41 Zitting van Donderdag tt Juli 1883, geopend 's namiddags te twee uren. Voorzitter: de heer Burgemeester L. M. DE LAAT DE KANTER. Te behandelen onderwerpen: 1°. Benoeming van drie Bestuurders van het Stedelijk Werkhuis. (123) 2®. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1883, van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (120) 3°. Suppletoire staat van begrooting en staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1882, van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis. (121) 4°. Verzoek van Gebr. Van Wijk C°., tot het leggen van twee water afvoerkanalen. (122) 5°. Idem van W. B. Slotboom, om restitutie van schoolgeld. (125) 6®. Idem van Regenten van het Hofje Joost Fransen van der Lindens- poort, ter bekoming van gemeentegrond. (126) 7°. Idem van H. C. Van Woerkom, tot het maken van eene uitloo- zing. (127) 8®. Idem van J. Van Tongeren, tot het leggen van eene overhaalschouw aan de Witte-Singelgracht. (128) 9®. Voordracht betrekkelijk de assurantie der gemeente-eigendommen. (245 van 1881, 5 van 1882, 62, 111 en 129 van 1883). 10°. Rekening van het Stedelijk Werkhuis over 1882. (124) Tegenwoordig 18 leden, als: de heeren Driessen, De Goeje, Quant, Zaalberg, Knappert, Le Poole, Dercksen, Land, Van Dissel, Zaaijer, Bredius, Van der Zweep, Bool, Hartevelt, De Fremery, Juta, Verster en de Voorzitter. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 21 Juni jl. worden gelezen en goedgekeurd. De heer Cock heeft kennis gegeven verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. De Voorzitter deelt mede: 1®. Missive van de Ged. Staten van Zuid-Holland, van U/21 Juni jl. B n°. 263 (3aa afd.), G. S n°. 63, ten geleide van de goedgekeurde rekening der dienstd. Schutterij, dienst 1882. Aangenomen voor kennisgeving. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Verzoeken van Jan Plemp en W. H. Vermaas, om afschrijving van plaatselijke directe belasting, dienst 1883. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. en de Comm. van Fin. 2®. Verzoek van G. Den Haan, te Zoeterwoude, tot het leggen van een duiker door het Utrechtsche Jaagpad. 3°. Verzoek van M. Viruly Jz., tot het leggen van eene stoep voor het perceel aan de Haarlemmerstraat, hoek Paardensteeg. 4°. Verzoek van A. Klönne, te Dortmund, om vrijstelling van de be taling van boete wegens te late oplevering van het werk aan de Gasfabriek. 5®. Verzoek van het Bestuur van het H. G. of Arme Wees- en Kin derhuis, tot het leggen van een filter met loozing in den Ouden Rijn. 6®. Verzoek van Dr. J. C. Kist, om eervol ontslag tegen 1 October a.s., uit zijne betrekking van Stads-Geneeskundige. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 7®. Adres van J. A. G. Proot, agent der Brusselsche Brandverzekering- Maatschappij, houdende voorstel om de gemeente-eigendommen te doen verzekeren tegen brandschade bij de genoemde maatschappij. Te behandelen bij punt 9 der gedrukte agenda. 8°. Verzoeken van sollicitanten voor de betrekking van leeraar in de aardrijkskunde aan de Hoogere Burgerschool. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. De Voorzitter. Ik geef het woord aan den heer De Fremery, die het gevraagd heeft. De heer De Fremery. M. d. V.! Uit de handelingen van den Gemeen teraad, gepasseerden Maandag uitgekomen, is mij gebleken, dat ons ge acht medelid, de heer Cock, meent, als zoude door U zijn klacht over de lichtsterkte als juist en afdoende aangemerkt zijn. Ik kan echter niet aan nemen dat dit inderdaad het geval is geweest. Ook mijne medeleden in de Commissie zullen er waarschijnlijk prijs op stellen om de gegrondheid van die klacht te weerleggen, doch de gelegenheid om daarover onder ling in overleg te treden heeft ons tot nu toe ontbroken. Ik hoop dus, M. d. V., dat de Commissie door U in eene volgende Vergadering in de gelegenheid zal gesteld worden de beschouwingen van den heer Cock te weerleggen. Aan de orde is: I. Benoeming van drie Bestuursleden van het Stedelijk Werkhuis. (Zie Ing. St. n®. 423). Achereenvolgens worden met algemeene stemmen benoemd de heeren J. Van Heukelom Jr., C. J. Leembruggen en A. J. Krantz. II. Suppletoire staat van begrooting, dienst 4 883, van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (Zie Ing. St. n®. 420), Zonder discussie of hoofdelijke stemming goedgekeurd. ZlTTUfQV]sbslaq 1883. III. Suppletoire staat van begrooting en staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 4882, van het H. G. of Arme Wees-en Kinderhuis. (Zie Ing. St. n®. 424). Zonder discussie of hoofdelijke stemming goedgekeurd. IV. Verzoek van Gebr. Van Wijk C®., tot het leggen van twee waterafvoerkanalen. (Zie Ing. St. n°. 422). Zonder discussie of hoofdelijke stemming toegestaan. V. Verzoek van W. B. Slotboom, om restitutie van schoolgeld. (Zie Ing. St. n®. 425.) Zonder discussie of hoofdelijke stemming toegestaan. VI. Verzoek van Regenten van het Hofje Joost Fransen van der Lin- denspoort, ter bekoming van gemeentegrond. (Zie Ing. St. n®. 426.) De Voorzitter. De Commissie van Financiën heeft tegen dit verzoek geen bezwaar. Verlangt een der leden daarover het woord 7 Zonder discussie of hoofdelijke stemming toegestaan. VII. Verzoek van H. C. Van Woerkom, tot het maken van eene uitloozing. (Zie Ing. St. n®. 427.) Zonder discussie of hoofdelijke stemming toegestaan. VIII. Verzoek van J. Van Tongeren, tot het leggen van eene overhaal schouw aan de Witte-Singelgraeht. (Zie Ing. St. n®. 428.) De heer Driessen. M. de V. Wanneer de kosten voor de verlangde overhaalschouw toch niet ten laste van de gemeente komen, zie ik niet in welk bezwaar er tegen het toestaan van het verzoek kan zijn. Het zou toch een groot gerief voor de bewoners van de Kaiserstraat en het Rapenburg zijn, wanneer zij daarmede zonder omweg op de Singelgracht konden komen. De heer Bredius. Ik kan mij volkomen vereenigen met hetgeen zoo even door den heer Driessen is in het midden gebracht. Wanneer ik toch zie dat de Commissie van Fabricage van oordeel is dat, wanneer aan een dergelijk middel van gemeenschap behoefte ontstaat, dit door de zorg van het Gemeentebestuur moet worden aangelegd, ter wijl Burg. en Weth. in hun advies te kennen geven „dat er aan zooda nige verbinding van den Witten Singel met de Kaiserstraat geen behoefte bestaat," kom ik tot de conclusie dat de oprichting in geen geval van gemeentewege zal geschieden. Minder goed kan ik mij met de beide adviezen vereenigen wanneer op grond van die redenen voorgesteld wordt het verzoek van adressant te weigeren. De adressant toch ziet er voordeel voor zichzelf in, wil nog iets aan de gemeente betalen, terwijl het toch een zekere zaak is dat die overhaal vele menschen tot gerief zal strekken. Mocht de zaak onhoudbaar blijken, welnu, dan is het ergste, wat ons te wachten staat, dat de pont over eenigen tijd weer zal verdwijnen. Bovendien kan men aan de concessie alle mogelijke voorwaarden verbin den, die tot gerief en ten bate van de ingezetenen kunnen strekken. De heer Van der Zweep. Afgescheiden van alle zooeven gehoorde be schouwingen, meen ik dat een pont op dat punt geheel noodeloos is. Wanneer men van de Kaiserstraat naar den Singel wil komen, behoeft men over de brug bij de Doezastraat slechts een 400 passen om te loopen. Ik zie niet in dat dit zooveel bezwaar kan opleveren om daarvoor mis schien ten eeuwigen dage een privilege te scheppen. Want is een der gelijke zaak er eenmaal, dan gaat het niet zoo gemakkelijk die Weder weg te krijgen. De heer Verster. Wanneer er aan die overhaalschouw werkelijk geen behoefte bestaat, dan zullen wij haar niet, zooals de heer Van der Zweep beweert, ten eeuwigen dage behouden, maar zal zij al zeer spoedig ver dwijnen blijft zij integendeel bestaan dan blijkt daaruit m. i. dat in eene bestaande behoefte wordt voorzien. Of dit nu vanwege de gemeente of door een particulier geschiedt, doet m. i. weinig ter zake. De heer Bredius. Bij hetgeen ik zooeven gezegd heb, zou ik nog wel dit willen voegen, dat het niet iedereen is gegeven zulke groote stappen te doen als de heer Van der Zweep. Ik wil gaarne aannemen, dat wan neer men van den Witten Singel naar de Kaiserstraat moet, langs de Doezabrug 200 stappen van den heer Van der Zweep waarschijnlijk zullen uitreiken; ik voor mij geloof echter dat men minstens op 600 stappen moet rekenen, daar de weg altijd dubbel moet afgelegd worden. De heer Dercksen. Tegen het leggen van eene overhaalschouw, M. de V., bestaat bij mij hoegenaamd geen bezwaar. Het wachthuisje zal echter op den Witten Singel niet mooi staan en daarom zou ik U wel willen verzoe ken, bij de stemming deze zaken te willen splitsen, zoodat eerst gestemd wordt over de schouw en daarna over het plaatsen van het wachthuisje. De heer Van der Zweep. Ik zou nog wel even de opmerking willen maken dat de zaak, die wij op het oogenblik bespreken volstrekt geen Leidsch belang kan zijn, maar alleen dat van eene buitengemeente. De weinige bewoners van de Kaiserstraat zullen wel niet tegen de 2 a 300 groote passen van den heer Bredius opzien. De Voorzitter. Burg. en Weth. hebben zich vereenigd met het advies van de Comm. van Fabr., waarbij tevens de reden werd opgegeven, waar om zij tegen de inwilliging van het verzoek waren: n. 1. dat het maken van dergelijke communicatie-middelen behoort tot de zorg van het ge meentebestuur. Wij zouden naar ons inzien een verkeerden stap doen door in deze aan particulieren over te laten het initiatief te nemen en een be denkelijk antecedent scheppen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1883 | | pagina 1