64 daarvoor de lectoren moeten aangewezen worden. Er is echter behoudens die eene uitzondering slechts quaestie van de verplichte vakken. De heer Donner. Thans een vraag over het tractement, dat voor den leeraar in de Taal- Land- en Volkenkunde op 3000 wordt gesteld. Is dat salaris niet te hoog in vergelijking met andere salarissen? De Voorzitter. Wij zijn van oordeel dat dit niet het geval is. De lector verbindt zich om in elke taal welke hij machtig is onderwijs te geven zonder daarvoor eene afzonderlijke bezoldiging te genieten. Alles is begrepen in het onderwijs in de land- en volkenkunde, daarvoor is het traktement volstrekt niet te hoog. De heer Donner. Ik begrijp maar niet wat men onder inlandsche talen verstaat. Het Battaksch bijvoorbeeld wordt niet genoemd, hoewel het door een groot deel der bevolking, dat op Sumatra onder ons gezag is, gespro ken wordt. Is dat ook onder de inlandsche talen begrepen of kan het gerekend worden tot de dialecten zooals er in Indie zoovele zijn? Gaarne verlang ik te weten welke de inlandsche talen zijn die aan de inrichting, behalve het Maleisch, Javaansch en Soendaneesch, zullen onderwezen worden. De Voorzitter. Het is niet wel mogelijk hierop een voldoend ant woord te geven. De eene leeraar in de land- en volkenkunde zal in de eene taal en een ander in eene andere taal meer bedreven zijn. Voor het Battaksch zijn er tot nog toe weinig toehoorders gevonden; mogelijk zullen er zich voor het Boegineesch en Maccassaarsch wel aanmelden. Biedt zich een leeraar aan die deze talen machtig is, dan zal dit tot zijne aanbeveling strekken. Bij onze voordracht bepaalden wij ons derhalve, voor zooveel het Soendaneesch betreft, met betrekking tot de inland sche talen, tot de verplichte vakken, maar het zal altijd van omstan digheden afhankelijk zijn of er en zoo ja welke, andere talen onderwezen zullen worden. De heer Van der Zweep. Ik wenschte wel te vernemen waarom de leeraar in het Maleisch hier met ƒ500 begunstigd wordt boven den leeraar in het Javaansch. Ik begrijp dat niet goed, omdat het Maleisch toch veel gemakkelijker is dan de Javaansche taal. De Voorzitter. De ontwerp-regeling van het onderwijs bevat voor een gedeelte de oplossing der vraag door U gedaan. Het verschil van het aantal lessen en lesuren brengt ook verschil in de jaarwedde mede. De heer Donner. Nog slechts een enkel woord over het salaris van den heer Grashuis, den lector in Soendaneesch, dat thans op 750 is bepaald. Het Javaansch is aan den heer Grashuis ontnomen tengevolge van zijnen ziekelijken toestand, waarom hij ook geen zitting in de examen commissie kon nemen. Curatoren leggen er rtadruk op, dat de heer Gras huis vanwege zijn ziekelijken toestand geene zitting in de examen-com missie kon nemen. Ik laat het ontslag van den heer Grashuis als lector in het Javaansch onbesproken, maar vraag toch: waarom die reden zoo moet gelden voor den heer Grashuis, daar toch de heer Klinkert in die commissie evenmin zijne plaats inneemt, en dit niet vanwege zijne zwakke gezondheid? Maar ik onthoud mij van verder te vragen naar de redenen van het ontslag van den heer Grashuis als lector in het Javaansch en wil alleen doen opmerken dat ik het salaris van 750 te gering beschouw, te meer daar de heer Grashuis er het Battaksch nog hij heeft. Ik stel derhalve voor het salaris tot 1000 te verhoogen. De heer Grashuis ver liest nu 750, dat voor hem als een groot verlies kan worden aange merkt. Ik geloof dat wij eenigermate met de traktementen moeten gelijk blijven en stel dus voor dat van den heer Grashuis tot 1000 te verhoogen. Het amendement van den heer Donner wordt voldoende ondersteund. De Voorzitter. In hetgeen de heer Donner heeft gezegd is veel waars gelegen, maar ik moet hem even herinneren aan de eerste geschiedenis van de aanstelling van den heer Grashuis. Hij was lector aan de Academie en zijn traktement werd, in verhand met zijne betrekking aan onze in stelling voor beide talen op 1500 bepaald. Curatoren hebben echter gemeend den heer Grashuis voor de grootste helft van zijn taak te moe ten ontlasten en verlangden hem de helft van zijn traktement te doen behouden. De bezoldiging welke hij als lector aan de Universiteit geniet blijft hier buiten beschouwing, die behoudt de heer G. geheel. Ik geloof dus dat de vermindering van het traktement door de vermindering van den omvang van zijn arbeid, voldoende is gerechtvaardigd. Vereenigt de meerderheid van den Raad zich echter met het voorstel van den heer Donner, dan zal ik er mij zeer gaarne bij nederleggen. De heer Donner. Ik wil wel toegeven dat een bedrag van 750 niet onbillijk is te achten, maar met het oog op den tijd dien voor het Soen daneesch van den heer Grashuis gevraagd wordt, en dat hij vroeger voor het Javaansch en Soendaneesch slechts 1500 had, acht ik het tegen woordige bedrag van 750 te gering, ik blijf dus bij mijn voorstel. De heer Van der Zweep. Het komt mij voor dat wij ons niet met de personen hebben bezig te houden, maar dat wij zaken moeten behan delen. En nu is het de vraag of een leeraar voor de Soendaneesche taal met 750 voldoende is bezoldigd. De zaak betreft thans de uitbreiding van het onderwijs en wij behoeven geen discussien over personen te voe ren. Ware dit het geval, wij zouden niet weten waarheen wij gaan. Dat is een quaestie van later zorg. De beraadslaging wordt gesloten. Het amendement van den heer Donner in stemming gebracht, wordt verworpen met 13 tegen 3 stemmen. Voor de heerenVerster, Donner en De Goeje. Het geheele voorstel van Burg. en Weth. wordt daarop aangenomen met ■W) tegen 6 stemmen. Tegen de heerenBredius, Juta, Verster, Dercksen, Van Heukelom en Scheltema. X. Verzoek van Steiner C0., tot het plaatsen van advertentiebanken. (Zie Ing, St. n°. 138). De heer Wilhelmy Damsté, Ik ben niet tegen het verzoek van adres santen gestemd, maar toch zou ik niet gaarne zien dat de Hoogstraat door zoo'n bank zou ontsierd worden. Het komt mij voor dat wij onze pleinen moeten laten zooals ze zijn en dat zij niet met een of ander wor den bezet. Ik weet wel dat dit behoort tot de uitvoering die aan Burg. en Weth. is gelaten, maar ik wenschte alleen mede te deelen dat ik niet gaarne een bank op de Hoogstraat geplaatst zag. De Voorzitter. Zooals uit het voorstel blijkt bestaat er nog geen zekerheid over de plaatsen waar de banken zullen komen. Burg. en Weth. hebben echter gemeend op het verzoek een gunstig advies te moeten uit brengen, ofschoon zij de overtuiging niet hebben dat er ooit gebruik van zal worden gemaakt: het is zeer wel mogelijk dat het hiermede zal gaan als met de aanvrage tot het plaatsen van kiosken voor den verkoop van couranten. Wanneer de aanvragers inzien dat er voor hen geene voor- deelen mede te behalen zijn, laten zij niets meer van zich hoorenzulks was ten minste het geval bij het verzoek tot plaatsing van kiosken en kan nu wel weder hetzelfde zijn. Mochten de banken er echter komen, dat zullen Burg. en Weth. nauwlettend toezien waar zij geplaatst zullen worden. Het verzoek op verlangen van den heer Verster in stemming gebracht, wordt met 14 tegen 2 stemmen toegestaan. Tegen de heeren: Verster en Scheltema. XI. Staat van af- en overschrijving op de gemeentebegrooting, dienst 1881 en suppletoire staat van begrooting. (Zie Ing. St. n°. 141 en 161). Wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. XII. Verzoek van P. II. Voorhoeve, om eene uitloozing te maken. (Zie Ing. St. n°. 142). Wordt zonder stemming toegestaan. XIII. Voorstel tot aanschaffing van eenige kachels. (Zie Ing. St. n°. 143 en 161). Wordt met algemeene stemmen aangenomen. XIV. Verzoek van T. Doornbos, om ontslag als ambtenaar belast met het toezicht op de honden. (Zie Ing. St. n°. 145). Het ontslag wordt eervol verleend. XV. Verzoek van de Commissie van de kweekschool voor Zeevaart, betrekkelijk het afbreken van het bastion enz. (Zie Ing. St. n°. 148). Wordt zonder stemming toegestaan. XVI. Verzoek van Mej. K. Struick, om ontslag als derde onderwijzeres aan de school der 4de klasse n°. 1. (Zie Ing. St. n°. 152). Het ontslag wordt eervol verleend. XVII. Staat van af- en overschrijving op de gemeentebegrooting dienst 1881 en suppletoire staat van begrooting. (Zie Ing. St. n#. 154 en 161. De Voorzitter. Sedert de opmaking van den staat zijn nog eenige noodzakelijke veranderingen gebleken, waardoor de staat met eene uitgave van 229 voor herstelling van sclioolmeubelen zal moeten vermeerderd worden. Ik stel voor tot de vermeerdering van den staat te besluiten ten einde de noodige herstellingen te kunnen doen. De heer De Goeje. Het is mij gebleken dat in de Meisjesschool slechts in een of twee klassen goede banken zijn en dat alle overige zich in slechten toestand bevinden. Men heeft een gedeelte der bruikbare ban ken naar de Hoogere Burgerschool overgebracht en daarvoor in plaats eenige gezet, die reeds afgekeurd waren. Mag ik vragen of in deze voor dracht eene voorziening in deze behoefte opgesloten ligt? De Voorzitter. De aankoop der hierbedoelde banken staat in ver band met de opening van den nieuwen cursus. Aanvankelijk werd met de meubelen der school gehandeld naar omstandigheden, zoodat de banken van de school op de Aalmarkt met de leerlingen zijn verhuisd naar de school op de Oude Vest. De heer De Goeje. Ik dank U, m. d. V. voor deze inlichtingen en neem nu de vrijheid dit punt ter behartiging aan Burg. en Weth. dringend aan te bevelen. De Voorzitter. Burg. en Weth. zullen zich van den toestand der banken verzekeren en de wenschen van de schoolcommissie in acht ne men. Ik kan hier nog bijvoegen dat de banken die aangekocht zijn juist van de soort zijn als door de schoolcommissie in haar laatst advies worden bedoeld. Wanneer zij aan de verwachting voldoen dan zal een voorstel om een post op de begrooting te brengen worden gedaan, ten einde meerdere aan te schaffen. De gewijzigde staat wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. XVIII. Staat van af- en overschrijving op de gemeentebegrooting voor 1881. (Zie Ing. St. n°. 155 en 161). Wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. XIX. Verzoek van de Commissie voor de Bloemententoonstelling, om een subsidie voor de kosten van zaalhuur. (Zie Ing. St. n°. 156 en 161).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1881 | | pagina 4