GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
45
INGEKOMEN STUKKEN.
N°. ÏOO. Leiden, 8 Juni 1882.
De Comm. van Fin. heeft de eer Uwe vergadering mede te deelen dat
zij geen bedenkingen heeft op de ter onderzoek in hare handen gestelde
suppletoire begrooting en staat van af- en overschrijving van het Ned.
Israëlietisch Armbestuur alhier, dienst 1881, en stelt U voor die goed
te keuren.
Aan den Gemeenteraad.
De Commissie van Financiën, enz.
N°. 101. Leiden, 12 Juni 1882.
Wij hebben de eer Uwe vergadering hierbij over te leggen een staat,
vermeldende o.m. de namen van eenige aangeslagenen in de plaatsel. directe
belasting dezer gemeente over het jaar 1881, die de gemeente metter
woon verlaten hebben of overleden zijn, met voorstel om aan die perso
nen geheele of gedeeltelijke afschrijving of restitutie te verleenen voor de
sommen als in de 11 a° kolom van dien staat zijn uitgetrokken.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, 13 Juni 1882.
Ten aanzien van de in onze handen gestelde lijst vermeldende de namen
van eenige personen die de gemeente metterwoon verlaten hebben of
overleden zijn en in de plaatselijke directe belasting dezer gemeente over
het jaar 1881 waren aangeslagen, hebben wij de eer Uwe vergadering
mede te deelen, dat die lijst door ons is nagezien en wij daarop geene aan
merkingen hebben.
Wij geven U alzoo in overweging om de door Burg. en Weth. voor
gestelde afschrijving of restitutie te verleenen, en wel voor de sommen
als in kolom 11 dier lijst zijn uitgetrokken, tot een gezamenlijk bedrag
van f 290.43.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën enz.
N». 103. Leiden, 13 Juni 1882.
De Commissie van Financiën heeft het voorstel van Burg. en Weth.
tot kwijtschelding der nog door L. Van der Lubbe verschuldigde pacht
(Ing. St. N°. 93) overwogen. In beginsel is zij tegen dergelijke kwijt
scheldingen gestemd, daar naar haar oordeel de pachters behooren in te
staan voor de gevolgen, waartoe de verplichtingen leiden, die zij bij het
aangaan der pacht op zich nemen. Zij erkent intusschen dat er op dien
regel uitzonderingen zijn. De omstandigheden kunnen van dien aard zijn,
dat de billijkheid inderdaad vordert van eene strenge handhaving van
dat beginsel af te zien. Naar het oordeel der meerderheid is dit hier het
geval en zij acht zich daarom onbezwaard Uwer Vergadering in overwe
ging te geven, overeenkomstig het voorstel van Burg. en Weth. te be
schikken.
Een lid der Commissie heeft evenwel bezwaar tegen het verleenen van
de voorgestelde kwijtschelding, ook op grond dat daardoor een nadeelig
antecedent zoude worden gesteld ten aanzien van diergelijke aanvragen
in het vervolg.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N°. 103. Leiden, 13 Juni 1882.
De Commissie van Financiën heeft onderzocht den door het Bestuur
van het II. G. of Arme Wees- en Kinderhuis ingezonden suppletoiren staat
van begrooting, strekkende tot verhooging der begrooting, dienst 1882,
met 25000, in ontvangst door aflossing van hypotheken en in uitgaaf
voor vernieuwingen of verbeteringen van gehouwen, het gewoon onder
houd te boven gaande.
Zij heeft tegen de voorgestelde verhooging geene bedenkingen en geeft
Uwer Vergadering mitsdien in overweging den suppletoiren staat goed te
keuren.
Aan den Gemeenteraad.
De Commissie van Financiën enz.
Leiden, 9 Juni 1882.
Bij overlegging van dezen staat van suppletoire begrooting over het
dienstjaar 1882 achten wij het noodzakelijk eenige inlichtingen te geven.
Die staat geeft een uitgave van f 25000 en een inkomst van 25000,
te vinden uit af te lossen of afgeloste hypothecaire inschrijvingen.
Die gelden wenschen wij te besteden aan een gansche reorganisatie
van het gesticht. Nevensgaande plannen dienen daarbij als toelichting.
Plan A., geeft den ouden toestand te zien,
Plan B. grondplan, benedenverdieping,
Plan C. bovenverdieping.
In een oogwenk kan men zien dat het gedeelte op de Ilooglandsche
Kerkgracht wordt behouden. Het noordelijk deel op den Rijn wordt af
gesneden.
Reeds voor een tiental jaren achtte het bestuur van het weeshuis het
wenschelijk de inrichting te veranderen, omdat van lieverlede de behoefte
aan een dergelijke uitgebreide ruimte verminderde en er groote vertrek
ken ledig kwamen, die niet gebruikt werden en onderhouden moesten
worden.
Dat zulks geschiedde was een gevolg:
1°. van het opheffen der weeshuisschool.
2°. van het opheffen der bewaarschool.
3°. van het ontslag der kinderen op 21-jarigen leeftijd.
4°. van het afschaffen der ondersuppoosten (ommegaanders), die elk een
afzonderlijke kamer hadden.
5°. van het afschaffen der schoenmakerij en de daarbij benoodigde leder
bergplaatsen.
Reeds stonden ledig de slachterij en de wasscherij.
Een tal van groote lokalen zijn hierdoor vrij gekomen en voor doel
einden aangewezen waarvoor zij te groot zijn.
Bij dezen toestand zij opgemerkt dat het riolen- en privatenstelsel
zeer veel te wenschen overlaat; zoodat meermalen de vraag ter tafel
kwam hierin verandering te brengen, gedeeltelijk werden wijzigingen aan
gebracht, zooals bij de kleine kinderkamers. Thans wenschten wij weder
deze zaak terhand te nemen en afdoende te regelen; de uitgave zou circa
f 5000 bedragen.
Voor drie jaren lieten wij op nieuw een plan van nieuwe inrichting
opmaken, het plan in hoofdzaak aan nevensgaand plan gelijk, genoot bij
val, doch de groote kosten, en de meening van den ons adviseerenden
deskundige dat het wenschelijker ware eene nieuwe inrichting te bouwen,
deden van de uitvoering voorloopig afzien. Verleden jaar ging men echter
over tot een gedeeltelijke uitvoering. De jongens-recreatiezaal werd inge
richt en het bewijs daardoor geleverd dat, indien er in deze oude kloos
terlokalen slechts licht aangebracht wordt en de vertrekken wat vriende
lijker worden gemaakt, een uitstekend weeshuis van onze oude stichting
te maken is.
Dat is ook de meening van den deskundige dien wij thans raadpleegden.
Het nieuwe plan beveelt zich aan
1°. door dat een aanhoudend toezicht der over het gesticht aangestelde
suppoosten daardoor mogelijk is. Boven en beneden zijn verbin
dende gangen aangebracht, die de twee zijvleugels met het midden
punt vereenigen.
Vroeger was het onmogelijk van den eenen kant naar den anderen
te gaan, zonder een trap af- en de plaats over te loopen.
2°. Het onderhoud wordt gemakkelijker, daar alle ledigstaande lokalen
vervallen.
3°. Minder kostbaar, daar minder personeel voor de inrichting vereischt
wordt.
4°. Uit een hygiënisch oogpunt, gezonder.
a. Daar alle privaten en urinoirs van de kamers zullen verdwijnen, de
beerputten uit de kelders en de rioleering in verband zal gebracht
worden met die op de Kerkgracht.
De privaten worden in goed geventileerde trappen huizen aangebracht.
b. Omdat alle kamers thans voldoende zonlicht zullen ontvangen, b. v.
de gezelschapszalen en slaapzalen, zullen zuider zon genieten, vroeger
ontvingen die geen of genoezaam geen zon.
Tegenover deze voordeelen, uit paedagogisch, administratief en hygië
nisch oogpunt staat geen nadeel over van flnancieelen aard.
Komen wij thans reeds met onze financiën uit, het economische dezer
inrichting zal de bate verhoogen en het afgesneden deel de renten der
afgeloste hypothecaire obligatiën kunnen goedmaken.
Namens het Bestuur van het Heilige
Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis,
J. J. Prins, President.
W. Pleyte, Secretaris.
Aan Heeren Burg. en Weth.
der Gemeente Leiden.
NO. 104. Leiden, 13 Juni 1882.
De Commissie van Financiën heeft geene bedenkingen tegen de voor
stellen van Burg. en Weth., tot afstand van een gedeelte water van de
Haarlemmertrekvaart, aan den heer J. Scheltema en tot afwijzing van
het verzoek van den pachter der opbrengst van de tolgelden van het
Delftsche trekpad, om vermindering van de verschuldigde pachtsom.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF.