GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 19 INGEKOMEN STUKKEN. N°. 43. Leiden, 20 Maart 1884. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat er bij haar geene bedenkingen bestaan tegen het voorstel van Burg. en Weth. tot het doen van af- en overschrijving op de begrooting dienst 1884 tot een bedrag van 797.50 ter voldoening van kosten wegens de herstelling van stormschade, geleden aan openbare- en schoolgebouwen en tot verhooging dier begrooting in ontvang en uitgaaf ad f 77.50, wegens teruggave door het Rijk van 30°/, in de kosten van herstellingen aan openbare schoollokalen ad f 175 en van 50°/0 in die van herstelling aan de Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen ad f 50. Zij stelt u derhalve voor den nvergelegden staat van af- en overschrijving en den suppletoiren staat van begrooting vast te stellen. Evenmin bestaat er bij haar bezwaar tegen het voorstel tot het doen uitdiepen van grachten, waartoe de te dier zake op de begrooting, dienst 1884, uitgetrokken gelden niet toereikende zullen zijn; zij geeft U daarom in overweging de gevraagde machtiging te verleenen ten einde tot de openbare aanbesteding te kunnen overgaan. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 44. Leiden, 22 Maart 1884. Wij hebben de eer U hierbij over te leggen het adres van Dr. F. De Boer, waarbij hij ontslag verzoekt uit zijne betrekking van leeraar in de wiskunde aan de Hoogere Burgerschool alhier met de daarop uitgebrachte adviezen van de Commissie van Toezicht op de scholen voor Middelbaar Onderwijs en den heer Inspecteur, waaruit blijkt dat er tegen de inwil liging van het verzoek geene bedenking bestaat. Ook bij ons bestaat daar tegen geen bezwaar, zoodat wij Uwe Vergadering in overweging geven het gevraagd ontslag eervol te verleenen ingevolge adressant's verzoek met ingang van half Mei a. s. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders. Aan den Raad der gemeente Leiden. Geeft eerbiedig te kennen, Dr. F. De Boer, leeraar aan de Hoogere Burgerschool alhier, dat hij benoemd zijnde tot Hoogleeraar te Groningen, gaarne tegen half Mei uit zijne tegenwoordige betrekking eervol zou wen- schen te worden ontslagen. Leiden, 14 Maart 1884. 't Welk doende, F. De Boer. Leiden, 19 Maart 1884. Aan Burg. en Weth, der gemeente Leiden. In antwoord op uwe missive n°. 274 dd. 15 Maart jl. en onder terug zending van het daarbij gevoegde adres, hebben wij de eer U te berichten dat er bij ons geen bezwaar wordt gemaakt om aan den benoemden hoog leeraar te Groningen Dr. F. De Boer, overeenkomstig zijn verzoek, met ingang van 15 Mei e. k. een eervol ontslag te verleenen als leeraar in de wiskunde aan de Hoogere Burgerschool voor jongens alhier. De Plaatselijke Commissie van Toezicht op de scholen voor Middelbaar Onderwijs alhier, H. Kern, Voorzitter. N. L. J. Van Buttingha Wichers, Secretaris. 's Gravenhage, 21 Maart 1884. In antwoord op Uwe missive van 20 Maart 1884, n°. 294, heb ik de eer U te berichten dat tegen het verleenen van bovenvermeld eervol ont slag geene bedenkingen bestaan. Aan heeren Burg. en Weth. De Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs, van Leiden. A. T. Van Aken. N°. 45. Leiden, 22 Maart 1884. Na kennisneming van de voordracht van Burg. en Weth. betrekkelijk de demping van de sloot langs" den Stationsweg hebben wij de eer U mede te deelen dat wij geen bezwaar hebben de daarvoor benoodigde gelden beschikbaar te stellen, terwijl wij met Burg. en Weth. op de daar voor aangevoerde gronden van oordeel zijn dat in de uitgaven moet worden voorzien uit de buitengewone inkomsten, evenals tot dus verre bij dem ping van grachten steeds is geschied. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging den overgelegden suppletoiren staat van begrooting vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1884 | | pagina 1