77
Zitting van Donderdag 20 November 1884,
geopend, 's namiddags te twee uren.
Voorzitter: de heer Burgemeester L. M. DE LAAT DE KANTER.
Te behandelen onderwerpen:
1°. Onderzoek van de geloofsbrieven van het benoemd lid van den Raad,
Dr. P. J. Kaiser.
2°. Benoeming van een derden onderwijzer aan de Leerschool. (168)
3°. Verzoek van Mej. J. F. Peyster geb. Berk, om continuatie als adsis-
tente-stadsvroedvrouw. (174)
4°. Benoeming van een leeraar in de Engelsche taal- en letterkunde aan
de Hoogere Burgerschool voor Jongens. (170)
5°. Voordracht betrekkelijk het onderwijs in het schoonschrijven aan de
voormelde Inrichting. (170)
6°. Idem tot het verleenen van eene toelage aan de Waagwerkers. (161
en 182)
7°. Adres van A. G. Mulié, over de verschuldigde retributie voor gas-
aanleg in den Burg. (127 en 165)
8°. Inlichtingen van Commissarissen der Gasfabriek naar aanleiding van
de opmerkingen gemaakt bij gelegenheid van de behandeling der re
kening dier fabriek. (121)
9°. Verzoek van E. J. Van Sonsbeek, om ontslag als eerste onderwijzer
aan de Jongensschool Ist® klasse. (163)
10°. Idem van J. C. Klikee, om terugbetaling van pacht voor het gebruik
van een buffet op de Ruïne. (164 en 180)
11°. Idem van E. J. P. Privé, om terugbetaling van schoolgeld. (166)
12°. Idem van A. Klönne, om uitbetaling van ingehouden boete wegens
vertraagde oplevering van werken voor de Gasfabriek. (167 en 181)
13°. Idem van Mr. H. Ter Haar Bz., om vergunning tot het geven van
lessen aan de Handelsschool te Amsterdam. (172)
14°. Idem van J. M. Scheffer c. s., leden van de Gymnastiekvereeniging
„Hercules," om gebruik te mogen maken van het Gymnastieklokaal
der school op de Mare. (171)
15°. Idem van G. Van der Krogt, om een brug te mogen leggen over de
sloot langs het Delftsche Jaagpad en aldaar eenige boomen te doen
rooien. (175)
16°. Idem van het Bestuur der Kon. Nederl. Grofsmederij en de firma
Dros Gebr. Tieleman, betrekkelijk den afstand van grond. (176)
17°. Staat' van af- en overschrijving op de gemeente-begrooting dienst
1884. Onderhoud van scholen en meubelen. (169 en 180)
18°. Idem als voren tot verhooging van den post, Maatregelen in het be
lang van den openbaren gezondheidstoestand. (179)
19°. Eerste Suppletoir Kohier der Plaatselijke directe belasting, dienst
1884. (177)
20°. Verzoek van P. J. Van Hoeken, om ontheffing van de firma Gebr.
Van Hoeken van de verplichting tot de levering van houtwaren. (178)
21°. Ontwerp-verordening op het verleenen van pensioen aan gemeente
ambtenaren en bedienden. (235 van 1883 en 57, 79 en 86 van 1884)
Tegenwoordig 20 leden, als: de heeren De Geus, Knappert, Zaalberg,
Van der Hoeven, Land, Damsté, Bredius, Groll, Bool, Hartevelt, De Fremery,
Driessen, Was, De Goeje, Juta, Le Poole, Verster, Van Dissel, Cock en
de Voorzitter.
De heeren Van Wensen, Buys en Zaaijer hebben kennis gegeven ver
hinderd te zijn de Vergadering bij te wonen.
De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag
30 October worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede:
1°. Missive van de Ged. Staten der provincie Zuid-Holland, dd. 3/6
November jl. B. n°. 811 (4aeafd.), G. S. n°. 101, houdende mededeeling
dat door hen wordt berust in het raadsbesluit waarbij voor 1885 subsidie
wordt verleend aan Instellingen van Weldadigheid.
2°. Dispositie van de Ged. Staten, dd. 3/8 November jl. B. n°. 3182
(3a® afd.) G. S. n°. 133/1, ten geleide van het goedgekeurd raadsbesluit
van 23 October jl. tot voldoening van een bedrag ad f 212.09 uit den
post: „Onvoorziene Uitgaven", begrooting dienst 1884. (Restitutie kosten
demping van de sloot langs den Stationsweg).
3°. Dispositie van de Ged. Staten, dd. 3/10 November jl. B. n°. 3247
(3a® afd.) G S. n°. 135, ten geleide van het goedgekeurd raadsbesluit tot
continuatie voor den tijd van 3 jaren van de onderhandsche aanbesteding
van de levering van schoolboeken enz. ten dienste van openbare lagere
scholen door J. H. Zitman.
4°. Missive van de Ged. Staten der provincie Zuid-Holland, dd. 11 No
vember jl. B. n°. 605 (2a® afd.) G. S. n°. 128, ten geleide van de vastge
stelde begrooting van de dienstd. Schutterij voor 1885.
5°. Dispositie van de Ged. Staten dd. 11/17 November jl. B. n°. 3321
(3a® afd.) G. S. n°. 123, ten geleide van het goedgekeurd raadbesluit tot
het aangaan van een contract met het Rijk betreffende de Ruïne.
6°. Missive van de Plaatselijke Schoolcommissie dd. 6 November jl.
houdende mededeeling dat de heer J. A. Yan Hamel is benoemd tot Secre
taris der Commissie in de plaats van den heer Mr. J. S. D. Van Doorn.
Worden aangenomen voor kennisgeving.
7°. Missive van de Ged. Staten der provincie Zuid-Holland dd. 3/10
November jl. n°. 138 over eene regeling van de jaarwedden van den Bur
gemeester, de Wethouders, den Secretaris en den Ontvanger.
Wordt besloten deze missive te behandelen bij de betrekkelijke voor
dracht van eenige raadsleden.
ZlTTINGVERSLAG 1884.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Rapport van Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek op de verzoe
ken tot verlaging van den gasprijs.
Zal worden opgenomen onder de gedrukte stukken.
2°. Verzoek van de Gemeente-Commissie van bet Nedl. Herv. Kerkge
nootschap dd. 11 November, om vergunning tot het doen aanplempen
van een gedeelte Singelwater bij de nieuwe begraafplaats aan het einde
van de Groenesteeg, ter vergrootirig dier begraafplaats.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
De Voorzitter deelt nog mede:
1°. dat thans een bedrag van f 85000 in prolongatie is belegd.
2°. dat op 1 November jl. te 's Gravenhage is verleden de akte van
overdracht van het in Zuid-Holland gelegen deel van het voormalig Utrechtsch
Jaagpad aan de provincie Zuid-Holland, in eigendom, beheer en onderhoud.
3°. dat in het hoofdbureau ter verkiezing van een lid van den Raad
op 25 November a. s. zitting hebben als leden de H.H. Buys en Bool en
in het onderbureau de H.H. Bredius, Voorzitter, Wilhelmy Damsté en Van
Dissel, leden.
Aan de orde is:
I. Onderzoek van de geloofsbrieven van het benoemd lid van den Raad,
Dr. P. J. Kaiser.
De Voorzitter. Mag ik de heeren Le Poole, Van der Hoeven en Was
verzoeken zich tot dat doel in commissie te vereenigen.
In verband daarmede schors ik de vergadering.
A.
De vergadering wordt heropend.
De heer Le Poole. M. de V.! De commissie heeft de stukken, door
den heer dr. P. J. Kaiser overgelegd, onderzocht, en heeft de eer daar
omtrent het volgende te rapport.eeren
Door het nieuw benoemde lid zijn overgelegd
1°. Het proces-verbaal der verkiezing, welke heeft plaats gehad den
4a® November 1884, waaruit blijkt dat zijn ingeleverd 1478 stembiljetten
en hoewel dit aantal 3 meer bedraagt dan dat der ingeschreven kiezers,
736 stemmen zijn uitgebracht op den heer dr. P. J. Kaiser, die dus de
volstrekte meerderheid heeft verkregen.
2°. Een akte van geboorte, waaruit blijkt dat de heer Kaiser geboren
is den 3a° Maart 1838, en alzoo den bij de wet vereischten leeftijd be
reikt heeft.
3°. Eene verklaring, onderteekend door den Burgemeester, dat de heer
dr. P. J. Kaiser het jaar vóór zijn verkiezing in de gemeente heeft gewoond.
4°. Eene verklaring van hem zeiven dat hij geene andere openbare be
trekking bekleedt dan die van verificateur van 's Rijks zee-instrumenten.
De Commissie heeft dientengevolge de eer tot toelating van den heer
dr. P. J. Kaiser te adviseeren.
De Voorzitter. Ik stel voor overeenkomstig de conclusie van de
Commissie te besluiten en den heer dr. P. J. Kaiser als lid van den
Gemeenteraad toe te laten.
Aldus wordt besloten.
De Voorzitter. Ik dank de Commissie voor de genomen moeite.
II. Benoeming van een derden onderwijzer aan de Leerschool.
(Zie Ing. St. n°. 168).
De Voorzitter. Mag ik de heeren De Goeje, Verster en Cock ver
zoeken met mij het stembureau uit te maken.
De heer Van der Hoeven. Bij de stukken, die ter inzage voor de
leden hebben gelegen, bevond zich niet het bewijs althans niet toen
ik er kennis mede maakte dat de heer Den Ouden met gunstig gevolg
het onderwijzers-examen heeft afgelegd.
Daaromtrent, M. de V., zal toch wel geen twijfel kunnen bestaan?
De Voorzitter. Voorzeker niet. Hij was immers reeds als onderwijzer
werkzaam.
De heer Van der Hoeven. Als ik mij niet vergis, M. de V., was hij
kweekeling, doch geeft in een briefje te kennen, dat hij eenige dagen
geleden het vereischte examen afgelegd heeft.
De Voorzitter. In ieder geval is hier geen twijfel mogelijk, daar hij
hier werkzaam was en de Schoolopziener zelf in zijn bericht verklaart
tegen de benoeming geen bezwaar te hebben.
De heer Van der Hoeven. Die omstandigheid, M. de V., mag voor
ons niet als bewijs gelden, te minder, daar, zoo ik mij niet bedrieg, de
candidaat op de lijst der sollicitanten nog als kweekeling vermeld staat.
Bovendien, zelfs de Schoolopziener is iemand, die zich ook kan vergissen.
De heer De Goeje. Ik geloof niet dat er eenige quaestie kan bestaan,
dat de sollicitant geen examen met goed gevolg zou hebben afgelegd,
want zonder dat zou de Directeur der Kweekschool hem niet aanbevolen,
noch de Schoolopziener hem ter benoeming voorgedragen hebben.
Reden om de benoeming uit te stellen bestaat dus m. i. niet, daar
zelfs in het bijna ondenkbare geval dat de sollicitant niet 't bezit der
akte zou zijn, er geen schadelijk gevolg van te vreezen is, omdat de be
noeming in dat geval als niet geschied zou moeten beschouwd worden.
De heer Van der Hoeven. Hoe waar dit alles ook moge zijn, mag
de Raad, mijns inziens daarom nog niet tot de benoeming van den solli
citant overgaan.
Wanneer zooeven de bij den geloofsbrief van het nieuwbenoemde
Raadslid overgelegde stukken niet volkomen in orde waren bevonden, zou
de Raad, al was hij ook van de wettigheid der benoeming volkomen
overtuigd, niet tot toelating zijn overgegaan.