80 Daartoe behoort vooreerst het wegnemen van ondiepten in het Rapen burg, waarvoor reeds op de ontwerp-begrooting dienst 1884 een bedrag van 2400 is uitgetrokken, en vervolgens het verlengen van het riool van de Langebrug van de Zonneveldsteeg af tot het Steenschuur, waarvan de kosten zijn geraamd op f 4500. Voor het geval ook tot dit laatste werk wordt besloten, dan zal in deze uitgave o. i. uit de buitengewone inkomsten moeten worden voor zien, als wordende daardoor eene blijvende verbetering aangebracht, ter wijl het werk is van geheel buitengewonen aard. Wij geven Uwe vergadering mitsdien in overweging om: 1°. afwijzend op de verzoeken tot demping van het Rapenburg te be schikken; 2°. op de begrooting voor 1884 de noodige gelden te brengen voor de bovengenoemde werken, de kosten voor de verlenging van het riool te vinden door geldleening. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 28 Augustus 1883. De Commissie van Fabricage heeft in ernstige overweging genomen het door vele bewoners van het Rapenburg ingediend request betreffende het dempen van die gracht van het Galgewater tot aan de Vlietsbrug. Bij die overweging kwam vooral in aanmerking de zorg voor de riolen die op het Rapenburg uitloozen. Behalve de Donkeregracht of Papen gracht en de Pieterskerkgracht is het hoofdzakelijk het riool van de Langebrug, loopende van de Zonneveldsteeg tot het Rapenburg, waarmede bij de demping van het Rapenburg moet rekening gehouden worden. Nu reeds geeft de toestand dier riolen aanleiding tot herhaalde klachten en de demping van het Rapenburg zal de uitloozing hinderen en dus de be zwaren doen toenemen, zoodat het onvermijdelijk wordt dat riool van de Zonneveldsteeg met het Rapenburg bij het Steenschuur in verband te brengen, een maatregel, die echter ook zonder die demping zeer is aan te bevelen, om eenige meerdere doorspoeling van die riolen te verkrijgen. Van bijna een tiende gedeelte der oppervlakte van de stad moeten de faecale stoffen middellijk of onmiddellijk uitloozen op het Rapenburg en al dat vuil te doen uitkomen op één punt van een open en slechts nu en dan eenigszins stroomend water in een bevolkt gedeelte der gemeente bij de Borstelbrug achten wij onmogelijk, en de verlenging van het riool der Langebrug door de Groenhazengracht tot aan den Witten singel wordt onvermijdelijk als tot demping van het Rapenburg mocht worden overgegaan. Maar het dempen van de Groenhazengracht maakt ook de demping van de Doelengracht en de Doelenachtergracht noodzakelijk, even als het over- wulven van de Binnenvestgracht langs het Academisch Ziekenhuis onver mijdelijk leidde tot het dempen van de 2de Binnenvestgracht tot de Mare. Volgens eene gedetailleerde begrooting zullen de kosten van het dempen met al hetgeen daartoe behoort, zooals het doortrekken van het riool der Langebrug aan de eene zijde tot in het Steenschuur en aan het andere uiteinde tot in de Singelgracht en het dempen der Doelengrachten, het maken van riolen, dwarsriolen, riooltakken of spruiten, beer- en vergaar- putten en maalkasten, het afbreken van bruggen, het leggen van kolken tot afvoer van hemel- en schrobwater, van brandputten enz., de bestra ting en de aanleg van plantsoen, minstens bedragen ƒ75000. De gevolgen van die demping zijn 1°. de verandering van eene schoone gracht in het midden der stad in een doods che straat, veel te breed voor de hoogte der belendende huizen 2°. de vermindering van waterdoorvoer in den Vliet, in het niet gedempte gedeelte van het Rapenburg en in het Levendaal; 3°. de meerderë vervuiling van den grond en het spoediger verstopt geraken der riolen. In een open gracht wordt door gestadig uitbaggeren veel vuil verwijderd en bovendien door de groote hoeveelheid water die er doorgaat opgelost of verdunddit is niet het geval in een riool, zoodat als eenige jaren na de demping het nieuw ingebracht zand door de altijd lekkende riolen met het meer geconcentreerde vuil is doortrokken, de toe stand slechter zal zijn dan te voren, zonder dat verandering of verbete ring mogelijk is. Het kwaad wordt dus door het dempen Slechts voor het oog verborgen of verschoven, maar niet weggenomen, zoodat voor de groote geldelijke offers voor het gedempte gedeelte slechts tijdelijk eene meest schijnbare verbetering wordt verkregen, terwijl belangrijke gedeelten der stad ten gevolge van dien maatregel zeer worden benadeeld. De Commissie van Fabricage heeft gemeend hare taak te moeten uit breiden tot een onderzoek, in hoeverre door uitdieping maatregelen kun nen genomen worden tot verbetering van den toestand der grachten, te beginnen met het Rapenburg. Tot dat einde heeft zij nagenoeg al de grachten der gemeente doen oppeilen, waardoor zij in staat gesteld is hierbij over te leggen eene por tefeuille met profilteekeningen van dé gedane peilingen met register. Uit die profilteekeningen kan blijken waar en hoe door uitdieping vooral bij en onder de bruggen de doorstroomingswijdte vermeerderd en de waterafvoer in evenredigheid kan- versterkt worden. Op grond van het bovenstaande heeft de Commissie de eer voor te stellen 1°. afwijzend te beschikken op het verzoek tot demping van een ge deelte van het Rapenburg 2°. een aanvang te maken met het wegnemen van ondiepten in het Rapenburg en daartoe op de begrooting voor 1884 eene som toe te staan van 2400; 3°. het riool van de Langebrug te verlengen van de Zonneveldsteeg tot de gracht aan het Steenschuur, waarvan de kosten op 4500 wor den geraamd. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Fabricage. Leiden, December 1882. Aan den Gemeenteraad van Leiden. De ondergeteekenden, allen bewoners van het Rapenburg tusschen het Galgewater en den Vliet; gelezen hebbende het adres ingediend in de zitting van den Gemeente raad van 26 October 11. verklaren volkomen in te stemmen met het verzoek omtrent de dem ping van het Rapenburg, dat daarin is uitgedrukt; en nemen derhalve de vrijheid op eene gunstige beschikking aan te dringen. T. P. Viruly. A. C. Vreede. P. Van Geer. H. W. Van der Mey. Ch. Doornik. Rappard. H. Sasse. W. Lau. P. De Koning. F. A. Dee. J. J. Taffijn. H. Th. Hartwijk. W. F. Buitendijk. C. A. T. Vogel. C. M. Timmermans. J. P. J. Van Ewijk. A. H. Adriani. D. Klinkenberg. A. Wagemans. Wilhelmina M. Pluygers. Wed. T. J. De Vroede. J. A. Loeber. M. J. Van Laren. Jan Brevée. M. H. Verhulst Wed. J. Mol et. A. E. Rodbard. N°. 168. Leiden, 11 September 1883. Wij hebben de eer Uwe Vergadering, na ingewonnen advies van den Voorzitter der Commissie van fabricage, mede te deelen dat er geen be zwaar bestaat tegen de inwilliging van het verzoek van J. W. Timmer mans om een hardsteenen stoep te leggen vóór het vernieuwde perceel aan den Vliet n°. 13, zoodat wij U in overweging geven, gunstig daarop te beschikken onder voorwaarde dat de nieuwe stoep gelegd worde in de rooiing van de daarnaast gelegen stoep. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 24 Augustus 1883. Aan de WelEd. Achtb. Heeren Burg. en Weth. der Gemeente Leiden. Wel Edele Achtb. Heeren Ondergeteekende wendt zich met beleefd verzoek tot UEd; Achtb., om vergunning tot het mogen leggen van een hardsteenen stoep voor het huis aan den Vliet N#. 13. Met verschuldigde hoogachting U WelEd. Achtb. Dw. Dienaar, J. W. Timmermans. N°. 169. Leiden, H September 1883. De Com. van Fin. heeft den in hare handen gestelden Suppletoiren Staat van begrooting van het H G. of Arme Wees- en Kinderhuis, dienst 1883, onderzocht en daarop geene aanmerkingen gevonden. Zij heeft derhalve de eer U in overweging te geven dien goed te keuren, in ontvangst en uitgaaf ad ƒ5813,42. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOEF. 't Welk doende, Wed. J. M. Van Dishoeck. J. J. Utermarck. A. Kromwijk. Wed. A. N. GeerlingLigtvoet. J. G. A. v. d. Upwich. P. M. Brutel de la Rivière. E. H. Rodbard. F. J. Van de Ven. T. M. Cornelissen. A. Buys Jr. A. C. Weddepohl. A. Van Asperen. F. A. Van Ittersum. M. H. Mostert. H. Schouten. Wed. J. F. La RivièreKiel. J. J. Goddijn Jr. J. Van der Togt Jz. A. P. N. Franchimont. J. C. Wendel. I. J. Mulder. J. DuboisHoogenstraaten. A. N. C. Van Hees. P. A. Van Aken. C. A. Emeis. P. J. Niesten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1883 | | pagina 2