Zitting van Donderdag 23 Augustus 1883,
geopend 's namiddags te twee uren.
Voorzitterde heer Burgemeester L. M. DE LAAT DE KANTER.
Te behandelen onderwerpen:
1°. Onderzoek van de geloofsbrieven van benoemde leden van den Ge
meenteraad.
2°. Verzoek van Mr. F. Was, om eervol ontslag als secretaris van Cura
toren van het Gymnasium. (144)
3°. Idem als voren van Dr. J. C. Vollgraff, als conrector van het Gym
nasium. (145)
4°. Idem van G. Den Haan, om een duiker te leggen. (143)
5°. Idem van C. J. Leembruggen, tot demping van een gedeelte sloot. (143)
6°. Idem van de Directie der Zuid-Hollandsche bierbrouwerij, om een kel
deringang te maken aan de Breêstraat. (131)
7°. Rekening van de ontvangsten en uitgaven der gemeente over 1882.
(139, 146, 147 en 150)
8°. Rekening van het Stedelijk Werkhuis over 1882. (124)
Tegenwoordig 17 leden, als: de heeren Verster, Donner, De Fremery,
Ilartevelt, Bool, Van der Zweep, Bredius, Wilhelmy Damsté, Zaaijer, Van
Dissel, üercksen, Scheltema, De Goeje, Driessen, Zaalberg, Juta en de
Voorzitter.
De heer Knappert heeft kennis gegeven verhinderd te zijn de Vergade
ring bij te wonen.
De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag
9 Augustus jl. worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede:
Missive van den heer C. J. Leendertz te Arnhem, houdende bericht
dat hij de benoeming tot leeraar in de aardrijkskunde aan de Hoogere
Burgerschool voor Jongens aanneemt.
Aangenomen voor kennisgeving.
De Voorzitter legt vervolgens over
1°. Verzoek van het Comité voor het Oriëntalisten Congres om het
kosteloos gebruik van de Gehoorzaal of een subsidie gelijkstaande met
het bedrag van den huurprijs dier zaal.
2°. Idem als voren van het bestuur der Burger-zangvereeniging: Oefe
ning baart kennis, tot het geven van eene zanguitvoering op 3 Octo
ber a. s.
3°. Verzoek van A. Goudswaard, om eervol ontslag uit de betrekking
van tweeden onderwijzer aan de school der 3fla klasse n°. 2.
4°. Idem als voren van W. W. Schipper.
5°. Idem als voren van Mej. G. W. C. Vermandei uit de betrekking
van 3ae onderwijzeres aan de Meisjesschool 2a® klasse.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
6°. Voordracht ter benoeming van een derden onderwijzer aan de school
der 3de klasse n°. 3.
Wordt in de Leeskamer ter inzage voor de leden nedergelegd.
7°. Begrooting voor het Evangelisch Luthersch Wees- en Oudelieden-
huis, voor den dienst 1884.
Wordt gesteld in handen van de Comm. van Fin.
Aan de orde is:
I. Onderzoek van de geloofsbrieven van benoemde leden van den Ge
meenteraad.
De Voorzitter. Mag ik de heeren Bool, Van der Zweep en Van Dissel
verzoeken zich tot dat doel in Commissie te vereenigen.
In verband daarmede schors ik de Vergadering.
De heer Juta komt ter Vergadering.
De Vergadering wordt heropend.
De heer Bool. M. d. V.De Commissie, zooeven benoemd tot onder
zoek der geloofsbrieven van den heer De Geus, heeft zich met die taak
onledig gehouden. Zij heeft de eer te berichten dat alle stukken, bij de
artt. 13 en 17 van de gemeentewet gevorderd, zijn overgelegd en in orde
bevonden, zoodat zij in overweging geeft den heer De Geus als lid van
den Gemeenteraad toe te laten.
De Voorzitter. Ik stel voor overeenkomstig de conclusie van de Com
missie te besluiten en den heer G. A. De Geus als lid van den Gemeen
teraad toe te laten.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De Voorzitter. Ik dank de Commissie voor de genomen moeite.
II. Verzoek van Mr. F. Was, om eervol ontslag als secretaris van Cura
toren van het Gymnasium.
(Zie lng. St. n°. 144.)
Wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming eervol verleend, met
dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten in deze aan de gemeente
bewezen.
III. Idem als voren van Dr. J. C. Vollgraff, als conrector van het Gym
nasium.
(Zie lng. St. n°. 145.)
Wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming toegestaan.
ZïTTING VERSLAG ISS3,
IV. Verzoek van G. Den Haan, om een duiker te leggen.
(Zie lng. St. n°. 143.)
Zonder discussie of hoofdelijke stemming toegestaan.
V. Verzoek van C. J. Leembruggen, tot demping van een gedeelte sloot.
(Zie lng. St. n°. 143.)
Zonder discussie of hoofdelijke stemming toegestaan.
VI. Verzoek van de Directie der Zuid-Hollandsche bierbrouwerij, om een
kelderingang te maken aan de Breêstraat.
(Zie lng. St. n°. 131.)
De Voorzitter. Het verzoek dat thans in behandeling is genomen, is
hetzelfde dat, naar aanleiding van eene opmerking van den heer Verster
in een vorige Vergadering, is aangehouden, ten einde een onderzoek in
te stellen of de gevraagde kelderingang reeds gemaakt was zonder ver
gunning. Dit onderzoek nu heeft geleerd dat de Directie der Zuid-Hol
landsche bierbrouwerij door eene vergissing meende dat zij reeds in het
bezit der vergunning was. In hetzelfde adres n. 1., waarin deze vergun
ning gevraagd werd, werd ook toestemming verzocht tot het maken van
eene veranda, welke toestemming door Burg. en Weth. als behoorende tot
hun competentie, verleend is. Het daarop betrekking hebbende stuk is naar
Den Haag verzonden, waar adressant woont, en nu heeft de zaakgelastigde
hier ter stede gemeend, dat de beide verzoeken daarin toegestaan waren,
en is met het werk voortgegaan.
De heer Verster. M. d. V.Ik zeg U dank voor de door U gegeven
inlichtingen, waaruit is gebleken dat, zij het dan ook bij vergissing, het
keldergat door den adressant zonder vergunning is daargesteld. Intusschen
zal ik de eerste zijn om te erkennen, dat in een tijd als deze, waarin
weinig raadsvergaderingen worden gehouden, er alleszins termen bestaan,
dat door U gebruik worde gemaakt van uwe bevoegdheid, om voorloopige
vergunning tot uitvoering van het een of ander werk dat urgent is, te
verleenen, behoudens nadere approbatie van den Raad.
Ik zou echter wel in overweging willen geven dat, wanneer dit voor
het vervolg geschiedt, daarvan in het rapport van Burg. en Weth. melding
werd gemaakt, aangezien dit tegenover den Raad vormeiijker zoude zijn.
De Voorzitter. In het algemeen is tegen het door den heer Verster
gesprokene niets in te brengen. Wat dit bijzondere geval betreft, moet
ik echter doen opmerken, dat ik mij straks zeer onduidelijk heb uitge
drukt of dat de heer Verster mij verkeerd verstaan heeft. Zooeven heb ik
toch omstandig medegedeeld hoe eene vergissing oorzaak was dat men
meende dat het verzoek toegestaan was.
Bovendien hebben de leden zich in de vorige Vergadering kunnen over
tuigen dat wij steeds gewoon zijn in den geest van den heer Verster te
handelen, en wel bij het verzoek van het H, G. of Arme Wees- en Kin
derhuis, tot het leggen van een filter. Burg. en Weth. hebben toen vóór
de behandeling daarvan aan de Vergadering medegedeeld, dat de toestem
ming reeds voorloopig door hen was verleend.
Niet altijd kan dit in de Ingekomen Stukken medegedeeld worden, want
deze worden reeds gedrukt, voordat wij weten wanneer er Vergadering
zal zijn en dus ook voordat er quaestie van eene voorloopige vergunning
kan wezen.
VII. Rekening van de ontvangsten eu uitgaven der gemeente over 1882.
(Zie lng. St. n°. 139, 146, 147 en 150.)
In stemming gebracht, met algemeene stemmen voorloopig vastgesteld.
De leden van het Dagelijksch Bestuur onthielden zich daarbij van mede
stemming.
VIII. Rekening van het Stedelijk Werkhuis.
De Voorzitter. Deze rekening zal ook nu tot eene volgende Vergade
ring moeten worden uitgesteld, aangezien vier leden de Vergadering zou
den moeten verlaten en alsdan geen voldoend aantal zou overblijven.
Niets meer aan de orde zijnde, wordt de Vergadering gesloten.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. S1JT1IOFF,