GEMEENTERAAD FAN LEIDEN.
81
INGEKOMEN STUKKEN.
308.948
147.082
111.016
68.280
42.234
36.648
27.926
25.324
22.612
N°. 17©.
Leiden, 31 Augustus 1883.
Ondergeteekenden, allen inwoners van Leiden, geven eerbiedig aan
den Gemeenteraad te kennen dat, zoowel de verfraaing om van de bocht
van het Rapenburg langs de Kaiserstraat den Wittensingel te kunnen be
reiken, als de veel gemakkelijker bediening van de vele huizen aan de over
zijde door de daarbij betrokken neringdoenden uit deze Gemeente, een
brug tegenover de Kaiserstraat zeer wenschelijk maakt; te meer nu de
Gemeente die om niet kan bekomen en alleen het onderhoud voor hare
rekening zal hebben te nementerwijl de amotie van den jaagpaarden-
stal aan den Vliet een misstand zal uit den weg ruimen, zoowel als een
bron van onzedelijkheid.
Redenen waarom Adressanten het verzoek der Bouwmaatschappij „Vree
wijk" van 31 Juli 1.1. ten sterkste ondersteunen.
'tWelk doende enz.,
II. De Nie.
A. Boekwijt.
11. Martijn.
J. C. Wendel.
W. Kok.
M. J. Van der Waag.
G. Schlatmann.
J. R. Mastenbroek.
H. A. De Ruijter.
J. D. Dingemans.
A. J. Van der Waag.
M. H. Keiler.
H. J. De Nie.
B. H. W. Willebrands.
H. Deutekom.
A. H. Römer.
G. A. Mastenbroek.
F. G. De Wilde.
R. De Wilde Rz.
F. G. Mastenbroek.
C. Lieste.
C. Willebrands.
J. J. La Lau Jr.
H. L. Van Nifterik.
J. Van Zijp.
A. A. Schreuder.
M. Sieval.
K. de Boer Hz.
W. Eigeman.
M. E. Reijst.
J. J. Krak.
S. Van Leeuwen.
H. Koene.
Wed. H. N. BrouwerWalle.
C. C. Stegerhoek.
Gerds. De Vink.
G. J. C. De Vries.
H. Van Romburgh.
L. Van Es.
Doeff.
F. Van Der Kloot.
W. D. II. Rozier.
D. J. Meijsing.
J. Engels Jr.
S. Platteel.
C. Sala.
H. A. Van Kerkhoff.
P. Somerwil.
H. Kleijn.
W. C. Blansjaar.
Georg Karg.
P. J. Molles.
J. J. Colin.
F. A. Dee.
N°. 171. Leiden, 13 September 1883.
Door de Directie van de IJselstroomtramweg-Maatschappij wordt bij
nevensgaand adres vergunning verzocht om tijdelijk een houten wachtlokaaltje
te plaatsen op het plein bij het Haagsche en Delftsche Veer overeenkom
stig overgelegde situatie-teekening. Uit een ingesteld onderzoek door de
Com. van Fabr. is gebleken dat tegen de inwilliging van het verzoek geen
bezwaar bestaat, terwijl het lokaaltje kan worden geplaatst zonder dat de
wegneming van een of meerdere boomen noodig is.
Wij geven Uwe Vergadering alzoo in overweging de gevraagde vergun
ning tot wederopzeggens te verleenen onder bepaling dat het lokaaltje
moet worden geplaatst overeenkomstig aanwijzing en onder toezicht van
den Gemeente-architect en tegen betaling van het recht vastgesteld bij tarief
van 5 Maart 1857 en verder onder voorwaarde dat de Directie zich
bij akte verbinde om binnen één maand na aanzegging door of van wege
Burg. en Weth. het lokaaltje weg te nemen en daarbij voornoemd col
lege machtige om, wanneer de Directie in gebreke mocht blijven tot de
wegneming over te gaan, het zonder in verzuimstelling te doen afbreken.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
's Gravenhage, 1 September 1883.
Aan Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen:
de Directie der IJselstoomtramweg-Maatschappij te 's Gravenhage
dat zij Uw College beleefdelijk verzoekt haar te willen vergunnen op
het aan de Gemeente Leiden toebehoorende terrein, op nevensgaande
situatie-teekening aangeduid door eene roode arceering, tijdelijk eene ver
plaatsbare houten keet met ijzeren dak, in front breed 3.50 M., lang 6 M.,
in opstand tevens op de teekening aangegeven, te mogen opslaan.
Deze keet is bestemd voor wachthuis van onze tramlijn, waaraan voor
het publiek groote behoefte bestaat.
't Welk doende, enz.
De Directie der
IJselstoomtramweg-Maatschappij
F. v. Hogendorp.
L. F. Hoyel.
N°. 172. Leiden, 17 September 1883.
Wij hebben de eer den Gemeenteraad eene wijziging voor te stellen
der tractementen van de Inspecteurs van politie, welke ons voorkomt
noodzakelijk en billijk te zijn.
Wij leggen daarbij over een staat aanwijzende het getal en de tracte
menten der Inspecteurs van politie in eenige andere groote gemeenten,
waaruit blijken zal hoeverre onze Inspecteurs daarbij ten achteren staan;
in vele gevallen zijn de laagst bezoldigden in gene gemeenten, hooger
bezoldigd dan de hoogstbezoldigden in deze.
Zonder nu als vaststaande te willen aannemen, dat de tractementen
in andere gemeenten de eenige maatstaf zoude moeten zijn, waarnaar wij
ons te regelen hebben, dient daarmede toch tot zekere hoogte rekening
te worden gehouden, wil men geschikt personeel behouden en bij vaca
ture verkrijgen.
Voor het eerste, het behoud van geschikte ambtenaren, schijnt ons ook
hier eene tractementsverhooging na een zekeren volbrachten diensttijd het
meest gewenscht.
Aan een der Inspecteurs is een groot deel van den administratieven dienst
opgedragen en moet hij tevens de aangewezen persoon zijn om bij ver
hindering of afwezigheid van den Commissaris van politie dezen te ver
vangen het komt ons gewenscht voor dezen ambtenaar den rang en titel
van Hoofd-Inspecteur van politie te geven, waardoor zijne verhouding tot
de andere Inspecteurs duidelijker geregeld wordt.
Het tractement van den jongsten Inspecteur ad ƒ400 kan onveranderd
blijven: deze ambtenaar wordt tevens met andere werkzaamheden belast
waarvoor eene vaste bezoldiging van 200 en eene veranderlijke welke
in den regel iets hooger is dan 200 is verbondendeze inkomsten zijn
voldoende, bij het vooruitzicht op bevordering, bij de eerstvoorkomende
vacature, op een tractement van 900.
Voor den oudsten (Hoofd) Inspecteur meenen wij een minimum-tractement
te moeten voorstellen van ƒ1200, telkens na twee jaren dienst als zoodanig
met 100 te verhoogen tot een maximum van ƒ1400 is bereikt; voor de beide
daarop volgende Inspecteurs, wier bezoldiging thans 900 bedraagt, dit
zelfde tractement als minimum op gelijke wijze te verhoogen tot een
maximum van 1200. Eene vergelijking met Utrecht en Groningen als
Academiesteden en Leeuwarden, Delft en Schiedam, wier bevolking aan
zienlijk lager is dan die van Leiden, zal naar wij vertrouwen onze over
tuiging doen deelen, dat onze voordracht billijk en verre van overdre
ven is.
De thans in dienst zijnde Inspecteurs zijn W. Landzaat (bezoldiging
1100) G. Cloos en R. Pronk (bezoldiging 900) en E. H. Grefe.
Eerstgenoemde is sedert Juli 1874 Inspecteur en met 1°. Januari 1880
in het genot gesteld zijner tegenwoordige bezoldiging ad 1100. De
tweede, G. Cloos, werd Inspecteur op een tractement van 400 den
Hden Januari 1877 en is den lsten September 1879 in het genot gesteld
van het tractement van 900. De derde, R. Pronk werd 25 Januari 1883
aangesteld op een tractement van 400, hetwelk met ingang van 1°. Juli
tot 900 werd verhoogd.
De financieele gevolgen van ons voorstel, hetwelk wij U in overweging
geven te doen ingaan met 1°. Januari 1884, op de begrooting van dat
jaar, zullen dierhalve zijn dat art. 2 van hoofdstuk V (volgnommer 108)
met 300 verhoogd moet worden, waarvan 100 voor den oudsten
(Hoofd) Inspecteur en 200 voor den Inspecteur G. Cloos, die dan ruim
vier jaren zijne tegenwoordige betrekking zal hebben bekleed.
Op grond van het bovenstaande stellen wij Uwe Vergadering voor te
bepalen
1°. Er zullen in de gemeente Leiden bij de politie worden aangesteld
één Hoofd-Inspecteur op eene bezoldiging van 1200 als minimum tel
kens na twee jaren dienst te verhoogen met 100, totdat een maximum
van 1400 zal zijn bereikt;
twee Inspecteurs op eene bezoldiging van 900, op gelijke wijze te
verhoogen tot een maximum van 1200;
een Inspecteur op eene bezoldiging van 400.
2°. Dit besluit treedt in werking met 1°. Januari 1884.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
STAAT, aanwijzende de tractementen der Inspecteurs van
politie in eenige gemeenten.
Gemeenten.
Amsterdam.
Rotterdam
's-Gravenhage
Utrecht.
Groningen
Haarlem
Leeuwarden
Delft
Schiedam
Zielental.
Kwaliteiten en Tractementen.
Hoofd-Inspecteur ƒ1700, Inspecteurs Ist8 klasse
1500, 12 2a» klasse 1200.
Idem 1600, 6 Inspecteurs l8'8 klasse 1400,
8 2d® klasse 1200.
Idem 1800, 4 Inspecteurs Ist8 klasse ƒ1500,
5 2a® klasse 1400.
Idem van 12001400, 3 Inspecteurs van
10001200, 4 Inspecteurs van ƒ800
1000.
4 Inspecteurs 1450, 1350, 1300, 750.
3
3
3
2
1200,
1200,
1300,
1300,
1150, 1100.
1200. 450.
1200, 1200.
950. Laatste tracte-
Leiden, Juli 1883.
ment wordt voorgesteld op 1100.
De Commissaris van politie.
R. N. v. d. Maren.
N°. 173. Leiden, 14 Septemder 1883.
Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek hebben de eer U reeds thans
mede te deelen dat, tengevolge van den tegenwoordig geregeld plaats
hebbenden aanvoer der gaskolen per spoorverbinding, het bedrijfkapitaal
tegen 1 Januari 1884, eene vermindering van ƒ20,000 kan ondergaan.
Zij stellen Uwe Vergadering derhalve voor te besluiten om met 1 Januari
als buitengewone aflossing eene som van 20000, van het bedrijfkapi
taal weder ter Uwer beschikking te nemen.
De reden waarom dit reeds nu geschiedt ligt in het feit, dat dan be
halve door de besparing eener rentebetaling van 810, voortvloeiende
uit het niet ontvangen der ƒ16200, het vermoedelijk saldo onzer exploi
tatierekening over 1884, door ons geraamd op 72000, nog met 1000,
en alzoo in het geheel met 1810, kan verhoogd worden, en met deze