114
kosten daarvan te voorzien, door gelden op te nemen die aflossing en
rente vorderen en waarmede de gemeentekas gedurende eenige jaren zal
worden bezwaard.
Bepaalt zich nu de schade tot een enkel eigendom, dan zou de gedu
rende eenige jaren verkregen hesparing der verzekeringspremiën zeker een
tegemoetkoming kunnen worden voor den last die op de gemeente werd
gelegd.
Maar de gemeente, gedurende zoovele jaren voor brandschade bevrijd,
kan minder gelukkige jaren beleven en door branden worden getroffen.
In dat geval zou herbouwen of herstellen aanzienlijke geldelijke offers
kunnen eischen, die misschien voor de gemeentekas te zwaar zouden zijn.
Het daarstellen van een afzonderlijk fonds, gevormd uit hetgeen jaar
lijks aan de verzekerings-maatschappijen bij verzekering zou zijn betaald,
is minder aan te bevelen, daar de gemeente dan verliest de vergoeding
door de verzekerings-maatschappijen bij geleden schade aangeboden, ter
wijl zij toch jaarlijks het bedrag uitgeeft, om het afzonderlijk fonds te
vormen. Een groot aantal jaren toch moeten verloopen, vóórdat een
eenigszins aanzienlijk kapitaal voorhanden zou zijn om bij eventueele
brandschade te worden aangesproken.
De gemeente Amsterdam verzekert alleen de stedelijke Musea, de
Banken van Leening, het Weduwenhofje, het Werkhuis, het Bestedelin-
genhuis, het Gasthuis, gezamenlijk tot een bedrag van 4.450.000. Wat
van de overige gemeentegebouwen overblijft, is verzekerd. Voor het
grootste gedeelte zijn het verplichte assurantiën door de wet of wel door
de schenkers der Musea aan de gemeente Amsterdam opgelegd.'
Omtrent de gewichtige vraag of de gemeente Leiden al dan niet zal
voortgaan met de verzekering van hare eigendommen, een praeadvies aan
uwe vergadering te geven, hierin vindt uwe Commissie groot bezwaar,
te meer omdat de leden der Commissie van gevoelen verschillen.
De Commissie moet derhalve zonder praeadvies van hare zijde, de be
slissing van die vraag aan uwe vergadering overlaten.
Wat de tweede vraag betreft of wanneer de gemeente-eigendommen
blijven verzekerd, de tegenwoordige verzekering voldoende is, dan wel
aan eene herziening moet worden onderworpen, gaven wij reeds in den
aanvang van ons rapport als ons gevoelen te kennen, dat naar ons oor
deel een aantal gebouwen en ook roerende goederen te laag waren ver
zekerd en wij eene herziening noodzakelijk achten, wilde men voldoende
tegen brandschade verzekerd zijn, in verband tot de door de verzekerings
maatschappijen volgens hare wetten en reglementen uit te keeren schade
vergoeding.
Na nauwkeurig onderzoek van de wetten der Bataafsche B. W. M. te
's Hage gevestigd, en van het reglement der onderlinge B. W. M. onder directie
van de HH. De Jong C°. te Amsterdam, bij welke twee maatschap
pijen voor het grootste gedeelte de verzekeringen der gemeente Leiden
voor hare eigendommen zijn gesloten, is het ons voorgekomen, dat bij die
maatschappijen geenszins tot grondslag van vergoeding strekt, het belang
hetwelk zeker voorwerp, afgescheiden van zijn meerderen of minderen
ouderdom voor den verzekerde vertegenwoordigd, maar alleen de mate-
rieele, innerlijke waarde van het voorwerp zelf.
Immers zelfs bij verzekering in herbouw, wordt de verwaarborging
zooveel ingekort als het pand minder nieuw gerekend wordt te zijn.
(Regl. De Jong C°. 18 regel 3—5 bovenaan).
Dit bij onherstelbare schade. Bij de vergoeding van herstelbare schade,
derhalve van reparatiekosten, streven de reglementen van die maatschap
pijen er eveneens naar, de schadeloosstelling zoodanig te beperken, dat
de verbetering wegens vernieuwing voor rekening blijft van den verzekerde.
Bovendien hoe uiterst moeielijk zullen over het algemeen de waarde-
taxatiën van gemeentegebouwen zijn. Zelfs de bijdragen in de polis vermeld,
dienen eigenlijk slechts tot grondslag van de jaarlijksche bijdrage in den
schadeomslag, want de maats, vermag (Art. 4) altijd en immer een her
taxatie doen plaats hebben en zal daartoe te eerder overgaan, naarmate
de oude dagteekening der polissen het vermoeden wettigt, dat de toestand
der ingeschreven gebouwen er sedert niet op is vooruitgegaan.
Ter verduidelijking een voorbeeld:
De Burg is verzekerd voor
40.000 in herbouw.
15.000 innerlijke waarde.
Uit de reglementen van de heeren De Jong C°. zoude de volgende
schaderegeling voortvloeien. Onherstelbare schade wegens nagenoeg geheele
vernieling.
A. Gemeente ongenegen
of wel tot herbouw in het algemeen
op dezelfde plaats
in den vorigen
staat, (herbouwen in minderen staat
is geoorloofd). Art 25.
Dan wordt vergoed de innerlijke
waarde (tot hoogstens de ingeschre
ven ƒ15.000 toe) onder aftrek van
de waarde der ruïne. (Art. 4, 8,
25 èn 26, alinea 1).
Dan ontvangt zij, nadat de her-
j bouw volkomen is volbracht en on-
der aftrek van de waarde der ruïne
de ingeschreven 40.000 of zooveel
minder als de herbouwkosten zouden
blijken te beloopen, in verband met
de vermindering welke art. 25, fol.
118, regel v. b. voorschrijft, voor
korting wegens vernieuwing. (Art.
26, alinea 2).
NB. De ruïne of overblijfselen worden den verzekerde in rekening
gebracht
öf naar de getaxeerde waarde tot den herbouw indien hij
herbouwt,
öf naar de algemeene of verkoopwaarde indien hij niet her
bouwt.
Herstelbare schade.
A. Gemeente tot herstel ongenegen. Dan ontvangt zij (namelijk in zoover
B. Gemeente genegen
tot herbouw op dezelfde plaats
in den vorigen of min
deren staat.
de ingeschreven 15.000 niet te hoog bevonden worden) zoodanig deel
van die 15.000 terug, als staat in evenredigheid van de getaxeerde
herstellingskosten tot de getaxeerde herbouwkosten van het geheele pand.
Bijv. Totale herbouwkosten 80.000.
Herstellingskosten vleugel 16.000.
Zijn de schade 20%, deze 20% over 15.000, maakt 3000 ver
goeding.
B. Gemeente herstellende. Dan ontvangt zij na voltooide herstelling
terug, de getaxeerde herstellingskosten of zooveel minder als zal blijken
te zijn benoodigd geweest.
Hoe doeltreffend al die bepalingen mogen zijn ter voorkoming van
fraude, voor een verzekerde als de gemeente Leiden zijn zij niet bepaald
wenschelijk.
Terwijl zij voor haren Burg naar den maatstaf van 40/m. in de
schadevergoeding participeert, zou zij zich met eene vergoeding van hoog
stens 15/m. moeten tevreden stellen, wanneer zij niet genegen was op
dezelfde plaats een soortgelijk logement in vorigen of minderen staat te
herbouwen.
Eenvoudiger en toch niet minder zeker is de wijze waarop de Gasfabriek
onzer gemeente op Amsterdamsche beurspolis is verzekerd met het be
paalde beding dat de verzekerde som zonder nadere taxatie of justificatie
en niettegenstaande de meerdere of mindere waarde zal worden aange
nomen, als de werkelijke waarde van de verzekerde gebouwen, gereed
schappen en inboedel onmiddellijk voor een onverhoopte ramp.
De verzekerde die zich desverkiezende vooraf door deskundige taxateurs,
al dan niet in overleg met assuradeuren, kan doen voorlichten, geeft bij
de sluiting zelf te goeder trouw de te verzekeren waarde aan.
Die som wordt in geval van onherstelbare schade zonder nadere taxatie
uitbetaald, onder aftrek van de geschatte waarde der overblijfselen.
Bij herstelbare schade ontvangt men de getaxeerde reparatiekosten.
In beide gevallen om het even of men al dan niet herbouwt of her
stelt, zoodat de verzekerde steeds ten volle het genot heeft der verzeke
ringssom waarover hij de premie betaalt.
Wat de premie betreft zal dezelve aan de gemeente niet duurder uit
komen dan die tot dusver door haar betaald, want bij de HH. De Jong
C°. beloopen de administratiekosten, reeds 50 Cts. per mille, ongere
kend nog de rente van de inleggelden. Maar ook afgescheiden hiervan is
misschien eenè vaste premie voor eene gemeente verkieselijk boven een
onderlinge welke afwisselt naar gelang van het meerder of minder aantal
branden in andere gemeenten. De beursassurantie omvat ook de schade
door gasontploffing, ook zonder dat er brand is ontstaan.
In den tegenwoordigen tijd dat bijna alle gebouwen door gas zijn ver
licht, is verzekering tegen gasontploffing zeker niet overbodig en aan te
bevelen.
Op grond van al het hiervoren aangevoerde is uwe Commissie tot het
besluit gekomen om bijaldien uwe vergadering mocht besluiten om de
eigendommen der gemeente te blijven verzekeren en niet voor eigen re
kening te nemen, U in overweging te geven, de bestaande verzekeringen
naar gelang de polissen zullen vervallen op te zeggen en tot verzekering
bij beurspolis over te gaan voor alle gebouwen en roerende goederen,
waaraan dan tevens eene herziening der verzekeringen verbonden is.
Wanneer men in aanmerking neemt de eenvoudige wijze waarop de
schaderegeling bij eene verzekering aan de beurs plaats heeft dan zal
men voorzeker de voorkeur geven aan deze wijze van verzekering boven
die, welke tot heden is gevolgd.
Wij veroorloven ons nog aan te bevelen om aan een bepaald daartoe
aan te wijzen persoon op te dragen, het toezicht over en het bijhouden
van den staat der eigendommen der gemeente. Aanleiding hiertoe gaven
eenige onjuistheden door ons op den staat der verzekerde eigendommen
aangetroffen. Aan het einde van haar rapport genaderd, heeft Uwe Com
missie de eer aan uwe vergadering de volgende voorstellen te doen, om:
Nadat door den Raad eene beslissing zal zijn genomen, omtrent de
vraag of de gemeente al dan niet zal voortgaan met het verzekeren van
hare eigendommen en die vraag bevestigend mocht zijn beantwoord,
te besluiten:
le Met den Minister van Justitie in nader overleg te treden over de
verzekering van het Militair Detentiehuis.
26 De torens aan de respectieve gezindten voor zooverre die gebouwen
eigendom dier gezindten zijn, in eigendom over te dragen.
3e In het vervolg de premie van verzekering van gebouwen bij anderen
in kosteloos gebruik, te doen teruggeven aan de gemeente Leiden.
4« De thans loopcnde verzekeringen op te zeggen, volgens de regle
menten, drie maanden vóór de expiratie der loopende driejarige polissen.
59 Achtereenvolgens nieuwe verzekeringen te sluiten bij beurspolis, wan
neer de tegenwoordige zullen zijn afgeloopen.
De Commissie voornoemd,
P. C. Librecht Lezwijn.
L. Driessen.
Leiden, 15 November 1881. F. A. Verster.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. S1JTHOFF.