120 1°. aan P. J. De Jong, om een brug te leggen over de sloot langs den Heeren Singel vóór zijn nieuwgebouwde woningen onder de gemeente Leiderdorp gelegen, mits de doorvaarthoogte gelijk zij aan die der ove rige bruggen langs dien Singel, mits bij den brugopgang vleugels te ma ken en het landhoofd zóó te plaatsen dat ongeveer twee meters tusschen de boomen overblijft, waardoor het rooien van een boom niet noodza kelijk wordt, voorts onder toezicht van den Gemeente-Architect en tegen betaling van hetf recht bepaald bij art. 3 n°. 35 van het tarief, vastge steld 5 Maart 1857. 2°. aan C. II. Backer, om een filtreerbak te maken en te plaatsen aan den walkant van de Turfmarkt, in gemeenschap met den duiker, waartoe bij Raadsbesluit van 17 November II. vergunning tot het leggen is toe gestaan, mits de bak gemetselde wanden heeft, het deksel uit ijzer bestaat en met dé straat gelijk ligt, voorts onder toezicht van den Gemeente-Architect en tegen betaling van het recht, bepaald bij art. 3 n'. 12 van het tarief vastgesteld den 5den Maart 1857. 3°. aan W. Laman, om een duiker te leggen door het Utrechtsche Jaagpad voor den afvoer van regenwater voor zijn woning, Sectie A, n°. 2124 onder de gemeente Zoeterwoude gelegen, mits bestaande in een ijze ren pijp van 12 centim. wijdte, in plaats van een houten koker, zonder hinder voor het gebruik van het Jaagpad, onder toezicht van den Ge meente-Architect en tegen betaling van een recht van een gulden vijftig cents 'S jaars ten behoeve der eigenaars van het Utrechtsche Jaagpad, ten kan tore van den Gemeente-Ontvanger. Aan Heeren Burg. en Weths. De Commissie van Fabricage, der Gemeente-Leiden. N°. 358. Leiden, 2 December 1881. Ter aanvulling der vacature te ontstaan door het aan A. Zwanenburg eventueel te verleenen eervol ontslag uit zijne betrekking van tweeden onderwijzer aan de openbare school der 3d? klasse n°. 2, hebben wij de eer Uwe Vergadering hierbij aan te bieden eene voordracht, opgemaakt in overleg met den Arrondissements-Schoolopziener, na ingewonnen advies van het betrokken hoofd der school, dat ter inzage van de leden in de leeskamer is nedergelegd, ter benoeming van eene tweede onderwijzeres aan de genoemde school, op eene jaarwedde van f 700, als: 1°. Mej. J. Drinhuyzen, thans derde onderwijzeres, 2°. De heer H. A. Korenhof, derde onderwijzer, en 3°. Mej. J. K. Jansen, derde onderwijzeres, allen werkzaam aan de bovengenoemde school. Wij nemen de vrijheid U te verzoeken alsnu tot eene benoeming te willen overgaan. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders enz. ERRATUM. In n°. 252 Ing. St., pag. 116, 2de kolom, alin. 9, staat: „de uitgaven vermeerderen met f 8890;" dit moet zijnf 8990. In dezelfde alin. Staat: „Volg. 170 Onvoorziene Uitgaven," dit moet zijn: volgn. 179. Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF. t

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1881 | | pagina 2