68 2°. gering waren, en de photometer nog eenigszins hoogere lichtsterkte aangaf. Waarom bleef de lichtsterkte voor de overige maanden beneden het voorgeschreven minimum Reeds in de eerste paragraaf van het verslag wordt medegedeeld, dat in April begonnen is met de verbreking der verschillende verbindings buizen in het zuiverhuis, waarvoor noodleidingen werden aangelegd om gedurende het aanbrengen der op pag. 5 van het verslag aangegeven fourway-valves (vierwegskranen) beurtelings met één zuiveringskist te kunnen doorwerken. Het is duidelijk dat, gedurende die werken, tot 21 Mei de zuivering veel te wenschen overliet; het zuiveringsoppervlak toch was in verhouding tot de productie te gering, en de invloed daarvan op de lichtsterkte miste zijne uitwerking niet. De eerste helft van April bleef de lichtsterkte zeer laag, in de tweede helft steeg zij, door zooveel mogelijk het cannelprocent te vermeerderen; doch ook deze maatregel moest worden opgegeven, omdat het zwavelgehalte te hoog steeg, zoodat begin Mei de lichtsterkte weder viel. Nadat in het laatst van Mei de werkzaamheden in het zuiverhuis waren voltooid, moest een aanvang gemaakt worden met den aanleg der nieuwe verbindingslijn van het zuiverhuis, voorloopig met eene noodleiding, naar de gashouders. Dit werk moest in perioden verricht worden, daar bij den bouw van het nieuwe meterhuis gedeeltelijk eerst omlegging der bestaande, daarna tijdelijke aansluiting naar een der gashouders enz. enz. onver mijdelijk waren. Hierdoor was het niet te voorkomen, dat de geregelde exploitatie tel kens onderbroken werd, waardoor 1°. de distillatie zeer ongunstig ver liep en 2°. bij elke gelegenheid lucht in de canalisatie geraakte, welker vermenging met het gezuiverde gas natuurlijk meermalen de lichtkracht schade deed. De eerste termijn dezer werkzaamheden eindigde met de plaatsing van en aansluiting met den inlaat van den nieuwen gasmeter. De plaatsing geschiedde in het begin van Juli, de aansluiting kort daarna. Dezelfde verrichtingen waren noodzakelijk nu de uitlaat van den fabrieks- meter met de inlaten der verschillende gashouders verbonden moest wor den. Ook hier telkens bijmenging der door de openingen toegetreden lucht, ongunstige en ongestadige lichtsterkte, welke verschijnselen zich herhaalden, toen einde Juli de nieuwe regulateur werd geplaatst. In Augustus werden de oude verbindingen met de stad verbroken en door nieuwe lijnen, in aansluiting met den nieuwen regulateur, vervan gen, de buizen tusschen de machinekamer en inlaat zuiverhuis successie velijk geopend en gereinigd, zonder dat echter het bedrijf gestoord mocht worden, hetgeen wederom niet kon verhinderen dat in die leidingen lucht geraakte, welke het lichtvermogen verlaagde. De lichtsterkte in September en October werd grootendeels beheerscht, door het ongeval van 24 September, U bekend uit het rapport van 28 September d. a. v., en de daaruit voortgevloeide gebreken in de overige toestellen, welke van lieverlede moesten worden opgeruimd, zonder dat buiten werking stellen dier toestellen mogelijk was. Het ergste bleek de nadeelige invloed op de werking van den toestel tot reiniging van am moniak, zoodat men in November genoodzaakt was, dezen toestel tijdelijk buiten werking te stellen ter reparatie en verandering van drijfkracht. Een en ander had een schadelijken invloed op de geheele zuivering, daar het ijzeroxyde en de kalk nu ook tot ammoniakzuivering dienst moesten doen; den 20Bte° November was ook dit bezwaar overwonnen, en na dien datum kon bijna zonder uitzondering dagelijks ruim 16 kaarsen worden verkregen. Uw Voorzitter kon dus met recht de werken der uitbreiding aan de fabriek in 1882, ter verklaring van de minder regelmatige lichtsterkte, aanvoeren. Zij toch heheerschten haar tot het midden van September, en daarna waren het de hindernissen, welke de overgangstoestand in het eerste tijdperk der wintercampagne ondervond, vermeerderd door het gebrek aan voldoende gasberging. Sedert is zooveel mogelijk de licht sterkte gehandhaafd, en geven de onderzoekingen zoowel met den Letheby Bunsensche photometer, als met den Vérificateur Giroud voldoende resultaten. Commissarissen vleien zich dit onderzoek in den loop van dit jaar ook nog uit te strekken tot waarnemingen op een of meer punten van de stad, ten einde ook omtrent het punt eener mogelijke vermindering van lichtsterkte, geheele zekerheid te verkrijgen. Eindelijk veroorloven zij zich omtrent de laatste opmerking van den heer Cock te wijzen op het uiterst geringe gemiddelde verschil der licht sterkte beneden het vastgestelde minimum, dat den gasverbruiker werd geleverd. Ons geacht medelid heeft bij deze conclusie uit het oog verloren, dat juist in die maanden, waarin het gasverbruik geringer was, de lichtsterkte beneden het minimum bleef, hetgeen uit de hierbij overgelegde tabel van het bij meteraanwijzing aan particulieren maandelijks geleverde quantum gas, zal blijken. Reduceert men deze kubiekmeters tot lichtsterkte in kaarsen over elke maand, en deelt men dan de som dezer producten door het totaal gas bij meteraanwijzing in 1882 aan particulieren ge leverd, zoo wordt het gemiddelde cijfer 15,9, zoodat de gasverbruikers Tï"ff van ^en P"is vee' zouden betaald hebben, hetgeen bij een ver bruik van 100 M'. neerkomt op eene meerdere uitgaaf van vijf cents. Wij meenen dat uit het bovenstaande blijkt: 1°. dat de schade door de gasverbruikers geleden niet noemenswaardig is geweest dat de mindere lichtsterkte over een deel des jaars, zeer tegen den wil Uwer Commissie, een gevolg was van omstandigheden geheel van haar onafhankelijk en onvermijdelijk bij de uitvoering der uitbreidings-werk- zaamheden, want niettegenstaande het cannelprocent in die maanden aanzienlijk verhoogd werd, bleef de lichtsterkte beneden het normale; 3». dat de uitkomsten in de maanden Januari, Fehruari, Maart en Decem ber bewijzen dat, zoodra de toestand der fabriek zulks eenigszins toeliet, onmiddellijk werd voldaan aan de vastgestelde normale licht sterkte. Mocht het aangevoerde nog eenige opheldering vereischen, dan zijn Commissarissen bereid, die zoo mogelijk bij mondelinge discussie te geven. Commissarissen voornoemd, De Fremery. J. C. Van der Zweep. Aan den Gemeenteraad van Leiden. E. F. Van Dissel. Bijlage. OVERZICHT van het maandelijksch gasverbruik door particulie ren, met de gemiddelde lichtsterkte in die maanden, over 1882. Gasverbruik Lichtsterkte Product. MAANDEN. in kaarsen. in meters. 285067 16.53 4712157.51 225925 16.18 3655466.50 187855 16.37 3075186.35 129420 15.56 2013775.20 103734 15.27 1584018.18 83123 14.35 1192815.05 Juli 79668 15.99 1273891.32 107285 14.58 1564215.30 160872 14.99 2411471.28 229775 15.10 3469602.50 284218 15.87 4510539.66 309053 17.13 5294077.89 2185995 34757246.74 De som der producten, gedeeld door het totaal gasverbruik der parti culieren over 1882, geeft per M'. gemiddeld 15.89995 kaarsen. N°. 139. Leiden, 80 Juli 1883. Wij hebben de eer Uwe Vergadering hiernevens over te leggen de ge meente-rekening over 1882, met de daarbij behoorende stukken, welke in de Leeskamer ter inzage van de leden zijn nedergelegd. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N°. 140. Leiden, 2 Augustus 1883. Wij hebben de eer Uwe Vergadering hierbij over te leggen de stukken betreffende de benoeming van een leeraar in de aardrijkskunde aan de Hoogere Burgerschool voor jongens, onder mededeeling dat ook wij ons kunnen vereenigen met de door de Commissie van Toezicht voorgestelde voordracht. Wij nemen daarom de vrijheid Uwe Vergadering in de eerste plaats voor die betrekking aan te bevelen den heer Coenraad Jacobus Leendertz, te Arnhem en in de tweede plaats den heer Tjakke Hazewinkel, leeraar aan de Hoogere Burgerschool te Schiedam. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 25 Juli 1883. Aan Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden. In antwoord op uwe missive n°. 608 dd. 17 Juli jl. en onder terug zending der stukken, heeft de Plaatselijke Commissie van Toezicht op de scholen voor Middelbaar Onderwijs alhier, de eer U te adviseeren, van de 16 sollicitanten naar de betrekking van leeraar in de aardrijkskunde aan de Hoogere Burgerschool voor jongens hier ter stede, den heer Coenraad Jacobus Leendertz ter benoeming aan den Gemeenteraad voor te dragen. In het geval uw college mocht meenen een tweetal te moeten voor dragen, dan geven wij in overweging de voordracht aan te vullen met daarop als tweeden candidaat te plaatsen den heer Tjakke Hazewinkel. De Commissie voornoemd, H. Kern, Voorzitter. N. L. J. Van Buttingha Wiohers, Secretaris, 's Gravenhage, 1 Augustus 1883. In antwoord op Uwe missive van 25 Juli 1883, n®. 398, heb ik de eer U te berichten, dat ik mij vereenig met de door de Commissie van Toezicht voorgestelde voordracht. Aan H.H. Burg. en Weth. De Inspecteur van het Middel- te Leiden. baar Onderwijs, A. T. Van Aken. Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1883 | | pagina 2