102 moeten snijden.*' Alleen acht zij het noodig, betreffende de in die raads zitting ingebrachte bezwaren op te merken, dat de bedoelde berm weinig voordeel oplevert, omdat het daarop wassend grasgewas met dat van het plein, waarop thans de stallen der Leidscbe Tramway-Maatschappij zijn gebouwd en dat van den berm langs het voetpad, in het openbaar is verpacht voor f 13 'sjaars en de bij de voorgestelde vergunning bedon gen verplichting, dat langs den berm en den Rijksstraatweg jonge boomen worden geplant op een afstand van 3 meters van elkander, een ruime vergoeding wordt verkregen voor de te verleenen vergunning. Immers in aanmerking nemende den ongunstigen toestand der boomen, die in de termen vallen om te worden gerooid, verkrijgt de Gemeente het voordeel van de opbrengst der te verkoopen beide reien boomen en een geheel nieuwe beplanting, zonder dat het gebruik van den straatweg en het voetpad eenigen hinder ondervindt, maar geheel hetzelfde blijft. Ten slotte wordt vergunning gevraagd om den open grond aan de Utrechtsche brug of de gedempte gronden langs de verlengde Zoeterwoudsche Singelgracht in erfpacht te verkrijgen. De Commissie van Fabricage heeft bezwaar dat plein in gebruik af te staan, omdat daardoor het daarop aanleggen van plantsoen zou worden verhinderd. Aan Heeren Burg. en Weth. der Gemeente Leiden. De Commissie van Fabricage. N°. 223. Leiden, 27 October 1881. Wij hebben geene bedenkingen tegen den door Burgemeester en Wet houders overgelegden staat van eenige belastingschuldigen in de plaatse lijke directe belasting dezer gemeente over den dienst van 1880 en geven uwe vergadering in overweging om aan de daarop voorkomende personen geheele of gedeeltelijke afschrijving of restitutie van hunnen aanslag in genoemde belasting te verleenen en wel voor de sommen als in kolom 11 van dien staat zijn uitgetrokken tot een gezamenlijk bedrag van 3236.56. Omtrent het verzoek van den Heer A. W. Van Everdingen, thans woon achtig te Zutfen, om hem behalve de reeds bij Raadsbesluit dd. 16 Decem ber 1880 toegekende 6/l2 afschrijving zijner belasting voor het dienstjaar 1880 bovendien nog 3/l2 gedeelte ontheffing te willen verleenen over ge noemd jaar, deelen wij U mede dat wij ons vereenigen met het rapport van Burgemeester en Wethouders, weshalve wij U raden dienovereen komstig te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financien enz. N°. 224. Leiden, 31 October 1881. Tot dusverre is de partij weiland gelegen in den stadspolder aan de Slaagsloot onder de gemeente Leiderdorp steeds in het openbaar verpacht telkens voor den tijd van drie jaren, welke huur eindigt met den laat- sten December van dit jaar. Na overleg met de Commissie van Fabricage is het ons wenschelijk voorgekomen bedoeld weiland in het vervolg voor den tijd van tien jaren te verpachten, van welke wijze van verpachting eene hoogere opbrengst kan worden te gemoet gezien. Wij geven Uwe vergadering mitsdien in overweging dienovereenkom stig te besluiten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N®. 225. Leiden, 31 October 1881. Wij hebben de eer Uwe vergadering in overweging te geven tot de vaststelling te willen overgaan van de belooning die aan den schatter en herschatter belast met het schatten en herschatten der localiteiten bedoeld in art. 6 der Wet van 28 Juni 1881 (Stbl. n°. 97), tot regeling van den kleinhandel in sterken drank, van Gemeentewege zal worden toe gekend. Naar het ons voorkomt zoude deze belooning kunnen worden bepaald voor den schatter op 1 en voor den herschatter op 2 voor elke schatting. "Vermits het aantal herschattingen uit den aard der zaak aanmerkelijk minder zal bedragen dan dat der schattingen, zoo wordt het billijk ge acht de belooning voor den herschatter hooger te stellen dan die voor den schatter wordt noodig gerekend. De kosten zullen moeten worden voldaan uit art. 1 van Hoofdstuk IV der begrooting. Kosten van toezicht en van invordering der plaatselijke belastingen, terwijl, wanneer later mocht blijken dat de daarop uitgetrokken gelden niet toereikend zijn, te zijner tijd een staat van af- en overschrij ving zal worden aangeboden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 226. Leiden, 3 November 1881. Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek hebben de eer Uwe Vergade ring hierbij over te leggen het bij hen ingekomen rapport van den des kundige, betreffende de lichtsterkte van het lichtgas. De Fremery. J. I. Van Wensen. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Leiden, 1 November 1881. Ik heb de eer U te berichten, dat ik gedurende de maand October 11. voor het lichtvermogen van het gas der Stedelijke Gasfabriek alhier, ge vonden heb: Gemiddelde waarde Grootste Kleinste 16.79. 17.88. 16.33. De eenheid is het licht, dat men verkrijgt van eene spermacetikaars, die 120 Eng. grein per uur verbrandt, en waarvan er 6 in één Engelsch pond gaan. De gebezigde brander is de Sugg's London Argand Burner n®. 1 met 24 openingen en waarbij 5 Eng. cubieke voeten (141 cub. d. m.) gas per uur verbrand worden. Het lampenglas had eene hoogte van 6 Eng. dui men (15.2 c. m.) en een inwendigen diameter van l7/8 Eng. duimen (4.8 c. m.) Het gas bevatte geene merkbare hoeveelheden zwavelwaterstof. De gemiddelde hoeveelheid zwavel in de overige zwavelverbindingen is geweest 20.97 Eng. greinen in de 100 Eng. cub. voeten gas. Het voor de Londensche fabrieken vastgesteld maximum is 20 grein voor hetzelfde aantal cub. voeten. Het gemiddelde ammoniagehalte is geweest 4.1i Eng. grein in de 100 Eng. cub. voeten. Het voor de Londensche fabrieken vastgesteld maximum is 4 grein voor hetzelfde aantal cub. voeten. P. L. Rijke. Aan Heeren Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek te Leiden. N°. 227. Leiden, 4 November 1881. Ten gevolge van het besluit Uwer vergadering van den 20aten October j.l. tot uitbreiding van het hulppersoneel aan de school der 3a klasse n® 2, hebben wij de eer U hierbij aan te bieden eene voordracht, opge maakt in overleg met den Arrondissements-Schoolopziener, na ingewonnen bericht van het hoofd der genoemde school, dat ter inzage van de leden in de Leeskamer is nedergelegd, ter benoeming van een derden onderwij zer, op eene jaarwedde van f 550, als: 1°. Leendert Driebergen, onderwijzer te Maassluis; 2°. Pieter Kruymel, onderwijzer te Amsterdam, en 3°. Jan Van Gorkom Jr., onderwijzer te Gouda. Wij nemen de vrijheid U te verzoeken alsnu tot eene benoeming te willen overgaan. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz- Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1881 | | pagina 2