GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 73 INGEKOMEN STUKKEN. N°. 168. Leiden, 5 November 1884. Ter vervulling der betrekking van 3d«° onderwijzer aan de Leerschool van de Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen alhier hebben wij de eer U hierbij aan te bieden eene voordracht, opgemaakt in over leg met den heer Arrondissements-Schoolopziener, na ingewonnen advies van den Directeur der Kweekschool, als: 1°. J. Den Ouden, werkzaam aan de school der 3d« klasse n°. 3 alhier, 2°. J. De Wit, onderwijzer te Stellendam, en 3°. A. J. Van der Laan, onderwijzer te Heenvliet. Onder mededeeling dat aan de genoemde betrekking eene jaarwedde van f 550 is verbonden en dat de betrekkelijke stukken ter inzage van de leden in de Leeskamer zijn nedergelegd, nemen wij de vrijheid Uwe Vergadering te verzoeken tot eene benoeming te willen overgaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 169. Leiden, 6 November 1884. Tot ultimo December 1883 was het dagelij ksch onderhoud der open bare lagere schoolgebouwen en meubelen in één perceel aangenomen voor f 2170 's jaars. Van daar dat bij het opmaken der begrooting voor dit jaar in Augustus 1883 dat bedrag onder volgn. 131, kosten van het instandhouden van schoollokalen is uitgetrokken. Aangezien voor de berekening den 30 °/0 Rijksvergoeding de kosten, van schoolonderhoud en meubelen afzonderlijk moeten worden opgegeven, hebben wij bij de laatstgehouden nieuwe aanbesteding het werk in 2 per- ceelen gesplitst en is het onderhoud der schoolgebouwen aangenomen voor f 1300 en dat der meubelen voor 1100 's jaars. Vermits nu onder genoemd bedrag van 2170, gelden zijn begrepen benoodigd voor het dagelijksch onderhoud der schoolmeubelen, geven wij Uwe Vergadering in overweging om volgn. 131 der begrooting met f 870 te verminderen en dat bedrag beschikbaar te stellen op volgn. 133. Een staat van af- en overschrijving bieden wij U hierbij ter vaststel ling aan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 176. Leiden, 10 November 1884. Blijkens de hierbij overgelegde stukken worden door de Commissie van Toezicht en den Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs voor de benoeming van een leeraar in de Engelsche taal- en letterkunde aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens alhier, aanbevolen de heeren J. De Jong te Woubrugge en J. G. Van Santen te Zierikzee. Onder mededeeling dat wij ons met die aanbeveling vereenigen, geven wij Uwe Vergadering in overweging tot de benoeming over te gaan en tevens het onderwijs in het schoonschrijven op te dragen aan den leeraar in de aardrijkskunde C. J. Leendertz. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 29 October 1884. Aan Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden. Gevolg gevende aan uwe uitnoodiging vervat in uw schrijven van 16 October jl., n°. 869 en onder terugzending der daarbij gevoegde stukken, hebben wij de eer U te adviseeren ter benoeming tot leeraar in de Engel sche taal- en letterkunde aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens alhier, voor te dragen in de eerste plaats Jan De Jong, in de tweede plaats Johannes Gerardus Van Santen. Verder geven wij in overweging het onderwijs in schoonschrijven, waarin eveneens moet worden voorzien, op te dragen aan den leeraar in de aardrijks kunde C. J. Leendertz, die zich daartoe bereid heeft verklaard. De Plaatselijke Commissie van Toezicht op de scholen voor Middelbaar Onderwijs, H. Kern, Voorzitter. N. L. J. Van Buttingha Wichers, Secretaris, 's Gravenhage, 7 November 1884. In antwoord op Uwe missive van 3 November 1884, n°. 921, heb ik de eer U te berichten dat ik mij vereenig met het voorstel der Com missie van Toezicht om op de aanbevelingslijst ter benoeming van een leeraar in de Engelsche taal- en letterkunde aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens als n°. 1 den heer J. De Jong en als n°. 2 den heer J. G. Van Santen te plaatsen. Tegen de opdracht van het onderwijs in schoonschrijven aan den leeraar C. J. Leendertz bestaan bij mij geene bedenkingen. De Inspecteur van het Aan HH. Burg. en Weth. Middelb. Onderwijs, van Leiden. A. T. Van Aken. N°. 171. Leiden, 10 November 1884. Na ingesteld onderzoek is het ons gebleken dat er geen bezwaar be staat dat het Gymnastieklokaal van de school der 3de klasse n°. 3 op de Mare, gedurende twee avonden in de week gebruikt wordt voor de oefenin gen der Gymnastiek-Vereeniging „Hercules". Onder overlegging van de betrekkelijke stukken geven wij Uwe Ver gadering uit dien hoofde in overweging de bij nevensgaand verzoek ge vraagde vergunning tot wederopzeggens te verleenen, onder bepaling dat de kosten van vuur en licht en de eventueele schade aan gebouw en meubilair toegebracht door de Vereeniging worden vergoed en verder onder de voorwaarden door ons College vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Edelachtb. Heeren! De ondergeteekenden J. M. Scheffer, Jacs. Dols, J. Visser, Ph. De Vries en W. Van Roijen, allen wonende te Leiden. De eerste in qualiteit van Voorzitter, de tweede van Secretaris, de derde van Penningmeester, de vierde van Directeur en de vijfde van Commissaris der alhier opgerichte Vereeniging tot oefening in de gym nastiek onder den naam „Hercules" geven met verschuldigden eerbied te kennen dat zij zouden wenschen tot hunne oefeningen, gedurende twee avonden per week, gebruik te mogen maken van het Gymnastieklokaal aan de Lammermarkt behoorende tot de openbare school van den hoofdonder wijzer Wuyster. Redenen waarom zij de vrijheid nemen zich tot UEdelachtbaren te wenden met het eerbiedig verzoek hun het gebruik van bovengenoemd lokaal te willen toestaan op zoodanige voorwaarden en tegen zoodanige vergoeding als UEdelachtbaren zal vermeenen aan de vergunning te moe ten verbinden. Leiden, 4/11 '84. 't Welk doende, J. M. Scheffer. Jacs. Dols, N. Rijn 27. J. Visser. Aan de Edelachtb. Heeren Burg. en Ph. De Vries. Weth. der gemeente Leiden. W. H. C. J. Van Roijen. Leiden, 5 November 1884. Ik heb de eer U mede te deelen dat bij mij geen bezwaren bestaan tegen het verleenen van de gevraagde vergunning, indien door de adres santen behoorlijk zorg gedragen wordt voor de werktuigen, voor het vuur en licht en voor het sluiten van hét gebouw. Tevens komt het mij wenschelijk voor, dat zij mij in kennis stellen van de uren waarin zij het gebouw wenschen te gebruiken. Het Hoofd der Openbare School Den Heer Burgemeester der 3da klasse n°. 3, var. Leiden. J. Wuyster. N°. 172. Leiden, 10 November 1884. Evenmin als bij de Commissie van Toezicht bestaat er bij ons college bezwaar tegen de inwilliging van het verzoek van Mr. H. Ter Haar Bz. leeraar aan de Hoogere Burgerscholen alhier, om eenige lesuren iii de Staatswetenschappen en het Handelsrecht te geven aan de Handelsschool te Amsterdam, zoodat wij Uwe Vergadering in overweging geven de in deze vereischte toestemming te verleenen. Die toestemming is noodig op grond van artikel 6 der Verordening, regelende het getal en de jaarwedden der leeraren, verbonden aan de Gemeente-Instellingen van Middelbaar Onderwijs (Gem. blad n°. 7 van 1879) luidende: „Het is aan de leeraren, onder a tot en met i vermeld, niet geoorloofd, buiten toestemming van den Gemeenteraad eenige bezoldigde betrekking, buiten de in art. 3 genoemde, waar te nemen." Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. De ondergeteekende, Mr. H. Ter Haar Bz., leeraar in de Staatswetenschap pen aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens en die voor Meisjes, alhier, heeft de eer, met verschuldigde gevoelens, den Raad te verzoeken hem ver gunning te willen verleenen tot het geven van eenige lesuren aan de Handelsschool te Amsterdam, in de Staatswetenschappen en het Handels recht, hoogstens tot aan het einde van den ingetreden cursus. Leiden, 30 October 1884. H. Ter Haar Bz. Leiden, 4 November 1884. Aan Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden. In antwoord op uwe missive van 31 October jl., n°. 912 en onder terugzending van het daarbij gevoegde request, hebben wij de eer U te berichten dat er noch bij onze Commissie, noch bij den Directeur en de Directrice, bezwaar bestaat om aan Mr. H. Ter Haar Bz. vergunning te verleenen tot het geven van eenige lesuren in de Staatswetenschappen en het Handelsrecht aan de Handelsschool te Amsterdam tot het einde van den ingetreden cursus, mits die lessen aldaar op zoodanigen tijd gesteld worden dat het onderwijs in de Staatswetenschappen aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens en aan die voor Meisjes alhier, daardoor niet wordt geschaad. De Plaatselijke Commissie van Toezicht op de scholen voor Middelbaar Onderwijs, H. Kern, Voorzitter. N. L. J. Van Buttingha Wichers, Secretaris. N°. 17». Leiden, 30 October 1884. Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek hebben, naar aanleiding van het door Uwe Vergadering ten fine van praeadvies in hunne handen gestelde adres van het Bestuur van het Departement Leiden der Neder- landsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid, en de daarbij door 400 ingezetenen geteekende adressen van adhaesie, de vraag, of het aanbeveling verdient met primo 1885 den prijs van het gas tot 6 ets per M3. te verlagen, nauwgezet overwogen, en zich daarbij alle gegevens doen verschaffen, welke uit de exploitatie dezer gasfabriek, en van die van andere gemeenten, tot hunne beschikking waren. Tot hun leedwezen heeft deze overweging niet geleid tot eenstemmig gevoelen, en bleek de meerderheid, ofschoon op eenigszins verschillende motieven, voor advies tot gunstige beschikking op dit adres, ongeneigd. Bij onze meerderheid wogen de volgende beschouwingen Het overzicht dat jaarlijks wordt gegeven van de exploitatie van bijna

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1884 | | pagina 1