29 De heer Boys. Een enkel woord slechts M. de V., om te zeggen dat ik het geheel eens ben met den heer Van der Hoeven, dat over de twee voorstellen van Burg. en Weth. afzonderlijk behoort te worden gestemd. Ik geef toe dat het plan om den dienst van de Haarlemmerstraat mis schien voor drie of vier weken weder in te voeren nauwlijks uitvoerbaar is; maar mocht de meerderheid daartoe willen besluiten dan zal de maat schappij, door zoo laat met haar voorstellen te komen, zich zelve dit be sluit te wijten te hebben. Ter harer verontschuldiging wordt door U, M. de V. gewezen op de uitgebreidheid van de administratie, waardoor het opmaken der eindreke- ning niet vroeg in het jaar kan plaats hebben. Dit is volkomen waar, doch wat wij allen wisten zonder rekening, wist zij nog veel beter, dat namelijk de zaak zeer slecht ging en dat dus voorziening noodig was. Niets belette reeds een paar maanden vroeger die voorzieningen in over weging te nemen. Het heeft thans al het voorkomen als of men den Raad heeft willen stellen voor een fait accompli. Op zich zelf heb ik echter volstrekt geen bezwaar tegen het instellen van eene enqüete, want ik ben het volkomen eens, dat wanneer de dienst Haarlemmerstraat niet te hand den is zonder den financieelen ondergang der maatschappij uit te lokken, wijziging van de concessie onvermijdelijk wordt. De Raad mag het echter met recht de maatschappij ten kwade dui den, dat zij hem niet in de gelegenheid heeft gesteld de zaak behoorlijk a tête reposée te onderzoeken. De Voorzitter. Naar aanleiding van hetgeen door den heer Buys in de laatste plaats gezegd is, wil ik nog eene poging wagen om de over tuiging ingang te doen vinden, dat de schuld der maatschappij inderdaad niet zóó groot is, als zij wel schijnt. De heer Buys heeft, alhoewel erkennende, dat de eindrekening niet zoo spoedig opgemaakt kan worden, daarbij de opmerking gevoegd dat het voor de maatschappij evenwel geen bezwaar had kunnen opleveren om b. v. reeds in de maand Maart met haar verzoek bij den Raad te komen. Nu moet ik echter den heer Buys opmerkzaam maken, dat wij hier te doen hebben met eene vennootschap en dat besluiten van eene vennootschap, genomen worden in algemeene vergaderingen van aandeel houders. Was het nu te vergen, dat de hoofddirectie, die te Londen ge vestigd is, alleen voor de lijn Leiden, eene afzonderlijke vergadering van aandeelhouders bijeen riep om ons in staat te stellen reeds vroeger een besluit te nemen? Ik geloof dus werkelijk dat de schuld van de Directie van het late indienen van het verzoek niet zoo groot is als het bij eene oppervlakkige beschouwing wel voorkomt. Dat de stemming in twee gedeelten zal geschieden blijkt overigens ge noegzaam uit het voorstel van Burg. en Weth. zelf. De heer Knappert. Wanneer tot het instellen van een onderzoek wordt besloten, M. de V., dan wordt de dienst op de Haarlemmerstraat gestaakt tot tijd en wijle het onderzoek is afgeloopen, dus niet tot i Juni? De Voorzitter. Wij stellen voor machtiging te verleenen aan de Directie tot voorloopige staking van de Havenlijn, totdat de Commissie met haar rapport gereed zal zijn. Het ging moeilijk in ons voorstel een datum te noemen. De heer Knappert. De dienst wordt dus voor onbepaalden tijd gestaakt? De Voorzitter. Dat spreekt van zelf! Wij meenden de te benoemen Commissie niet aan een termijn te kunnen binden. De Commissie dient vrij te zijn het onderzoek zoodanig te regelen als zij zelve zal verlangen. Ik breng nu in stemming het voorstel tot het benoemen van eene Com missie van drie leden met de opdracht een onderzoek in te stellen en daarvan aan den Raad verslag te doen, met toevoeging van zoodanige voorstellen als door die Commissie in het belang der gemeente noodig worden geacht. Wordt aangenomen met 16 tegen 5 stemmen, die van de heeren Donner, De Clercq, Le Poole, Verster en Scheltema. De Voorzitter. Nu volgt de stemming over het voorstelmachtiging te verleenen tot voorloopige staking van de exploitatie der Havenlijn totdat door de Commissie rapport zal zijn uitgebracht en daaromtrent eene beslissing zal zijn genomen. Wordt aangenomen met 14 tegen 7 stemmen, die van de heeren: Van der Hoeven, Donner, De Clercq, Land, Le Poole, Verster en Scheltema. De Voorzitter. Nu is aan de orde de benoeming der Commissie. Ik voeg hierbij de opmerking, ofschoon de stemming geheel vrij is en het geenszins mijne bedoeling is daarop te influenceeren, dat de heer Groll, hoewel hij nog niet is geinstalleerd als lid van den Raad, toch voor de benoeming als lid der Commissie in aanmerking kan komen, aangezien hij meer dan acht dagen geleden als lid van den Raad is toegelaten, zonder dat daartegen bezwaren zijn ingebracht. Mag ik de heeren Donner, Was en De Fremery verzoeken met mij het stembureau uit te maken Bij de stemming voor het ls'e lid der Commissie verkregen de heeren: Cock 7 stemmen, Groll 7 stemmen, Van der Hoeven 2 stemmen en De Clercq, Donner en Knappert ieder één stem. Twee briefjes waren blanco. Bij de tweede vrije stemming verkregen de heer Cock 12 stemmen, de heer Groll 7 stemmen en de heer Donner één stem, terwijl één briefje blanco was gelaten. Benoemd was dus de heer Mr. C. Cock als eerste lid. Bij de stemming voor het 23<> lid verkregen de heeren Groll 19 stem men en de heer Buys één stem, terwijl één briefje blanco was. De heer Groll werd dus als tweede lid benoemd. Bij de stemming voor het 33e lid verkregen de heeren: Verster 7, Donner 6, Van der Hoeven 5 en De Kanter 2 stemmen. Een briefje was blanco. De heer Verster. Om de stemming niet noodeloos op te houden, M. de V., wil ik even verklaren dat, al werd ik benoemd, die benoeming door mij niet zou worden aanvaard. Bij de daarop gevolgde tweede vrije stemming verkregen de heeren: Donner 7, Van der Hoeven 7, Knappert 5 en De Kanter 2 stemmen, zoodat eene herstemming plaats moest hebben tusschen de heeren Donner en Van der Hoeven. De heer Van der Hoeven verkreeg toen 14 stemmen, terwijl op den heer Donner 7 stemmen werden uitgebracht; zoodat als 3de lid benoemd werd de heer Van der Hoeven, die op de vraag van den Voorzitter zich bereid verklaarde de benoeming te aanvaarden. Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering gesloten. Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF. i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1884 | | pagina 3