GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 103 INGEKOMEN STUKKEN. N°. 233: Leiden, 4 December 1882. Ons vereenigende met het advies van de Plaatselijke Schoolcommissie op het voorstel van het hoofd der Jongensschool van de 2de klasse tot tijde lijke uitbreiding van het hulppersoneel aan zijne school door de aanstelling van een derde onderwijzeres of derden onderwijzer, geven wij Uwe Ver gadering beleefd in overweging dienovereenkomstig te besluiten. De betrekkelijke stukken worden hierbij overgelegd. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders enz. Leiden, 20 November 1882. Bij dezen heb ik de eer UEd. Achtbaren te berichten, dat de kweeke- ling W. Van der Reyden met den 15den dezer de school heeft verlaten, alzoo hij eene betrekking buiten het onderwijs heeft gekozen. Zijn vertrek berooft mij van den laatsten kweekeling, dien ik had. Daar hem bovendien eene afdeeling der laagste klasse grootendeels was toevertrouwd, zie ik mij verplicht UEd. Achtbaren te verzoeken aan die afdeeling, welke 26 leerlingen telt, althans tijdelijk een onderwijzer of onderwijzeresse te willen aanstellen. Alleen de noodzakelijkheid heeft mij vrijheid gegeven UEd. Achtbaren dit verzoek te doen, in het vertrouwen, dat het door U in gunstige over weging zal genomen worden. Het hoofd der Openbare School voor voortgezet lager onderwijs 2de klasse voor Jongens. J. D. yan Wijk. Den Edel Achtbaren Heeren Burg. en Weth. van Leiden Leiden, 30 November 1882. In antwoord op Uw schrijven dd. 22 November 1882, n°. 1095, en onder terugzending van den daarbij gevoegden brief, hebben wij de eer U te berichten, dat wij geen bezwaar hebben tegen tijdelijke uitbreiding van het hulppersoneel der Jongensschool 2de klasse, door de aanstelling van een derden onderwijzer of eene derde onderwijzeres. De Plaatselijke Schoolcommissie, Aan Heeren Burg. en Weth. D. Bierens de Haan, Voorzitter, der Gemeente Leiden. J. S. D. van Doorn, Secretaris. N°. 334. Leiden, 7 December 1882. Ter vervulling van de vacatures, welke op 31 Deeember a. s. in onze commissie zullen ontstaan, door de periodieke aftreding van de heeren: I. Dr. A. Heijnsius, II. Dr. H. Boursse Wils, III. Dr. H. G. Van de SandeBakhuijzen, IV. Mr. F. Was, hebben wij de eer, ingevolge het voorschrift van art. 2 der plaatselijke verordening van 14 October 1880 (gemeenteblad n°. 8), de volgende aan bevelingen van twee personen aan Uwe vergadering te doen toekomen - I 1°. Dr. A. Heijnsius, 2». Mr. W. Van der Vlugt, I 1°. Dr. II. Boursse Wils, 1 2». Dr. H. Treub, T I 1". Dr. H. G. Van de Sande Bakhuijzen, III l 2®. Dr. E. F. Van Dissel, IV 1°. Mr. F. Was, 1V' (2°. Mr. J. A. F. Coebergh. Aan den Gemeenteraad De Plaatselijke Schoolcommissie, van Leiden. D. Bierens be Haan, Voorzitter. J. S. D. Van Doorn, Secretaris. N°. 335. Leiden, den 4 December 1882. Wij hebben de eer aan Uwe vergadering ter benoeming voor te dragen voor de betrekking van leeraar in de fransche taal aan het Gymnasium alhier den heer J. J. A. A. Frantzen, die tot 1 Januari 1883 tijdelijk met de waarneming dier betrekking is belast. De wijze, waarop de heer Frantzen zich tot dusver van zijne taak heeft gekweten, maakt alle aan beveling overbodig. Overeenkomstig art. 15 van de verordening van 5 Juni 1879 n°. 3 leg gen wij bij deze voordracht het advies over van den heer Inspecteur der Gymnasia. Aan den Gemeenteraad Curatoren van het Gymnasium alhier, alhier. C. Cock, Voorzitter. F. Was, Secretaris. N°. 333. Leiden, 7 December 1882. Onder overlegging van nevensgaand verzoek van A. W. Wijbrands geven wij Uwe vergadering in overweging aan adressant restitutie van betaald schoolgeld te verleenen over de maanden October en November j.l. tot een bedrag van f 30, zijnde voor vier kinderen, leerlingen der scholen Ist® klasse, f 45 door adressant betaald. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 5 December 1882. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen A. W. Wijbrands (woon achtig: Steenschuur, n®. 3): dat hij zich tegen het einde der vorige maand metterwoon in deze gemeente heeft gevestigd dat vier zijner kinderen met 1 December als leerlingen tot de scholen der lBte klasse zijn toegelaten; dat door hem het verschuldigde schoolgeld voor het bezoeken dier scholen, over het 4de kwartaal, ten volle is voldaan; dat hij nogthans meent, op grond van art. 2 der verordening van 11 November 1880 (gemeenteblad n®. 9 van 1882) aanspraak te kunnen maken op gedeeltelijke teruggave van het betaalde schoolgeld: Redenen waarom hij tot Uwe vergadering het eerbiedig verzoek richt, hem wel teruggave te willen doen verleenen van hetgeen door hem over het loopende kwartaal te veel werd betaald. 't Welk doende, A. W. Wijbrands. Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1882 | | pagina 1