GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 90 INGEKOMEN STUKKEN. N°. 338. Leiden, 30 November 1882. Aangezien het gebleken is dat enkele artikelen der begrooting dienst 1882 niet voldoende zullen zijn voor de behoeften, hebben wij de eer aan Uwe Vergadering hiernevens een suppletoiren staat ter vaststelling aan te bieden, strekkende tot verhooging van de betrekkelijke artikelen. De posten waarop een te kort zal ontstaan, zijn de volgende: Volgn. 68. Jaarwedden van de sluiswachters, brugwachters en derge lijke. Op de begrooting uitgetrokken 8550, reeds betaald 8409.93, vermoedelijk te kort 1060. Tot dusverre werd steeds voor Weeding een bedrag van 50 per man uitgetrokken, welke som gebleken is eenigs- zins te laag te wezen, terwijl dan ook sedert eenige jaren voor de klee ding der politieagenten een som van 65 per man wordt geraamd. Bovendien is in dit jaar gedeeltelijk moeten worden voorzien in eene nieuwe winterkleeding voor het personeel, zoodat ter zake thans meer moet worden uitgegeven dan in het volgend jaar zal moeten plaats heb ben. Eindelijk is ingevolge raadsbesluit van 12 Januari dezes jaars aan de brugwachters voor elk uur buitengewonen dienst eene som van ƒ0.10 uitgekeerd, vermits het na de vaststelling van de betrekkelijke verorde ningen bleek dat de dienst eenige uitbreiding behoefde. Volgn. 74. Druk- en bindwerk. Op de begrooting uitgetrokken ƒ1700, reeds betaald 1660.29, vermoedelijk te kort 200. Dit artikel zal waarschijnlijk een te kort van 150 a 200 opleveren, op grond van de vermeerdering van het drukwerk voor de gemeente, ook in verband met de invoering van de Drankwet, terwijl de Gemeentebladen zijn inge bonden, hetwelk in den regel om de 5 jaren geschiedt. Ook hebben de uitgaven over 1881 meer bedragen dan voor 1882 is uitgetrokken, zoo dat de raming voor 1883 bedraagt 1800. Volgn. 123. Kosten van toezicht en onderzoek der openbare huizen enz. Op de begrooting uitgetrokken 500, reeds betaald 396.70, vermoede lijk te kort 40. In den loop van dit jaar is behoefte ontstaan aan eenige voor dit onderzoek noodige voorwerpen, waarop bij de vaststelling der begrooting niet is gerekend. Ook blijkt uit de toelichting der begroo ting dat de specifieke raming bedraagt 575, terwijl in den regel slechts 500 wordt uitgetrokken, in verband met de laatst vastgestelde rekening. Volgn. 149. Onderstand, vervoer- en verplegingskosten, mitsgaders die van geneeskundige hulp aan arme en doortrekkende personen. Op de be grooting uitgetrokken 900, reeds betaald 900, vermoedelijk te kort 200. Reeds in de Memorie van Antwoord bij de behandeling van de begrooting voor 1883 werd medegedeeld, dat deze post in de laatste jaren een te kort oplevert. In 1880 werd uitgegeven 1100, in 1881 1000, terwijl voor 1883 mede 1000 werd geraamd. Herhaaldelijk doen zich gevallen voor dat van gemeentewege in de noodige hulp als bovenomschreven moet worden voorzien, terwijl mede uit dit artikel wor den bestreden de kosten van voeding voor arrestanten, die voor de Arron- dissements Rechtbank terecht moeten staan, alvorens deze naar 's Graven- hage kunnen worden overgebracht. Volgn. 159. Renten van de bijzondere geldleeningen. Op de begrooting uitgetrokken 16640, reeds betaald 8757.53, nog te betalen ƒ12671.875, te kort 4790. De eerste halfjaarlijksche coupons van de 4 pCt leening ad 500000, aangegaan krachtens raadsbesluit van 8/29 Augustus 1882 verschijnen den 2den Januari 1883, zoodat alsdan ter zake een som van 10000 zal moeten worden uitbetaald, terwijl bij de vaststelling der be grooting slechts voor een deel op de in dit jaar te sluiten geldleening is kunnen worden gerekend. Volgn. 161. Pensioenen, lijfrenten en wachtgelden, op de begrooting uitgetrokken 15620, reeds betaald 12604.30, nog te betalen 3561.94, vermoedelijk te kort 148. Sedert de vaststelling der begrooting voor dit jaar is pensioen toegekend aan 11. A. Kienjet, agent van politie, ad 107.63 en aan C. De Grijs, stadswerkman, ad 165.24 bij besluiten van 3 April j.l. Volgn. 171. Uitkeering aan het Rijk van het aandeel in de kwade pos ten wegens de directe belastingen. Uitgetrokken op de begrooting ƒ7350, nog te betalen 8264.895, te kort 915. Blijkens mededeeling van de Gedeputeerde Staten bij besluit van 16 October j.l. (prov. blad n°. 63). bedraagt het aandeel in de kwade posten voor deze gemeente, grondbelas ting 46.69, personeele belasting wegens het gedeelte der hoofdsom en opcenten 5403.75, wegens de gemeente-opcenten 2814.456, te zamen 8264.89®. Volgn. 176. Kosten van insinuatiën, notarieele acten en andere kleine uitgaven niet onder de vorenstaande hoofdstukken begrepen. Op de be grooting uitgetrokken ƒ300, reeds betaald ƒ286.39, nog te betalen ƒ788.61, vermoedelijk te kort 775. Uit dezen post moeten worden voldaan de kosten voor het uitschrijven van de 4 pCt. geldleening ad 250000, krach tens raadsbesluit van 13 April j.l., waarvan de inschrijvingen niet zijn gegund, alsmede van het drukken der obligatiën van de 4 pCt. leening ad 500000, krachtens raadsbesluit van 8/29 Augustus j.l. op welke uit gaven bij de vaststelling der begrooting niet is gerekend. Bovendien zijn uit dezen post bestreden de uitgaven voor den openbaren verkoop van gronden aan de Haarlemmertrekvaart waarvan geene gunning heeft plaats gehad. Het totaal dezer tekorten bedraagt alzoo 8128, waarin kan worden voorzien door verhooging van de volgende artikelen in ontvangst, als: Volgn. 42. Andere ontvangsten niet tot de vorenstaande behoorende, met 2428. Volgn. 49. Opbrengst van geldleeningen met 4700. en Volgn. 55. Renten wegens op prolongatie uitgegeven gelden, met 1000, te zamen uitmakende 8128. Op Volgn. 42 is meer ontvangen dan geraamd is o, a. op grond van de uitkeering van hetgeen aan de gemeente nog over 1881 toekwam wegens de Rijksbijdrage in de kosten van het Lager onderwijs. Op Volgn. 49, is ontvangen de rente over de maanden Juli, Augustus en September der geldleening ad 500000, krachtens art. 8 der voor waarden waarbij is bepaald dat de prijs van inschrijving bedraagt 97 pCt. met loopende rente van 1 Juli 1882 af tot den dag van in ontvangst- name, terwijl krachtens art. 10 de inschrijvingsprijs moest betaald worden van den dag van de toewijzing af tot uiterlijk den 30 September 1882. Op dit art. is alzoo aan rente ontvangen ongeveer 5000. Op Volgn. 55 wordt meer ontvangen dan geraamd is wegens het op prolongatie beleggen van een groot deel van de leening ad 500000. Gelijk Uwe vergadering reeds is medegedeeld is thans een bedrag van 277000 op zoodanige wijze belegd. Ten slotte nemen wij de vrijheid een suppletoiren staat tot verhooging der begrooting, dienst 1882, met genoemd bedrag van 8128 ter vast stelling aan te bieden. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N°. 339. Leiden, 30 November 1882. Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hierbij over te leggen het verzoekschrift van de firma W. Hoogenstraaten Co. betrekkelijk eene afsluiting des nachts van de Kerksteeg tusschen het Steenschuur en het Levendaal, met het daaromtrent ingewonnen advies van de Commissie van Fabricage. Tevens voegen wij hierbij twee bezwaarschriften, ingekomen naar aan leiding van eene door ons afgekondigde oproeping van belanghebbenden, terwijl geene mondelinge bezwaren zijn ingekomen. Naar het ons voorkomt worden de in die stukken aangevoerde bezwa ren door de voorwaarden welke door de Commissie van Fabricage worden voorgesteld aan de tot wederopzeggens te verleenen vergunning te ver binden, opgeheven terwijl wij overigens met de meerderheid dier Com missie van oordeel zijn dat tot de beperkte afsluiting zonder bezwaar kan worden overgegaan, waardoor onreinheid voorzeker kan worden voorkomen. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging de gevraagde vergunning onder de door de Commissie voorgestelde voorwaarden tot wederopzeggens te verleenen en daaraan nog te verbinden de voorwaar den, dat de hekken door en voor rekening van adressanten in voortdu rend goeden staat moeten worden onderhouden en dat de hekken gedu rende den tijd dat ze geopend zijn aan den muur worden vastgemaakt, een en ander ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders enz. Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen, W. Hoogenstraaten Co., fabrikanten van verduurzaamde levensmiddelen alhier dat de Kerksteeg, waarin hunne fabriek gelegen is, eene verbinding van het Steenschuur met het Levendaal daarstelt, waarvan overdag een zeer druk gebruik wordt gemaakt, voornamelijk door de arbeidende klasse; dat dit 's avonds, vooral laat echter alleen het geval is met personen, die deze passage kiezen tot het plegen van onzedelijke handelingen, het doen van behoeften, het wegwerpen van allerlei vuilnis en het maken van burengerucht; dat bedoelde personen in al deze handelingen begunstigd worden door de duisternis, die, ofschoon er eene lantaarn in de steeg is, op vele pun ten tengevolge van de kromming in den doorgang volslagen kan genoemd worden dat zij er sedert geruimen tijd op bedacht waren, te trachten hierin verbetering te brengen zoowel ter medewerking tot de openbare orde en zedelijkheid als voor de veiligheid hunner eigendommen en de ongestoorde nachtrust van een hunner; dat hiertoe naar hunne bescheidene meening politie-verordeningen zullen blijken onvoldoende te zijn dat zij zich daarom tot verschillende eigenaren en huurders, wier per- ceelen in deze passage uitkomen, gewend hebben met het doel, tot de wetenschap te geraken of deze eigenaren en huurders er zich mede kun nen vereenigen, dat er op kosten van adressanten aan den in- en uitgang der steeg een ijzeren hek wordt geplaatst, dat door de zorg der politie 's avonds bijv. ten elf uren gesloten en 's morgens naar gelang van het jaargetijde ten 5 of 6 uren op gelijke wijze wordt geopend, zooals zulks in vele groote steden bijv. Parijs, bij vele doorgangen of passages het geval is dat aan ieder der belanghebbenden eene sleutel zoude worden verstrekt dat aan de bovenzijde van het hek aan het Steenschuur eene gaslantaarn van gemeentewege zoude aangebracht en het licht verstrekt worden dat al die eigenaren en huurders verklaard hebben zich hiermede wel te kunnen vereenigen; dat zij zich te meer met eene gunstige beslissing op dit verzoek vleien, daar zich in deze steeg pakhuizen en magazijnen bevinden en slechts één huisje, dat van den tapper Steenbergen, die volgens zijn zeggen er zeer mede ingenomen zal zijn als hij door die afsluiting in het vervolg gevrij waard zal wezen voor nachtelijke bezoekers, die hij toch niet mag bin nenlaten en die hem nu dikwijls last en schade veroorzaken; dat voor de plaatsing van de bedoelde hekken echter Uwe toestemming vereischt wordt dat adressanten met bescheidenheid de vrijheid nemen er bij deze op te wijzen dat zij door hunne tak van industrie, meer dan andere fabri kanten, in vele lasten der gemeentenaren bijdragen, bijv. door aanzienlijk verbruik van gas en van duinwater; dat zij echter door de ligging hunner fabriek verstoken blijven van de lustendie daaruit voor andere burgers voortspruiten, n.I. voldoende ver lichting en reinheid bij hunne werkplaatsen en de woning van een hunner. Redenen waarom zij U dringend verzoeken het hierboven omschreven verzoek wel te willen inwilligen. 't Welk doende enz., Leiden, 12 October 1882. W. Hoooenstraaten Co. Leiden, den 31 October 1882. De firma W. Hoogenstraaten Co., heeft bij het hiernevens gevoegd adres verzocht voor hare rekening en onder hare zorg, de Kerksteeg

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1882 | | pagina 1