35
Zitting van Donderdag 81 Juni 1883,
geopend 's namiddags te twee uren.
Voorzitter: de heer Burgemeester L. M. DE LAAT DE KANTER.
Te behandelen onderwerpen.
1°. Voordracht tot het verleenen van eervol ontslag aan den ambtenaar
belast met het toezicht op de honden. (109)
2°. Benoeming van een ambtenaar belast met het toezicht op de hon
den. (109)
3°. Verzoek van R. Jesse, om continuatie als gemeente-apotheker. (113)
4°. Benoeming van een lid der commissie voor het Stedelijk Museum. (116)
59. Idem van een commissaris der Bank van Leening. (119)
6°. Verzoek van J. Van Ulden, om kwijtschelding van boete. (105 en 108)
7°. Idem van H. Van Maanen, om ontslag als tweede onderwijzer aan
de Jongensschool der Ist® klasse. (106)
8°. Idem van A. Alt, om een stoep te leggen. (107)
9°. Idem van J. N. Van der Heyden, om een zerk te leggen. (107)
10°. Voordrachten betrekkelijk eene demping van een gedeelte der Binnen
vestgracht met de verzoeken der Leidsche Broodfabriek en J. Parmentier
Zn. (59, 70 en 110)
11®. Idem tot het verleenen van afschrijving van plaatselijke directe be
lasting. (112 en 118)
12°. Verzoek van Mevrouw Zegers Rijser, om restitutie van schoolgeld. (114)
13°. Voordracht betrekkelijk het jachtrecht op waterwild in de Vroon
wateren. (115)
14°. Rekening der Stedelijke Gasfabriek over 1882. (117)
Tegenwoordig 20 leden, alsde heeren Driessen, De Fremery, Hartevelt,
Bool, Bredius, Zaaijer, Van Dissel, Land, Dercksen, Le Poole, Verster,
Scheltema, Donner, Zaalberg, Quant, De Goeje, Juta. Cock, Knappert en
de Voorzitter.
De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag
31 Mei jl. worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede
1®. Dispositie van de Ged. Staten van Zuid-Holland, van 5/7 Juni jl.
B n°. 1572 (3de afd.), G.S. n°. 31, ten geleide van het goedgekeurd
kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1883.
2°. Idem als voren van 5/7 Juni jl. B n°. 1573 (3d® afd.), G.S. n°. 30,
ten geleide van het goedgekeurd raadsbesluit tot het onder de hand
afstaan der tienden te Leiderdorp, volgens taxatie.
3". Idem als voren van 11/16 Juni B n°. 1606 (3d® afd.), G.S. n#. 49/3,
ten geleide van het goedgekeurd raadsbesluit tot verhooging der begroo
ting, dienst 1883, in ontvangst en in uitgaaf met f 3500. (Plaatsing ge-
denkteeken Leidens Ontzet).
4°. Idem als voren van 11/16 Juni B n°. 1606 (3d« afd.), G.S. n°. 49/2,
ten geleide van het goedgekeurd raadsbesluit tot af- en overschrijving op
de begrooting dienst 1882, tot een bedrag van f 3452.
5°. Idem als voren van 11/16 Juni jl. B n°. 1603 (3d® afd.), G.S. n°. 44,
ten geleide van het goedgekeurd raadsbesluit tot afstand van grond van
het Delftsche jaagpad aan C. L. Van Dooren.
6°. Missive van Mr. H. Ter Haar Bz., houdende aanneming der benoe
ming tot leeraar in de staatswetenschappen aan de gemeente-instellingen
voor Middelbaar Onderwijs.
7°. Missive van den Minister van Binnenlandsche Zaken, houdende mede-
deeling van het subsidie voor 1883, ten behoeve van het Gymnasium,
ad f 8913.
Aangenomen voor kennisgeving.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Verzoek van J. De Lint te Tiel, om afschrijving van plaatselijke
directe belasting, dienst 1882.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. en de Comm. van Fin.
2°. Verzoek van Regenten van het Joost Fransen Van der Lindenshof,
tot inneming van gemeentegrond van de Van-der- Werfstraat.
3®. Verzoek van de Noord-Zuid-IIoll. Bierbrouwerij te 's Hage, om een
keldergat te mogen maken vóór het perceel Breêstraat 49.
4°. Verzoek van C. Blansjaar, om den eigendom van grond verkregen
na demping van een gedeelte der Zijlsingelsloot voor het perceel Kadaster
Sectie A n°. 1525.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
5°. Suppletoire staat van begrooting dienst 1883, van het Geref. Minne-
of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis.
6°. Suppletoire staat van begrooting en staat van af- en overschrijving
beide dienst 1882, van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis^
Worden gesteld in handen van de Comm. van Fin.
7®. Verzoek van Dr. G. J. Dozy, om eervol ontslag als leeraar in de
aardrijkskunde aan de Hoogere Burgerschool voor jongens.
8°. Verzoek van W. B. Slotboom, om restitutie van betaald schoolgeld
voor een kind, leerling der Jongensschool Ist® klasse.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
9°. Adres van eigenaars en bewoners van perceelen aan de Korte Mare,
houdende bezwaren tegen de voorgestelde wijze van demping enz. van
een gedeelte der Binnenvestgracht.
ZlTTINGVKRSLAG 1883.
Dit adres luidt als volgt:
Aan den Edel Achtbaren Raad der gemeente Leiden.
Geven met achting te kennende ondergeteekenden, allen eigenaren en
bewoners van perceelen gelegen ter weerszijden van de Korte Mare en
belanghebbenden bij het water van genoemde gracht.
Dat zij in de ingekomen stukken bij den Gemeenteraad van Leiden in
dato 5 en 8 Juni jl., van de Comm. van Fabr. en van Burg. en Weth.
hebben gelezen; dat Burg. en Weth. aan Uwe Vergadering voorstellen, op
grond van het aangevoerde door de Comm. van Fabr. aan Burg. en Weth.,
bij de demping der 4d® Binnenvestgracht te rioleeren naar de Korte Mare
de faecaliën dier gracht.
Dat nu reeds, in de zeer korte Korte Mare worden uitgeloosd alle
faecaliën der Lammermarkt en der daarop staande school, bezocht door
600 kinderen, dat ook in die Korte Mare uitloopt de Binnenvestgracht
gelegen tusschen dezelve en de Gasfabriek, evenals de Langegracht reeds
voor watergebruik verlaten door industriëelen als onbruikbaar voor hunne
inrichtingen.
Wat betreft de bewering der Comm. van Fabr. „dat juist de sterke
strooming van den Ouden Singel naar de Haarlemmertrekvaart geen bij
zondere vervuiling laat verwachten," nemen wij beleefdelijk de vrijheid
aan Uw College onze ervaring daaromtrent mede te deelen: dat de stroo
ming niet naar buiten maar eer in omgekeerde richting bestaat, hoe wei
nig die strooming dan ook zijn moge.
Dat meer genoemde bewoners der Korte Mare dagelijks ondervinden
door hunne reukorganen enz., hoe ellendig nu reeds de toestand van het
water in die gracht is.
Redenen waarom zij in het belang van het algemeen en voor den ge
zondheidstoestand der bewoners van die gracht in het bijzonder, UEd.
Achtb. verzoeken in geen geval te willen besluiten tot het rioleeren van
verdere faecaliën in de meer genoemde Korte Mare.
Leiden, 20 Juni 1883. 't Welk doende,
J. Van Heukelom Jr. J. Tihboel.
J. Kuiper. P. Van Leeuwen.
Gerritsen Douairière Barnaart.
J. Splinter. Wed. Rudolph.
O. W. P. Van Tussenbroek. Wed. O. Geerts.
G. Gesink. C. J. Leembruggen.
C. Van der Kaay. J. Wuyster.
C. G. Chavannes. Muller.
G. Van den Berg. J. J. Groenewoud.
J. De la Bije. Z. Van der Meij.
J. D. Van Wijk. H. Gaijkema.
F. Rietbergen.
Te behandelen bij punt 10 der gedrukte agenda.
De Voorzitter deelt nog mede:
1°. dat aan den met ingang van 1 Juli a.s. eervol ontslagen Inspecteur
van Politie G. De Groot een pensioen is toegekend van f 579, berekend
naar eene jaarwedde van f 965 en 36 dienstjaren.
2°. dat voor de verkiezing van 9 leden van den Gemeenteraad op
Dinsdag 17 Juli a.s., zitting zullen hebben in het Hoofdbureau de heeren
Bredius en Wilhelmy Damsté en in het onderbureau de heer Van Dissel
als Voorzitter en de heeren Zaalberg en Le Poole als leden.
Aan de orde is:
I. Voordracht tot het verleenen van eervol ontslag aan den ambtenaar
belast met het toezicht op de honden.
(Zie Ing. St. n°. 109).
Wordt eervol verleend.
II. Benoeming van een ambtenaar belast met het toezicht op de honden.
(Zie Ing. St. n°. 109).
De Voorzitter. Mag ik de heeren Bredius, Quant en De Goeje uit-
noodigen met mij het stembureau uit te maken?
De heer E. H. Grefe wordt benoemd met 14 stemmen; twee stemmen
waren uitgebracht op den heer R. Pronk; één biljet was blanco.
De heer Cock komt ter vergadering.
III. Verzoek van R. Jesse, om continuatie als Gemeente-apotheker.
(Zie Ing. St. n°. 113).
De heer R. Jesse wordt met 18 stemmen in zijne betrekking geconti
nueerd; de heer F. A. Verster verkreeg één stem.
IV. Benoeming van een lid der Commissie voor het Stedelijk Museum.
(Zie Ing. St. n°. 116).
De heer Verster. Alvorens tot deze stemming wordt overgegaan
M. d V., wensch ik te verklaren, ten einde wellicht noodelooze stemming
te voorkomen, dat ik voor de benoeming niet verlang in aanmerking te
komen, aangezien ik, eventueel benoemd zijnde, de betrekking niet zoude
aanvaarden.
De heer Knappert komt ter Vergadering.
De heer Hartevelt. Nu de heer Verster pertinent verklaart M. de V.,
de benoeming niet te zullen aannemen, zou ik wel willen voorstellen de
voordracht te laten aanvullen door het Bestuur van het Museum, aange
zien wij nu geen keuze meer kunnen doen uit twee personen, maar
per se verplicht zijn te stemmen op den tweeden van het voorgestelde
dubbeltal, waartegen nochtans bij mij persoonlijk geen bezwaar zoude bestaan.
De Voorzitter. De heer Hartevelt stelt voor punt 4 van de agenda
heden niet te behandelen, aangezien de heer Verster voor eene eventueele
benoeming zal bedanken en de voordracht aan het Bestuur van het
Stedelijk Museum te renvoyeeren ter aanvulling. Wordt dat voldoende
ondersteund?
Het voorstel wordt voldoende ondersteund en daarna zonder discussie
of hoofdelijke stemming aangenomen.