GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
79
INGEKOMEN STUKKEN.
N°. 170. Leiden, 29 Augustus 1882.
Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hiernevens over te leggen
de verzoeken van Mr. C. A. A. baron Van Pallandt, D. J. Ciggaar en
H. Huijg ter bekoming in eigendom van gronden aan de Haarlemmer
trekvaart, met de daaromtrent ingewonnen rapporten van de Commissie
van Fabricage. Onder verwijzing naar de raadsbesluiten van heden ten
aanzien van diergelijke verzoeken genomen, geven wij Uwe Vergade
ring in overweging de in de rapporten omschreven gronden aan adres
santen in eigendom af te staan, tegen betaling van de kosten van over
dracht en van den voorgestelden koopprijs, bedragende voor Baron Van
Pallandt, ten behoeve van zijn echtgenoote Jonkvrouwe C. M. Steengracht
ƒ200.—, D. J. Ciggaar 320.— en H. Huijg 192.50.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen,
Carel Anne Adriaan Baron Van Pallandt, grondeigenaar wonende te
Lisse, dat zijne echtgenoote de Hoogwelgeboren Vrouwe Cecilia Maria
Steengracht thans eigenares geworden zijnde van een strook boschgrond
langs de Haarlemmertrekvaart, bekend bij het kadaster der gemeente Noord-
wijkerhout onder sectie B n°. 731 ter grootte van 8 aren en 18 centi
aren, gaarne daar nog bij zou wenschen te bezitten de perceelen even
eens gelegen langs de Haarlemmertrekvaart, bekend bij het kadaster der
gemeente Noord wij kerhout onder sectie B n°. 732, 733 en 734 te zamen
ter grootte van 9 aren en 2 centiaren, welke perceelen thans in eigen
dom behooren aan de gemeente Leiden, dat hij bereid is voor die per
ceelen te voldoen aan de gemeente Leiden de som van tweehonderd gul
den, berekend tegen tweeduizend gulden het bunder.
Redenen waarom hij zich wendt tot den Gemeenteraad van Leiden ten
einde de eigendom van die perceelen sectie B n°. 732, 733 en 734 aan
zijn echtgenoote worde overgedragen.
't Welk doende,
Lisse, 22 Juli 1882. C. Van Pallandt.
Leiden, 23 Augustus 1882.
De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van Mr. C.
A. A. Baron van Pallandt te berichten, dat daarbij de eigendom wordt
gevraagd ten behoeve zijner echtgenoote Jonkvrouwe Cecilia Maria Steen
gracht, van drie perceelen, de gronden langs de Haarlemmertrekvaart aan
elkander grenzende en gelegen onder de Gemeente Noordwijkerhout, als
Sectie B n° 732 groot 82 Centiaren
733 570
734 250
Te zamen groot 902 Centiaren
tegen een koopprijs van ƒ200.of ruim ƒ2200.per bunder of hec
tare, dat daartegen geen bezwaar bestaat, omdat daardoor weder een ge
deelte der onverkochte geveilde perceelen wordt overgedragen en de koop
prijs naar billijkheid is berekend.
Aan Heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage.
der Gemeente Leiden.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Dirk Jan Ciggaar, Bouwman,
wonende onder de gemeente Sassenheim.
Dat hij in erfpacht bezit 1440 Centiaren boschgrond, gelegen aan de
Haarlemmertrekvaart onder Sassenheim in de Klinkenbergerpolder, Sectie
B, n°. 324.
Dat hij de vrijheid neemt den afkoop van dien erfpacht aan te bieden
voor het twintig malig bedrag, zijnde ƒ320, of ruim ƒ2200 per bunder
ten einde daardoor den eigendom te verkrijgen.
Reden waarom hij zich wendt tot den Gemeenteraad, om daarop een
gunstige beschikking te erlangen,
't Welk doende enz.
Sassenheim 24 Juni 1882. D. J. Ciggaar.
Leiden, 23 Augustus 1882.
De Comm. van Fab. heeft de eer op het request van Dirk Jan Ciggaar
te berichten, dat het door hem in erfpacht gebruikt perceel, gelegen aan
de Haarlemmertrekvaart onder de gemeente Sassenheim, sectie B n#. 324
ter grootte van 14 aren 40 centiaren aan zijn overleden vader in erf
pacht is verleend, tegen een jaarlijksche erfpacht van 16, die evenwel
door het overlijden is vervallen omdat de erfpacht was verleend personeel
zonder stilzwijgend op een ander te mogen overgaan, dat de koopwaarde
van dien grond tegen 320 zou bedragen 2222 per bunder en derhalve
de afkoop tegen den 20n penning daarmede in billijke verhouding staat,
zoodat de commissie vrijheid vindt op het daartoe strekkende verzoek
gunstig te adviseeren.
Aan Heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage.
der gemeente Leiden.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen,
Hendrik Huijg, koffiehuishouder wonende aan de Piet-Gijzenbrug onder
de gemeente Noordwijkerhout.
Dat hij in erfpacht bezit den grond waarop is gebouwd zijn huis en
schuur tegen een jaarlijksch recht van 2.50 en 5.20.
Dat hij gaarne den eigendom van den grond wenscht te verkrijgen
tegen afkoop van de erfpacht volgens den penning 25.
Waartoe hij bij deze eene gunstige beschikking is verzoekende.
't Welk doende, enz.
Noordwijkerhout, Augustus 1882. H. Huijg.
Leiden, 23 Augustus 1882.
De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van H. Huijg,
wonende aan de Piet-Gijzenbrug onder de Gemeente Noordwijkerhout, te
berichten, dat bij haar geen bezwaar bestaat, om tegen den afkoop der
erfpacht tegen den penning XXV, aan hem in eigendom over te dragen,
de aan den vorigen eigenaar J. Van Schie, tegen een erfpacht van ƒ5.50
en 2.20 in gebruik afgestane gronden en alzoo tegen een koopprijs van
ƒ192.50 behalve de kosten van overdracht, als onder de Gemeente Noord
wijkerhout
Sectie B n°. 383 groot 130 Centiaren
382 110
485 290
484 70
488 300
Te zamen groot 900 Centiaren,
de koopprijs alzoo berekend tegen ƒ2165.de bunder of hectare.
Aan Heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage,
der Gemeente Leiden.
N°. 171. Leiden, 28 Augustus 1882.
Ingevolge raadsbesluit van 18 Augustus 1870 werden de gronden aan
den Vestwal tusschen de voormalige Rijnsburgsche- en Marepoorten, waarop
de korenmolen „de Valk" en aanhoorigheden zijn gebouwd en de daarom
heen gelegen gronden bij het kadaster bekend onder sectie A n°. 21 en
22, ter grootte van 354 centiaren, aan Pieter Van Rhijn in gebruik gege
ven onder de navolgende voorwaarden, als:
1°. Dat de vergunning is personeel, precario en tot wederopzeggens toe.
2°. Dat voor het gebruik, nadat tegen betaling van het gewone ver-
boekrecht ad 8.75 de overboeking te zijnen name heeft plaats
gehad, door den gebruiker aan en ten behoeve van de gemeente
jaarlijks worde betaald eene recognitie van 17.50 te voldoen op
den laatsten December 1870 voor de eerste maal en zulks zoolang
de vergunning of het gebruik duurt.
3°. Dat de grond door eene min kostbare heining, rastering of hekwerk
van de aldaar gelegen burgerlijke begraafplaats worde afgescheiden
volgens de kadastrale aanwijzing, totdat later beschikkingen ten
aanzien van die begraafplaats zullen zijn genomen.
4°. Dat de vergunning dadelijk zal eindigen in de volgende gevallen.
a. Bij wanbetaling of in gebreke blijven der voldoening van de
verschuldigde recognitie.
b. Wanneer de molen geheel of gedeeltelijk wordt afgebroken of
geamoveerd.
c. In geval de gebruiker kwam te overlijden of de molen of
verdere gebouwen wierden vervreemd of daarvan eigendoms
overdracht plaats had.
d. Wanneer de vergunning of het gebruik door het Gemeente
bestuur wierd opgezegd.
5°. Dat bij het eindigen der vergunning of het ophouden van het ge
bruik, de gronden ter beschikking van de gemeente en haar bestuur
terugkeeren en de molen of de huizingen, binnen den door het
bestuur te bepalen tijd worden ontruimd en geamoveerd, wordende
het bestuur voor zooveel noodig door den gebruiker onherroepelijk
gemachtigd om wanneer de amotie niet binnen den bepaalden tijd
plaats heeft, haar te zijnen koste te doen bewerkstellingen.
6°. Dat in het geval sub 4 litt. c bedoeld de erfgenamen of nieuwe
verkrijgers het verzoek kunnen indienen tot het verkrijgen van eene
nieuwe vergunning waarop alsdan zal worden besloten zooals het
Gemeentebestuur vermeent te behooren.
Sedert is de gebruiker overleden en heeft de erfgename de wed. P.Van Rhijn,
geboren Schippers het verzoek ingediend om de gronden op dezelfde voor
waarden te mogen behouden, welk verzoek met het daaromtrent ingewon
nen bericht van de Commissie van Fabricage hierbijwordt overgelegd.
Evenmin als bij die Commissie bestaat bij ons college tegen de be
stendiging van den tegenwoordigen toestand bezwaar, zoodat wij Uwe
vergadering in overweging geven de vergunning tot gebruik onder de
gestelde voorwaarden ten name van adressante te doen overschrijven on
der bepaling dat de over dit jaar betaalde grondbelasting, bedragende
ongeveer 36, door de adressante aan de gemeente worde terugbetaald.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan Edel Achtbare Heeren Burgemeester en Wethouders der
gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen:
Wed. P. v. Rhijn, geb. Schippers dat zij UEdel Achtb. eerbiedig ver
zoekt het recht van opstal van den grond gelegen aan den Vestwal al
hier, bij het kadaster dezer gemeente bekend onder Sectie A n°. 21 en 22,
te mogen behouden hetgeen wijlen haar echtgenoot heeft genoten.
't Welk doende enz.,
Leiden, den 9 Augustus 1882. Wed. P. Van RhijnSchippers.
Leiden, 23 Augustus 1882.
De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van de Wed.
P. van Rhijn, geboren Schippers te berichten, dat bij haar geen bezwaar
bestaat tegen de overschrijving ten haren name van de vergunning bij
Raadsbesluit van 18 Augustus 1870 aan haar overleden man verleend,
betreffende het gebruik van den grond, waarop de korenmolen „de Valk"
op den Vestwal bij de Algemeene Begraafplaats, op dezelfde voorwaarden
mits daarenboven terugbetalende de over dit jaar verschuldigde grondbe
lasting, die tengevolge van de vertraging der aanvrage van de overboeking,
onder den aanslag der Gemeente Leiden is begrepen.
Aan Heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage.
der Gemeente Leiden.