GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 125 INGEKOMEN STUKKEN. I N°. 264. Leiden, 5 December 1881. Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek hebben de eer Uwe Vergade ring hierbij over te leggen het bij hen ingekomen rapport van den des kundige, betreffende de lichtsterkte van het lichtgas. De Fremery. J. I. 'Van Wensen. Aan den Gemeenteraad van Leiden. J. c. Van der Zweep. Leiden, 3 December 1881. Ik heb de eer U te berichten, dat ik gedurende de maand November 11. voor het lichtvermogen ,van het gas der Stedelijke Gasfabriek alhier, ge vonden heb: Gemiddeldewaarde17.12. Grootste 18.16. Kleinste 15.66. Wegens den door bekende omstandigheden veroorzaakten onvoldoenden aanvoer van gas, hebben er, gedurende de negen laatste dagen der maand, geene bepalingen van het lichtvermogen kunnen plaats grijpen. De eenheid is het licht, dat men verkrijgt van eene spermacetikaars, die 120 Eng. grein per uur verbrandt, en waarvan er 6 in één Engelsch pond gaan. De gebezigde brander is de Sugg's London Argand Burner n°. 1 met 24 openingen en waarbij 5 cubieke Eng. voeten (141 cub. d. m.) gas per uur verbrand worden. Het larapenglas had eene hoogte van 6 Eng. dui men (15.2 c. m.) en een inwendigen diameter van 17L Eng. duimen (4.8 c. m.) Het gas bevatte geene merkbare hoeveelheden zwavelwaterstof. De gemiddelde hoeveelheid zwavel in de overige zwavelverbindingen is geweest 20 Eng. greinen in de 100 Cub. Eng. voeten. Dezelfde hoeveel heid is het maximum aan de Londensche fabrieken toegestaan. Het gemiddelde ammoniagehalte is geweest 3.66 Eng. grein in de 100 Eng. cub. voeten. Het voor de Londensche fabrieken vastgesteld maximum is 4 grein voor hetzelfde aantal cub. voeten. Aan Heeren Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek te Leiden. P. L. Rijke. N°. 265. Leiden, 5 December 1881. Door eenige bewoners van de Plantage is aan Uwe Vergadering een adres ingediend, waarin wordt verzocht dat de noodige maatregelen mogen worden genomen,, ten einde in de behoefte aan voldoend gas in bedoelde buurt worde voorzien. Uit het daaromtrent door ons ingewonnen advies van HH. Commissa rissen der Gasfabriek, hetwelk hierbij wordt overgelegd, blijkt dat de wer ken voor de uitbreiding der fabriek thans zoover zijn gevorderd dat overal ten volle gas zal kunnen worden geleverd. Wij geven U mitsdien in overweging, daarvan aan adressanten als be schikking op hun adres, kennis te geven. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Raad der Gemeente Leiden, Geven ondergeteekenden, allen gasverbruikers en bewoners der Plantage alhier, met verschuldigden eerbied te kennen, dat zij sedert eenige weken van genoegzaam gaslicht verstoken zijn, dat bij het ontsteken van een grooter aantal branders zelfs, de onvol doende lichtsterkte dezelfde blijft, dat genoemd, gemis van dien aard is, dat men niet dan met inspanning kan lezen of eenig werk verrichten, dat ondergeteekenden, vertrouwende dat het ongerief slechts van korten duur zou zijn, daarin tot hiertoe zijn teleurgesteld, dat hun billijk verlangen hen thans verplicht om zich met bovenge noemde grieven tot te wenden, met het beleefd verzoek: „om met den meesten spoed- de middelen te willen aanwenden, die noodig zijn om in onzen rechtmatigen eisch om voldoend gas te voorzien." Leiden, 29 November 1881. 't Welk' doende. [Volgen de onderteekeningen]. Leiden, 5 December 1881. Naar aanleiding van het ter fine van advies in hunne handen gestelde adres, Reg. n°. 3983, hebben Commissarissen van de Stedelijke Gasfabriek ds eer U mede te deelen, hetgeen U trouwens bekend is, dat deze gebrek kige verlichting is voortgevloeid uit het te laat aanvangen der werken door ons ter uitbreiding der fabriek tijdig voorgesteld, waarvan het nood zakelijk gevolg is geweest, dat de productiecapaciteit der fabriek in No vember te klein werd en dus te weinig gas in de verlichtingsperiode ge leverd kon worden. Daarenboven moest het gas, ten einde het verbruik zoo gering mogelijk te doen zijn, zoodanig met Cannelgas gecarbureerd worden, dat vele der voor zulk zwaar gas niet ingerichte branders, walmende en roode vlam men moesten geven, welk laatste gebrek zich wellicht in den eersten tijd nog herhalen zal. Thans zijn deze werken zoo ver gevorderd, dat genoeg geproduceerd kan worden, zoodat zij zich vleien, indien die gewezen gespannen toestand der fabriek bij vorst geen nadeelige gevolgen zal opleveren in 't pijpennet, voor 't vervolg overal ten volle gas zal worden aangevoerd. Commissarissen voornoemd, De Fremery. J. I. Van Wensen. Aan Burgemeester en Wethouders J. C. Van der Zweep. van Leiden. Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1881 | | pagina 1