen achtereenvolgens in handen
van den Voorzitter de bij de wet gevorderde eeden af.
De Voorzitter. Ik wensch U geluk, Mijne Heeren, met het bewijs
van vertrouwen, dat de kiezers in gesteld hebben. Gij hebt de belofte
afgelegd Uwe beste krachten te zullen wijden aan de belangen, die U
zijn toevertrouwd, ik wensch van ganscher harte dat zij zullen strekken
tot het welzijn van onze gemeente!
De heeren Zaalberg en Juta komen ter vergadering.
De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag
4 December worden gelezen en goedgekeurd.
De heeren Driessen en De Goeje hebben kennis gegeven verhinderd te
zijn de vergadering bij te wonen.
De Voorzitter deelt mede:
1°. Missive van de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland dd. 2/4 Decem
ber jl. B n°. 908 (4a® afd.) G. S. n®. 81, ten geleide van het Koninklijk
besluit vfcn 18 November 1884 n°. 38, houdende regeling van de jaar
wedde van den Commissaris van Politie.
2°. Did(bsitie van de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland dd. 2/6
December jl. B n°. 3540 (3a® afd.), ten geleide van het goedgekeurde
raadsbesluit van 20 November jl, tot voldoening van een bedrag van
f 870 uit de post Onvoorziene uitgaven, begrooting 1884 (onderhoud
schoollokalen enz.)
3°. Dispositie van de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland dd. 2/6
December jl. A n®. 3576 (3a® afd.) G. S. n®. 97, ten geleide van het
goedgekeurd raadsbesluit tot afstand van gemeentegrond aan de firma
Dros Gebrs. Tieleman en de Koninkl. Nederl. Grofsmederij.
4®. Dispositie van de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland dd. 2/6
December jl. B n®. 3582 (3a® afd.) G. S. n®. 96, ten geleide van het
goedgekeurd Ist6 suppletoir kohier, dienst 1884, wegens de plaatselijke
directe belasting.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1®. Adres van den Secretaris der Sociaal-Democratische afdeeling alhier,
over den bouw van arbeiderswoningen ter tegemoetkoming aan de alge
meen heerschende werkeloosheid.
Wordt besloten dit adres, hoezeer het thans op zegel is gesteld, buiten
beschikking te houden op grond dat het wederom in strijd met art. 9
der Grondwet namens eene niet erkende Vereeniging is ingediend.
2®. Verzoek van het Bestuur der Nieuwe Sociëteit aan de Langebrug,
ter bekoming in eigendom van den grond achter het Societeits-gebouw,
tegen den twintigsten penning.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
3®. Adres van Dr. Gentis e. a., in zake de baldadigheid van de straat-
en schooljeugd.
Dit adres luidt als volgt
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geven met verschuldigde achting te kennen de ondergeteekendeninge
zetenen te dezer stede:
dat hunne kinderen en pupillen, of die hunner vrienden en bekenden
herhaaldelijk, ja bijna dagelijks, op de openbare straat door andere kin
deren worden gemolesteerd;
dat deswege herhaaldelijk bij de politie klachten zijn ingebracht, met
verzoek dit te voorkomen
dat deze tot nog toe niet tot het gewenschte gevolg hebben geleid;
dat zij niet wenschen te treden in eene beoordeeling, of de politie
daartoe de noodige afdoende maatregelen heeft genomen of heeft kun
nen nemen;
ZlTTINOVEBSLAa 1834
dat zij alleen constateeren, dat hunne kinderen nog steeds dagelijks
blootstaan aan geweldenarijen van verschillenden aard door andere kinderen;
dat hunne, zoo zij meenen billijke eisch is, dat hunne kinderen op
de openbare straat binnen deze gemeente veilig zijn;
dat zij zich derhalve wenden tot den Raad der gemeente om te kennen
te geven
„dat het hun wensch is dat de Raad afdoende maatregelen neme,
waardoor de veiligheid der kinderen tegen de baldadigheid van anderen
op de openbare straat binnen deze gemeente voor het vervolg wordt
verzekerd."
Leiden, November 1884. Dr. Gentis.
Tengbergen, W. L. Van Kaathoven, p.p. Prof. Dr. Huët, J. J. La Lau,
Torré, H. G. Hagen, G. J. Du Rieu, H. Pottum, T. H. Ritman.
De Voorzitter. Volgens mijne meening behoort dit adres niet bij den
Raad, doch bij den Burgemeester, als hoofd der politie, thuis. Het adres
was voor mij, toen het inkwam niet nieuw, ik had het toch en zeker
vele leden met mij reeds gelezen in de Leidsche Courant van Don
derdag 20 November. Het is eerst 8 December ingekomen; de eerste
onderteekenaar en ontwerper van het adres meldde in het genoemde
dagblad dat het ten zijnent gedurende acht dagen ter teekening was
neergelegd; het schijnt echter dat de gelegenheid tot onderteekening
eenigszins verlengd is moeten worden, naar ik onderstel in den geest
van eene leening, die op den bepaalden dag uit gebrek aan deelneming
niet volteekend is en waarvan men den termijn tot inschrijving verlengt
in de hoop dat de leening geheel geplaatst zal worden. In casu schijnt
daaruit het gevolg te mogen worden getrokken dat het getal der ouders,
die het bezwaar van den ontwerper deelen, niet zeer groot is.
Ofschoon ik mij uit den aard der zaak niet met courantengeschrijf kan
inlaten, neem ik er toch in zooverre notitie van om te zien of er aan
leiding bestaat om aan klachten, opmerkingen enz. tegemoet te komen.
Ik wil hier echter, nu de gelegenheid zich daartoe als van zelve aanbiedt,
in het openbaar zeggen, dat ik nog steeds niet begrijp, waarom men zijn
toevlucht neemt tot het plaatsen van dergelijke klachten in een courant,
terwijl het toch, dunkt mij, veel eenvoudiger is, even bij mij of bij de
betrokken ambtenaren persoonlijk zijne klacht kenbaar te maken. Ik weet
waarlijk niet waarvoor men bij voorkeur den veel omslachtiger en min
der doel matigen weg kiest en kan het slechts toeschrijven aan de neiging
„de se voir imprimé". Hoe dit zij, zoodra ik het stuk in de courant had
gelezen heb ik, zooals ik zeide, niet gewacht totdat het adres ingekomen
was, maar dadelijk een onderzoek ingesteld of werkelijk kinderen door
kinderen werden gemolesteerd. Voordat ik verder ga, wil ik even releveeren
hoeveel kinderen van degenen, die het adres onderteekend hebben, in de
termen vallen van in zulk een geval te kunnen verkeeren. Zuigelingen
en volwassenen kunnen natuurlijk niet medegerekend worden; voorname-
lijk geldt het hier toch schoolgaande kinderen. Ik heb toen gevonden
dat hun getal 18 was. Toevalligerwijze ontmoette ik eenige oogenblikken
nadat het adres was ingekomen een der onderteekenaren, mij zeer speciaal
bekend, en vroeg hem of zijne kinderen zoo zeer mishandeld werden op
straat. Hij was over die vraag zeer verwonderd en begreep niet hoe ik
daaraan kwamen toen ik hem herinnerde dat er juist een mede door
hem onderteekend adres aan den Raad was ingekomen, waarin daarover
werd geklaagd, antwoordde hij mij dat hij dit alleen gedaan had, omdat
de kinderen van den eerste ondergeteekende gemolesteerd waren geworden
hij voor zich zeiven had geene reden tot klagen. De kinderen van dien
mede-onderteekenaar vallen dus geheel af! Ik heb toen aan den Com
missaris van Politie inlichtingen gevraagd, daar in het concept toch te
lezen stond, dat reeds herhaaldelijk bij de politie klachten waren
ingebracht, ofschoon bij mij ik reken mij zelf ook tot de politie
nooit. Ik dacht echter dat den Commissaris daaromtrent iets ter oore zou
zijn gekomen. Het bleek mij toen dat de eerst ondergeteekende éénmaal
met hem over de zaak had gesproken; van klachten aan het ondergeschikt
personeel is mij niets bekend; ik heb daar trouwens niet naar geinformeerd
dergelijke klachten behooren öf bij mij, öf op het bureau van den Commis
saris van Politie te worden ingediendéén concreet geval wist de Commissaris
van Politie mij mede te deelen. Het betrof het pleegdochtertje van men-
schen die zeiven geen kinderen hebben; zooals meer meisjes van hare
jaren, had dat kind het haar in een vlecht opgemaakt. Op haar weg naar
huis passeerde zij eenige kinderen die op de stoep van hun woonhuis
wachtten om binnen gelaten te worden: een van hen, een jongen, is
toen naar haar toe gekomen en heeft dat meisje eenige malen aan haar
vlecht getrokken. Dit was het eenige speciale geval dat aan den Commis
saris van Politie bekend was. Het meisje was de pleegdochter van den
Commissaris van Politie en de jongen die haar „molesteerde" was een
zoon van Dr. Gentis.
Ik heb de eer den Raad in overweging te gevente besluiten het adres
te renvoyeeren naar den Burgemeester om daarop te beschikken.
Dienovereenkomstig wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.
De heer Knappert verlaat voor eenige oogenblikken de vergadering.
Aan de orde is: t
II. Verzoek van mej. S. M. Van Iperen, om continuatie als stads-
vroedvrouw.
(Zie Ing. St. n®. 190).
De Voorzitter. Mag ik de heeren Le Poole, Van Hoeken en Zaalberg
verzoeken met mij het stembureau uit te maken
Mej. Van Iperen wordt daarna met 19 stemmen in haar betrekking
gecontinueerd. Een briefje was blanco.
III. Benoeming van vier leden der Plaatselijke Schoolcommissie.
(Zie Ing. St n®. 188).
Achtereenvolgens worden benoemd de heeren:
1®. Dr. Bierens de Haan, met 20 stemmen
2®. Dr. J. M. Van Bemmelen, met 20 stemmen