19 Zitting Tan Donderdag 13 April 1892, P geopend 's namiddags te twee uren. Voorzitter: de heer Burgemeester L. M. DE LAAT DE KANTER. Te behandelen onderwerpen 1®. Verzoek van B. Van Velzen, wed. C. Omvlee, om continuatie als Stads- vroedvrouw. (52) 2®. Idem als voren van Dr. J. C. Kist, als Stadsgeneesheer. (56) 3 Benoeming van een Regent van de R.-K. Armen en het Wees- en Oudeliedenhuis. (58) 4». Idem van een tijdelijken Wethouder, 5°. Idem van een Ambtenaar van den Burgerlijken Stand. 6 Verzoek van J. De Graaf, ter bekoming van grond aan de Spanjaards- brug. (55) 7®. Voordracht betrekkelijk den aanleg van duinwaterbuizen in eenige straten en grachten der gemeente. (49 en 53) 8®. Idem tot het aangaan van eene geldleening ten behoeve der gemeente. (57) Tegenwoordig 24 leden, als: de heeren Hartevelt, Zaaijer, Wilhelmy Damsté, Bredius, Van der Zweep, Land, Le Poole, Van Wensen, Driessen, Bool, De Clercq, De Goeje, Quant, Zaalberg, Knappert, Donner, Du Rieu, Verster, Dercksen, De Fremery, Cock, Juta, Buys en De Laat de Kanter. De heer Librecht Lezwijn heeft kennis gegeven dat hij verhinderd is de vergadering bij te wonen. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 23 Maart jl. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: 1®. Dispositie van de Ged. Staten van Zuid-Holland, dd. 23/30 Maart Pu n°* afd0 Cb S. n°. 39, ten geleide van de goedgekeurde raadsbesluiten tot onderhandsche verhuring aan het Raamland onder Zoe- terwoude aan de wed. Kooreman en tot afstand van grond van het Plant soen aan de eigenaars van de daarlangs gelegen woningen. 2°. Dispositie als voren, van 28/31 Maart jl. B. n®. 153 (2e afd.) G. S. n. geleide van het goedgekeurd raadsbesluit tot af- en overschrij ving op de begrooting der dd. Schutterij dienst 1881. 3°. Missive van de Ged. Staten van 21/29 Maart jl. B. n®. 533 (3e afd.) G. S. n°. 14/2, ten geleide van de afwijzende beschikking op de reclame van regenten van het Walsche Wees- en Oudeliedenhuis tegen den aan slag in de pi. dir. belasting van G. J. Van der Weyden. Deze missive luidt als volgt: Nader voorgenomen het in de notulen van hun college dd. 20 Februari 11. onder n®. 39 vermelde bezwaarschrift van Regenten van het Walsche Weeshuis te Leiden, tegen den aanslag van hunne pupille Mej. G. J. Van der Weijden in de plaatselijke directe belasting te Leiden dienst 1881. Gehoord het rapport van de leden der betrokken afdeeling van hun col lege na onderzoek der ter zake dienende stukken; Overwegende dat reclamanten pupille G. J. Van der Weijden ambts halve in de plaatselijke directe belasting dienst 1881, voor 10 maanden is aangeslagen naar een belastbaar inkomen van f 550, Overwegende dat reclamanten tegen dien aanslag bezwaren inbrengen, omdat genoemde minderjarige reeds vóór 1 Januari 1881 ter plaatse woonde en dus niet kon worden belast voor een inkomen, hetwelk zij eerst in den loop van het dienstjaar heeft gekregen. Overwegende dat wel is waar reclamanten teregt aanvoeren, dat krach tens art. 12 van het besluit tot heffing der plaatselijke directe belasting de persoon in quaestie niet was te belasten, doch dat daaruit nog niet volgt dat zij, die bij de primitieve aanslagsregeling voor het bijdragen in den hoofdelijken omslag niet in de termen vielen, doch in den loop van het dienstjaar onder art. 2 der verordening vallen, niet in den om slag, naar tijdsgelang zouden hebben bij te dragen: dat zulks noch bij de letter, noch met den geest van del®'8 alinea van art. 245 der gemeentewet, noch ook met de billijkheid zou zijn overeen te brengen, omdat die wetsbepaling juist ten grondslag heeft om, behou dens de bepaaldelijk vermelde uitzonderingen, de ingezetenen in de lasten der gemeente te doen dragen dat dan ook art. 13, 2° lid van het besluit tot heffing eischt dat zij die later belastingschuldig worden d. i. na 1 Januari tot aangifte verpligt zijn en bij gevolg naar tijdsgelang in de plaatselijke directe°be- lasting over dat gedeelte van het jaar moeten bijdragen dat mitsdien de aanslag wel en te regt heeft plaats gehad. Hebben besloten. De reclame af te wijzen. Gedeputeerde Staten voornoemd. Fock, Voorzitter, s Gravenhage, den 21 Maart 1882. F. Tavenraat, Griffier. 4®. Missive van de Ged. Staten dd. 28 Maart/3 April jl. B. n®. 951 (l8 afd.) G. S. n®. 48, ten geleide van een afschrift van het Kon. besluit van 18 Maart n®. 6, waarbij voor 5 jaren concessie wordt verleend tot tolheffing aan den Rijnsburger vliet. 5®. Missive van de Ged. Staten dd. 27 Maart/5 April jl. B. n®. 753 (38 afd.) G, S. n®. 3/1, ten geleide van een afschrift der beschikking van den Min. van Binnenl. Zaken tot regeling van de rijksbijdrage in de kos ten van het lager onderwijs, dienst 1880. 6®. Dispositie van de Ged. Staten dd. 4/8 April jl. B. n®. 902 (38 afd.) G. S. n®. 62, ten geleide van de goedgekeurde raadsbesluiten van 23 Maart jl. tot afstand van grond van het Delftsche jaagpad aan den heer Swaan en van een gedeelte sloot langs den Hoogen Rijndijk aan mr. H. Hemmingson. ZlTÏINSVBBStAO 1882. 7®. Missive van de Ged. Staten van 3/8 April jl. B. n®. 1004 (l8 afd.) G. S. n®. 23, ten geleide van een afschrift van het Kon. besluit waarbij opnieuwv oor den tijd van 5 jaren vergunning wordt verleend tot heffing van tol aan den Delftschen Vliet. 8. Missive van het bestuur der afdeeling Leiden en omstreken, van de NederI. Maatsch. van tuinbouw en plantenkunde, houdende dankbetuiging voor de gunstige beschikking op het verzoek om subsidie voor de te houden tentoonstelling. Deze worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1®. Adres van den heer J. Van Schravendijk, houdende verzoek om ontslag als lid van het bestuur van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis. 2®. Verzoek van J. Van der Plas, om inname van gemeentegrond van de Fabiaanspoort aan de Steenstraat. 3®. Rekening en verantwoording van de Bank van Leening over 1881. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 4®. Verslag over 1881 van de Stadsbank van Leening. 5®. Idem van de Commissie van het Museum. Zullen in het gemeenteverslag worden opgenomen. 6». Adres van de kamer van Koophandel en Fabrieken waarbij de op richting van een los- en ladingplaats wordt verzocht aan den Singel over de Gasfabriek. 7®. Adres van den directeur der Leidsche Sajetfabriek en andere indus- tnëelen en fabrikanten alhier, in zake den aanleg en de exploitatie van eene los- en ladingplaats bovenbedoeld. 8®. Verzoek van M. Spruit te Leiderdorp, tot het doen rooien van een boom voor zijne woning „Veldzicht" aan de Haarlemmertrekvaart. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. De Voorzitter deelt vervolgens mede: dat aan H. A. Kienjet, eervol ontslagen agent van politie der 38 kl. met ingang van 1 Maart jl., een pensioen is toegekend van f 107 63' sjaars, berekend naar eene jaarwedde van f 615enl0| dienstjaren, inge volge art. 3 punt IV van de verordening op het verleenen van pensioen. en aan C. De Grijs, eervol ontslagen stads-werkman, met ingang van a. s. een pensioen van f 165.24 berekend naar eene jaarwedde van f 338 en 29 /3 dienstjaren ingevolge art 3 punt I van bovenbedoelde ver- ordening. Dat Ged. Staten bij besluit van 4 April jl. n®. 32, hebben bepaald dat de gemeente-rekeningen over 1881 met de daarbij behoorende bescheiden uiterlijk op den 31 Augustus 1882 aan hen moeten worden ingezonden. Aan de orde is: ci zo®k van B" Van Velzen wed. C. Omvlee, om continuatie als ötads-Vroedvrouw. (Zie Ing. St. n». 52). De Voorzitter. Mag ik de heeren Le Poole, De Goeje en Zaalberg verzoeken met mij het stembureau uit te maken? De heer Juta komt ter Vergadering. Het verzoek om continuatie wordt met algemeene stemmen toegestaan. II. Idem als voren van Dr. J. C. Kist als Stadsgeneesheer. De heer Donner. Ik wenschte een enkele vraag tot U te richten M d V geen aanmerking, maar slechts een vraag, nl. deze, waarom 'men juist maar drie armbesturen om advies gevraagd heeft, die men met den naam van groote betitelt, en waaronder men ook het Israëlietische telt. Kon men er dit laatste vroeger misschien toe rekenen, op het oogenblik kan het zeker met gezegd worden tot de groote armbesturen te behooren. Er zijn in de stad grootere die niet geraadpleegd zijn geworden. Nu zal in deze wel de usance gevolgd zijn van vroegere jaren, maar mag men daar mede thans nog wel blijven voortgaan. De Voorzitter. Zooals U terecht opmerkt, is hierbij eenvoudig de usance gevolgd. De heer Donner. Dat is ook mijn gedachte geweest, maar ik wenschte er op te wijzen dat er ook andere kerkbesturen zijn, die bij de zaak be lang hebben, en in grootte niet voor de geraadpleegde onderdoen. De Voorzitter, Ik zal de zaak zeer gaarne bij het college van Dagel. Bestuur ter sprake brengen. De heer Donner. Ik dank U voor de gedane toezegging, M. d. V. Het verzoek wordt met algemeene stemmen toegestaan. III. Benoeming van een regent van de R.-K. armen en het Wees- en Oudeliedenhuis. (Zie Ing. St. n®. 58). De heer Buys komt ter Vergadering. Benoemd wordt de heer Mr. C. H. P. Klaverwijden met 21 stemmen, terwijl 2 biljetten blanco waren gelaten. IV. Benoeming van een tijdelijken Wethouder. Benoemd wordt de heer H. J. Bool met 15 stemmen. Op den heer Scheltema waren 7 stemmen uitgebracht, op de heeren De Clercq en Le Poole ieder ééne stem. De Voorzitter. Verlangt de heer Bool zich dadelijk te verklaren of hij de benoeming aanneemt of wenscht hij die in beraad te houden?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1882 | | pagina 1