49
V
concessie vooraf te vragen. Hij vraagt daarvoor verschooning en vergun
ning om de geplaatste stoep nu te laten liggen.
Wordt zonder hoofdelijke stemming toegestaan.
IX. Verzoek als voren van J. Van Leeuwen Azn., aan de Hoogewoerd.
(Zie Ing. St. n°. 116),
Zonder discussie of hoofdelijke stemming toegestaan.
X. Rekening van Vrouwen Kraammoeders over 1883.
(Zie Ing. St. n°. 110).
Zonder discussie of hoofdelijke stemming goedgekeurd.
XI. Rekening van de Kamer van Koophandel en Fabrieken.
(Zie ing. St. n°. 106).
De Voorzitter. Deze en eveneens de rekening van het Stedelijk Werk
huis zullen tot eene volgende bijeenkomst moeten blijven liggen, daar de
vergadering door het verlaten van enkele leden, onvoltallig zou worden.
XIII. Rekening van het Evangelisch-Luthersch Wees- en Oudeliedenhuis.
(Zie Ing. St. n°. 114).
Zonder discussie of hoofdelijke stemming goedgekeurd.
De Voorzitter. Verlangt nog een der leden het woord?
De heer Zaalberg. Ja, M. de V.In eene vroegere vergadering is sprake
geweest van het uitbaggeren van het Rapenburg. Enkele leden, waaronder
ik ook behoorde, betoogden de wenschelijkheid dat dit zou geschieden in
het voor- of najaar en 's winters, wanneer het open water was, maar het
geschiedt thans op zeer warme dagen. Ik wenschte van U nu te vernemen
of den aannemer met het uitbaggeren belast, vrijheid is gelaten in den tijd.
waarop hij het Rapenburg van het vuil moet ontlasten en eveneens of hij
toestemming heeft dit te vergaderen in open schuiten, waardoor schadelijke
uitwasemingen ontstaan.
De Voorzitter. Men is op dit oogenbJik niet zoozeer bezig met hel
uitbaggeren van het Rapenburg, dan wel met het uitdiepen van de
gracht. Daarin nu bestaat verschil. De pachter, belast met het uitbagge
ren heeft gedurende de zomermaanden alleen toestemming dit 's nachts
te doen. Ik meen echter dat het uitdiepen niet zoo schadelijk voor de
gezondheid is als het uitbaggeren. Wellicht zal de heer Van Dissel als
deskundige de goedheid willen hebben dit duidelijk te maken.
De heer Van Dissel. M. de V. Ik dank U zeer voor uw ongevraagd
bewijs van vertrouwen en ik kan, voor zoover het mij bekend is, geheel
bevestigen wat door U reeds is gezegd. Indien ik mij ten minste het
bestek van de uitdieping van het Rapenburg voor de bruggen wel herin
ner, komt daarin geen bepaling voor, waardoor de werktijd in de zomer
dagen wordt beperkt. Dat zou trouwens moeilijk en zeer bezwarend voor
het werk geweest zijn.
Overigens ben ik het met U eens, dat het uitdiepen niet gelijk gé-
steld kan worden met de gewone uitbaggering van vuil en ook niet die
schadelijke gevolgen voor de gezondheid kan hebben, die de heer Zaalberg
daarvan vreest. Wanneer men let op hetgeen daardoor uit de gracht te
voorschijn gebracht wordt, dan ziet men dat dit uit steenen. zand en
puin bestaat. Het vuil dat bij het gewone baggeren wordt opgehaald is
van een geheel andere substantie, als deze harde grond, die sedert jaren,
of misschien wel eeuwen daar gelegen en altijd de opening der brug
gen verstopt heeft.
Wanneer ik bij het werk heb staan kijken, wat nog al eens een enkelen
keei gebeurd is, moet ik eerlijk bekennen de uitkomende specie enkel
gezien maar nooit geroken te hebben.
De heer Zaalberg. In antwoord op hetgeen door den heer Van Dissel
en U is aangevoerd, M. de V., diene, dat ik het in zooverre eens ben,
dat uitdiepen wel met zóó schadelijk voor de gezondheid is als uitbagge
ren, maar de schadelijkheid niettemin bij mij vaststaat. Ik geloof niet
dat het mogelijk is een bepaalden grens aan te geven voor het vuil, dat
zich van den kant af tot in het midden van de gracht verspreidt. Wan
neer dus het vuil en de in ontbinding verkeerende voorwerpen aldaar
losgemaakt worden zullen zich gassen ontwikkelen, die natuurlijk slechts
schadeJijk voor de gezondheid kunnen zijn. Of zij dan al of niet te ruiken
zijn, doet niets ter zake.
Ik ,zou, ^arom zeer gaarne wenschen, dat de aannemer, ook al
heeft hij den geheelen zomer vrijheid om te werken, dat liefst niet deed
midden op den dag als de temperatuur tot 85 en zelfs tot 88 graden
gestegen is, maar enkel met koel weer of 's nachts en 's morgens vroeg
wanneer de temperatuur niet zoo hoog is, en dat hij de bagger verza
melde in schuiten die gesloten kunnen worden.
De Voorzitter. Gaarne zal ik omtrent het bezwaar van den heer
Zaalberg een onderzoek instellen en nazien of de voorwaarden bij de
aanneming voorgeschreven zoo gesteld zijn dat wijziging mogelijk is.
De vergadering wordt hierop gesloten.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF.