11 Zitting van Donderdag 10 Februari 1882, geopend 's namiddags te half drie. Voorzitter: de heer Burgemeester L. M. DE LAAT DE KANTER. Te behandelen onderwerpen 1®. Benoeming van eene derde onderwijzeres aan de school n°. 3 van de 3a® klasse. (20) 2°. Idem van een lid van het Bestuur van het H. G. of Arme Wees- of Kinderhuis. (19) 3®. Verzoek van D. F. Van Heyst, om ontslag als Regent van het Ge reformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (21) ■4°. Idem van W. A. Van Lith, om vrijstelling van art. 221 der Alge- meene Politieverordening. (22) 5°. Voorstel betrekkelijk de verhuring van het Raamland onder Zoeter- woude. (16 en 26) 6°. Idem betrekkelijk de toelating van kinderen uit Zoeterwoude op de scholen 3de en 4a® klasse. (17) 7°. Idem betrekkelijk den verkoop van grond aan de Haarlemmertrek vaart. (18 en 26) 8°. Verzoek van H. W. J. C. Swaan, omtrent de demping van de Sin- gelsloot langs Vreewijk. (24) 9°. Voorstel tot wijziging van het tarief der tolheffing aan het Delftsche trekpad. (25) 10°. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1881, van het Geref. Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (15) Tegenwoordig 24 leden, alsde heeren Verster, Wilhelmy Damsté, Zaaijer, Van der Zweep, Bredius, Juta, Librecht Lezwijn, De Clercq, Har- tevelt, Bool, De Fremery, Quant, Zaalberg, Knappert, Scheltema, Du Rieu, Donner, Le Poole, Dercksen, Buys, Van Dissel, Driessen, De Goeje en De Laat de Kanter. De heer Van Wensen heeft medegedeeld dat hij verhinderd was de ver gadering bij te wonen. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 26 Januari jl. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: 1®. Dispositie van de Ged. Staten van Zuid-Holland, dd. 31 Jan./8Febr. •1882, B. n°. 286 (1® afd.) G. S. n°. 42, ten geleide van het goedgekeurde 3e suppletoir kohier der plaats, directe belasting, dienst 1881. 2°. Missive van de Ged. Staten, dd. 6/9 Februari 1882, B. n°. 268 (3® afd.) G. S. n°. 1, ten geleide van de bij Kon. besluit van 24 Januari jl. n®. 4 goedgekeurde raadsbesluiten tot heffing van schoolgeld op de openbare lagere scholen te Leiden en tot regeling van het gemeentelijk recht voor het verleenen van vergunning tot uitoefening van den klein handel in sterken drank, 3°. Missive van D. Vente, houdende mededeeling dat hij de benoeming tot derden onderwijzer aan de school n°. 1 der 3a® klasse aanneemt. Deze worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Verzoek van F. J. De Jong, tot het doen rooien van een boom aan den Zijlsingel voor zijn nieuw gebouwde woning. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. 2°. Verzoek van den heer H. C. J. De Testa, om vermindering van zijn aanslag in de plaats, directe belasting, dienst 1881. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. en de Comm. van Fin. 3°. Verzoek van Mr. H. Hemmingson, om vergunning tot demping van een gedeelte sloot aan den Hoogen Rijndijk en tot plaatsing van een ijzeren hek. 4°. Adres van de Gebr. Van Hoeken c. s., houdende bezwaren tegen het leggen van een vaste brug over de Stink- of Slaagsloot in verband met de aansluiting van de Gasfabriek met den Holl. IJzeren Spoorweg. 5°. Adres van Directeuren der IJsel-Stoomtramweg-Maatschappij, hou dende verzoek om concessie voor den aanleg en de exploitatie van een Stoomtramweg ter verbinding der gemeente Leiden met den Warmonderweg. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. De Voorzitter deelt mede: dat voor het jaar 1882 de commissie tot voorlichting van Burg. en Weth. bij het opmaken van het kohier der plaats, directe belasting voor- loopig bestaat uit de heeren: J. Plemp, J. C. Meysing, J. Van der Togt, W. C. Zuurdeeg, A. Boekwijt, D. Pander, G. Wilhelmy Damsté, Dr. G. Zaalberg en S. C. M. Knappert. Dat wederom f 10.000 is afgelost in de tijdelijke geldleening, terwijl die thans nog bedraagt f 85.000. Aan de orde is: I. Benoeming van eene derde onderwijzeres aan de school n°. 3 van de 3a® klasse. (Zie Ing. St. n®. 20). De Voorzitter. Ik verzoek de heeren Zaaijer, Le Poole en Dercksen met mij het stembureau uit te maken. Benoemd wordt mej. Cornelia Dikshoorn met 20 stemmen. 4 stemmen waren in blanco uitgebracht. Zitting vebslag 1882. II. Benoeming van een lid van het Bestuur van het II. G. of Arme Wees- en Kinderhuis. (Zie Ing. St. n°. 19). Benoemd wordt de heer G. F. Alsche met 20 stemmen, tegen 2 op Dr. C. J. Van Ketwich, terwijl 2 stemmen in blanco waren uitgebracht. III. Verzoek van D. F. Van Heyst, om ontslag als regent van het Ge reformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (Zie Ing. St. n°. 21). Wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming eervol verleend, onder dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten door adressant in die betrekking aan de gemeente bewezen. IV. Verzoek van W. A. Van Lith, om vrijstelling van art. 221 der Algemeene Politieverordening. (Zie Ing. St. n°. 22). De heer Van Dissel. M. d. V., het komt mij voor dat elke afwijking van de bouwverordening eene bepaalde reden moet hebben. Die reden nu vind ik bij n°. 22 door Burg. en Weth. niet opgegeven. Vóór ik dus mijn stem aan het bedoelde voorstel kan geven, wenschte ik wel inlichting te ontvangen waarom de heer Van Lith voor zijn bergplaats van hout in een volkrijk gedeelte van de stad niet aan dezelfde verplichting zou ge houden zijn als anderen. De heer Du Rieu. Ik zal nog iets verder gaan dan de heer Van Dis sel en wel mededeelen dat ik mij moeilijk met het voorstel van Burg. en Weth. kan vereenigen. Naar mijne meening toch heeft het voorschrift der verordening voornamelijk het oog op brandgevaar. Daar nu de bergplaats in quaestie nog al ver van de gracht af staat meen ik dat het verzoek niet mag toegestaan worden. Bovendien heeft niet lang geleden in diezelfde buurt een ernstige brand gewoed in een meubelmakerswerkplaats, die toen naar ik geloof, slechts met heel veel moeite gebluscht is kunnen worden. De Voorzitter. De reden waarom het verzoek gedaan is, ligt voorna melijk hierin dat het verwerken en verplaatsen van houtwaren van eenige afmeting bezwaarlijk kan geschieden zonder een zeer groot getal openin gen, gelijk ook uit de teekening blijkt. Een dergelijke houtzolder is bijna raam aan raam of luik aan luik, zoodat, wanneer men die ruimte er af- neèmt voor metselwerk, zeer weinig plaats overblijft. Het onderste gedeelte is overigens blijkens de teekening van steen. Bovendien wensch ik nog in herinnering te brengen dat de Raad vroeger een dergelijk verzoek van de Gebroeders Van Hotken, voor hunne houtbergplaats op de Gedempte Min nebroersgracht, heeft toegestaan. Burg. en Weth. zien er thans evenmin bezwaar in en hebben dus vrijheid gevonden het voorstel aan den Raad te doen. De heer Van Dissel. Mij dunkt dat al moge ook het door den Voor zitter aangevoerde de ontheffing van de verplichting verklaren en legiti- meeren, wat de steenen zijwanden betreft, zoo kan dit nooit leiden tot de vergunning om asphaltpapier als dakbedekking te gebruiken. Nu bewe ren de leveranciers wel dat asphalt niet brandbaar is, maar ik geloof dat men het daarmede niet zoo nauw moet nemen en dat daarentegen asphalt wel degelijk in brand kan geraken, in ieder geval veel eer dan een pan nendak. Wanneer men dus ter wille van een bepaalde trafiek er toe over mocht gaan om ontheffing van de steenen zijmuren te verleenen, zie ik voor mij geen enkele reden om dit ook voor de pannen dakbedekking te doen. De Voorzitter. Wanneer ik mij niet vergis, is het een bekende zaak dat asphaltpapier niet brandbaar is. De heer Driessen. Ik kan niet geheel beamen wat door den heer Van Dissel is aangevoerd, ik wil niet beweren dat asphaltbekleeding is geheel onbrandbaar, maar de reden waarom de brandwaarborgmaatschappijen asphaltbedekking bij de daken boven die met pannen prefereeren is deze dat de laatste luchtzuiging doorlaten wat bij asphaltpapier niet het geval is, omdat dit volkomen luchtdicht is. De Voorzitter. Ik geloof dat de omstandigheid dat brandwaarborg maatschappijen asphaltpapier voor dakbedekking prefereeren boven dak pannen, wel als een sterk argument voor mijn gevoelen mag gelden. Was het toch brandbaar dan zou die voorkeur bij de assurantiemaatschappijen niet bestaan. Ik voor mij heb ook altijd gehoord, dat het zoo goed als on brandbaar was. De beraadslaging wordt gesloten. In stemming gebracht, wordt het verzoek toegestaan met 20 tegen 4 stemmen. Tegen de heeren: Du Rieu, Buys, Van Dissel en Verster. V. Voorstel betrekkelijk de verhuring van het Raamland onder Zoe terwoude. (Zie Ing. St. n°. 16 en 26). Met algemeene stemmen goedgekeurd. VI. Voorstel betrekkelijk de toelating van kinderen uit Zoeterwoude op de scholen der 3a® en 4a® klasse. (Zie Ing. St. n°. 17). Zonder hooofdelijke stemming goedgekeurd. VII. Voorstel betrekkelijk den verkoop van grond aan de Haarlemmer trekvaart. (Zie Ing. St. n°. 18 en 26). De heer Buys. Op zich zelf, M. d. V. heb ik niets tegen het voorstel, maar ik wensch toch op te merken dat ik in het conceptbesluit de bepa ling mis, dat de opbrengst van die gronden zal worden besteed tot aan koop van rentegevende schuld. Het zal zeker wel de bedoeling zijn kapi-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1882 | | pagina 1