9 Zitting van Donderdag 6 Maart 1884, geopend 's namiddags te lialfdrie. Voorzitter: de heer Burgemeester L. M. DE LAAT DE KANTER. Te behandelen onderwerpen: 1°. Benoeming -van een derden onderwijzer aan de Jongensschool Jste klasse (30) 2°. Idem als voren van een tweeden onderwijzer. (30) 3°. Idem van eene derde onderwijzeres aan de Meisjesschool 2^ klasse. (33) 4.0. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1883, der Bank van Leening. (28) 5°. Idem als voren van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (28) 6°. Verzoek tot plaatsing van een gedenkteeken voor den overleden Adjudant-onderofficier der Schutterij. (29) 7°. Idem van M. Splinter, om een brug te leggen over de Heerensin- gelsloot. (31) 8°. Idem van het Bestuur van den Marendijkschenpolder, om eene uit- loozing te maken door den Stationsweg. (31) 9 Idem van de Wed. Van Iterson, om eene loozing te leggen naar de Zijlsingelsloot. (32) 10°. Voordracht tot aanvulling van art. 17 van het Reglement van Orde voor de vergadering van den Gemeenteraad. (34) Tegenwoordig 21 leden, als: de heeren De Geus, De Goeje, Was, Zaal berg, Van der Hoeven, Le Poole, Buys, Land, Zaaijer, Wilhelmy Damsté, llartevelt, Bool, Verster van Wulverhorst, Scheltema, Bredius, De Fre- mery, Juta, Van Dissel, Cock, De Clercq en de Voorzitter. De heeren Van Wensen, De Clercq, Knappert en Cock hebben kennis gegeven dat zij verhinderd zijn de vergadering bij te wonen, laatstge noemde onder voorbehoud van wellicht nog vóór het einde der vergade ring tegenwoordig te zullen zijn. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 14 Februari jl. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: 1°. Brief van Mevr. de Wed. M. L. Dercksen geb. Van Praag, hou dende kennisgeving van het overlijden van haren echtgenoot, den heer J. M. E. Dercksen, in leven lid van den Gemeenteraad van Leiden. Van dit schrijven wordt door den Secretaris voorlezing gedaan. Edel Achtbare Heer Leiden, 1 Maart 1884. Het is mij een treurige plicht UEdel Achtbare te moeten kennis geven dat op den 29"ten Februari 1884 alhier is overleden mijn geliefde echtge noot de heer J. M. E. Dercksen, lid van den Gemeenteraad. Ik heb de eer UEdel Achtb. beleefdelijk te verzoeken hiervan mede- deeling te willen doen aan den Gemeenteraad alhier. Ontvang, Edel Achtb. Heer, de betuiging mijner bijzondere hoogachting. Aan den Heer Voorzitter van UEdel Achtb. dienstw. dienares, den Gemeenteraad van Leiden. Wed. M. L. DercksenVan Praag. De Voorzitter. Mijne Heeren! Terwijl ik hiermede heb voldaan aan het verzoek van mevrouw de weduwe Dercksen, kan ik tevens niet nala ten mijn leedwezen te betuigen over den inhoud van dezen brief. Ik ben er daarbij zeker van dat het overlijden van ons voormalig geacht medelid, door U, Mijne Heeren, eveneens diep wordt betreurd. Het is zeker, dat de h.eer Dercksen over zeer vele zaken anders dacht dan het College van Dagelijksch Bestuur en de meerderheid in den Ge meenteraad; doch dit belet in geenen deele, de waardeering van het krachtig en werkzaam aandeel, dat hij aan onze beraadslagingen en het estuur der gemeente genomen heeft. En bij den eerbied voor zijn veel tijds afwijkend gevoelen moeten wij zeer zeker in zeer hooge mate op prijs stellen de recht humane wijze, waarop hij gewoon was dat gevoelen aan zijne medeleden kenbaar te maken. Z°° 'k hier nog meer wilde bijvoegen, zou ik moeten vreezen slechts te herhalen wat gisteren bij zijne begrafenis tot mijn leedwezen was ik door ambtsbezigheden verhinderd den overledene mede de laatste eer te bewijzen uit zoovele monden gehoord is. Het bij die gelegenheid gesprokene heeft, ik ben er van overtuigd, bij ons allen instemming ge vonden, en ik twijfel dan ook niet of de weinige woorden van lof, door mij thans geuit, zullen hij de Vergadering eveneens bijval vinden. Ik stel thans voor het schrijven van mevrouw de weduwe Dercksen met een bnef van rouwbeklag te beantwoorden. Aldus wordt bij acclamatie besloten. 2°. Dispositie van de Ged. Staten der provincie Zuid-IIolland dd. 12/15 Februari jl B. n°. 292 (3*> afd.) G.S. n°. 64/2, ten geleide van het goedgekeurd raadsbesluit van 31 Januari jl. tot het doen van af- en over schrijving op de begrooting dienst 1883 ad f 142. 3°. Dispositie van de Ged. Staten der provincie Zuid-Holland dd. 26 Februari/1 Maart jl. G.S. n°. 77/3, ten geleide van het goedgekeurd raads besluit tot verhooging der begrooting dienst 1883 in ontvangst en uit gaaf met f 76845.57. (Staat Model C.) 4°. Dispositie van de Ged. Staten der provincie Zuid-Holland dd. 26 Februari/1 Maart jl. G.S. n°. 74, ten geleide van het goedgekeurd raads besluit tot het verleenen van het recht van opstal op het Raamland te Leiderdorp aan de firma's Jan Zuurdeeg Zoon c. s. 5». Missive van de firma Jan Parmentier Zonen, houdende mededee ling dat zij den bij raadsbesluit van 14 Februari jl. in gebruik gegeven grond van de Gedempte Binnenvestgracht onder de gestelde voorwaarden aanvaarden. ZlTTINGVKRSLAG 1884. 6 Afschrift Koninkl. besluit waarbij vergunning wordt verleend tot het na 1 Januari 1886 gelijktijdig toelaten van meer dan 400 kinderen op de nieuw te bouwen vierde lagere school voor minvermogenden. 7«. Missive van de firma Jan Zuurdeeg Zoon houdende mededeeling dat zij het recht van opstal op het Raamland te Leiderdorp, verleend bh raadsbesluit van 14 Februari jl. onder de gestelde voorwaarden aanvaarden Daarvan wordt door de Secretaris voorlezing gedaan. Leiden, 20 Februari 1884. Aan Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden. Geven de ondergeteekenden te kennen: dat zij met het oog op hunne mdustrieele inrichtingen, niet anders dan het hun door den Raad verleende recht van opstal in het Raamland buiten de voormalige Marepoort wederom de reeds h00ge pachtsom nu nog Jan Zuurdeeg Zoon. De Voorzitter. Niettegenstaande de geheele toedracht der zaak vol komen bekend is, wordt in dit schrijven op nieuw beweerd „dat de toch reeds hooge pachtsom nu nog is verhoogd." "u n[et uit stilzwijgen van mijne'zijde later zou opgemaakt wor den dat die bewering door ons als juist erkend wordt, heb ik gemeend dit schrijven te moeten doen voorlezen. mD9oart,ijtWil ikver,°P Wijzen: i0' dat de beweri«g volkomen onjuist is, Hi fi 'h /P êe iee V00r emng van de heeren Jan Zuurdeeg Zonen medehuurders"0 onderteekend hebben en niet uit naam van hunne Van dit laatste heb ik mij nog ten overvloede kunnen overtuigen door- len ons geacht medelid, de heer Scheltema, aan wien ik van het schrijven er heeren Jan Zuurdeeg Zonen mededeeling heb gedaan, mij heeft verklaard dat hij met den inhoud der missive geheel onbekend was, zoodat daaromtrent geen de minste twijfel kan bestaan. Na deze mede deeling stel ik voor het schrijven van de heeren Jan Zuurdeeg Zonen voor kennisgeving aan te nemen. Aldus wordt besloten. 8°. Adres van de officieren der Schutterij. Te behandelen bij punt 6 der gedrukte agenda. De Voorzitter legt vervolgens over: nr,.fdref Van de Commfie van Toezicht op de Jongelingsvereeniging „Obadja, houdende verzoek om het gebruik van de bewaarschool in de Sr0 Vereenfgiïg8 4 Ure" namiddags voor de Zondagsschool 2°. Verzoek van B. M. Duijser, om eene electrische geleiding te mogen maken van de Gehoorzaal naar het Hotel de la Poste. 3». Verzoek van eenige bewoners van den Rijnsburgersingel tot het doen dempen van de sloot langs dien singel. Worden gesteld in handen van Burg. en' Weth. 4°. Verslag van den Prealector in de Verloskunde. 5°. Verslag van de Commissie der Openbare bewaarscholen over 1883. JersIag 7an ,de Commissie van Toezicht omtrent de scholen voor Middelbaar Onderwijs. Deze zullen opgenomen worden in het Gemeenteverslag. 7!' V,erZ°!k r," W' F' E' SPiering te Tiel, om restitutie van betaalde plaats, directe belasting dienst 1883. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. en de Comm. van Financiën. De Voorzitter deelt nog mede; 1°. dat ten aanzien van eene eventueele demping van de sloot langs den Stationsweg aan de eigenaars van de aangelegen perceelen is voor gesteld de helft van de kosten der demping en rioleering voor hunne rekening te nemendat alle eigenaren behalve de Wed. Brouwer zich daartoe bereid hebben verklaard, zoodat op dien grond althans voorloopig geen voorstel tot demping aan den Raad zal kunnen worden ingediend 2°. dat thans een bedrag van f 165000 in prolongatie is belegd. Aan de orde is: I. Benoeming van een derden onderwijzer aan de Jongensschool 1ste klasse. (Zie Ing. St. n°. 30.) De Voorzitter. Mag ik de heeren Damsté, Verster en Scheltema ver zoeken met mij het stembureau uit te maken? Wordt benoemd met 16 stemmen (3 blanco) de heer G. Rijkaart. II. Idem van een tweeden onderwijzer. (Zie Ing. St. n°. 30). Wordt met 16 stemmen benoemd de heer J. Hage. Drie biljetten waren blanco. III. Idem van eene derde onderwijzeres aan de Meisjesschool 2<3e klasse. (Zie Ing. St. n°. 33). Wordt benoemd mej. A. C. De Visser met 16 stemmen (3 blanco). IV. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1883, der Hank van Leening. (Zie Ing. St. n°. 28). Wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming goedgekeurd. V. Idem als voren van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen en Vrouwenhuis. (Zie Ing. St. n°. 28). Zonder discussie of hoofdelijke stemming goedgekeurd. ,VI' Verzoek *ot plaatsing van een gedenkteeken voor den overleden Adjudant-Onderofficier der Schutterij. (Zie Ing. St. n°. 29).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1884 | | pagina 1