61
I
Zitting van Donderdag 35 Augustus 1881.
geopend 's namiddags te 2 uren.
Voorzitter: de heer Burgemeester L. M. DE LAAT DE KANTER.
Te behandelen onderwerpen:
1'. Onderzoek van de geloofsbrieven van nieuw inkomende leden van den
Gemeenteraad.
2°. Benoeming van een derden onderwijzer aan de school der 4a® klasse
n°. 2. (144)
3°. Suppletoire staat van begrooting en staat van af- en overschrijving
op de begrooting van het H. G. of Arme Wees-en Kinderhuis. (133)
4 Rekening van de ontvangsten en uitgaven der gemeente over 1880.
(139 en 159)
5°. Voordracht tot het instellen van beroep in cassatie in zake het ge
schil met de gemeente Alkemade. (153)
0°. Voorstel tot wijziging der verordening bepalende het getal der scho
len voor het openbaar lager onderwijs enz. (132 en 161)
7®. Idem van de verordening voor de Kweekschool voor onderwijzers.
(135 en 161) J
8®. Idem van de Verordening regelende het getal enz. der leeraressen
en leeraren aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (136 en 161)
9 Idem tot uitbreiding van het onderwijs aan de gemeente-instelling
voor de opleiding van Óost-Indische ambtenaren en tot wijziging
der betrekkelijke verordeningen. (137 en 161)
10®. Verzoek van Steiner C®., tot het plaatsen van advertentieban-
ken. (138)
11®. Staat van af- en overschrijving op de gemeentebegrooting, dienst
1881 en suppletoire staat van begrooting. (141 en 161)
m Verzoek van PH. Verhoeve, om eene uitloozing te maken. (142)
13 Voorstel tot aanschaffing van eenige kachels. (143 en 161)
14 Verzoek van T. Doornbos, om ontslag als ambtenaar belast met het
toezicht op de honden. (145)
1 o®. Idem van de Commissie van de Kweekschool voor Zeevaart, betrek
kelijk het afbreken van het bastion enz. (148)
16°. Idem van Mej. K. Struick, om ontslag als derde onderwijzeres aan
de school der 4®e klasse n®. 1. (152)
17». Staat van af- en overschrijving op de gemeente-begrooting dienst
1881 en suppletoire staat van begrooting. (154 en 161)
18®. Staat van af- en overschrijving op de gemeentebegrooting voor 1881.
(155 en 161)
19°. Verzoek van de Commissie voor de Bloemententoonstelling, om
een subsidie voor de kosten van zaalhuur. (156 en 161)
20°. Voorstel tot wijziging van de regeling der jaarwedden van de amb
tenaren ter Secretarie. (157)
21 Idem tot het in bruikleen afstaan aan de Bibliotheek, van werken
der instelling voor O. I. ambtenaren. (158)
22®. Idem tot wijziging van de Verordening, vaststellende den rooster
van aftreding der leden van den Gemeenteraad. (160)
23®. Rekening over 1880 van het R. K. Armbestuur. (149)
24®. Idem van het R. K. Wees- en Oudeliedenhuis. (150)
Tegenwoordig 13, later 16 leden, als: de lieeren Hartevelt, De Fremery,
Bredius, Juta, Wilhelmy Damsté, Van der Zweep, Verster, Donner, Zaal
berg, De Goeje, De Clercq, Driessen, Dercksen, Van Heukelom, Scheltema
en De Laat de Kanter.
De heeren Cock en Van Wensen hebben kennis gegeven verhinderd te
zijn de vergadering bij te wonen, eerstgenoemde om reden dat hij gedu
rende vier weken de stad heeft verlaten, laatstgemelde omdat hij uit de
gemeente afwezig is.
De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Zaterdag
6 Augustus jl. worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede:
1°. Dispositie van de Gedep. Staten, van 15/19 Augustus jl. B. n®. 2364
(3° afd.), G. S. n®. 81/3, ten geleide van het goedgekeurd raadsbesluit
van 6 Aug., tot verhooging der gemeentebegrooting 1881, in ontvangst
en uitgaaf met f 97,500, aanvulling vernieuwingsfonds van de Stedelijke
Gasfabriek.
2». Missive van de Ged. Staten, van j3/10; Augustus jl. B. n®. 2251
(3e afd.) G. S. n®. 4, houdende mededeeling dat met wijziging der be
schikking van den Min. van Binnenl. Zaken, dd. 30 Nov. 1880 1» B.
(afd. A. Z. en C°.) een bedrag van f 6974,96 zal worden uitgekeerd in
de kosten van het Lager Onderwijs over het jaar 1880.
Deze worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt over:
1®. Voordracht ter benoeming van 3 leden van het bestuur van het
Werkhuis, buiten den Gemeenteraad.
2®. Verzoek van J. P. Luyben en andere bewoners van de Haarlem
merstraat tot het doen wegnemen van de pomp staande aan den ingang
van de Duizenddraadsteeg.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
3®. Begrooting van het Oude Mannen- en Vrouwenhuis, dienst 1882.
4°. Idem van het Evangelisch Luthersch Wees- en Oudeliedenhuis,
dienst 1882.
5®. Idem als voren van R. K. Armen en het R. K. Wees- en Oude
liedenhuis.
6®. Rekening en verantwoording van het Heilige Geest- of Arme Wees-
en Kinderhuis, over het jaar 1880.
Worden gesteld in handen van de Commissie van Financiën.
JSlTTINGYERSLAG 1881.'
7®. Missives van de heeren J. C. Van der Zweep en J. I. Van Wen
sen, waarbij zij ontslag nemen als Commissarissen van de Stedelijke Gas
fabriek.
Deze missives luiden als volgt:
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Mijne Heeren!
Bij mijne terugkomst uit het buitenland, kennis genomen hebbende
van het besluit door den Raad op 7 Juli jl. genomen, waarbij, op de
ondubbelzinnigste wijze de Raad heeft verklaard geen vertrouwen te hebben
in het beheer der Gasfabriek, zoo heb ik de eer Uw.Ed. mijn ontslag als
Commissaris der Gasfabriek aan te bieden.
Ik ben echter bereid, mijn functie als zoodanig te blijven waarnemen
tot door UEd. een ander in mijn plaats zal gesteld zijn.
'tWelk doende,
Leiden, 8 Augustus 1881. J, c. Van der Zweep.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Naar aanleiding van den loop, dien de beraadslagingen over de uit
breiding der Gasfabriek genomen hebben, en het daarop gevolgde besluit,
in de zitting van 7 Juli 11., neemt de ondergeteekende de vrijheid U
mede te deelen dat hij zijn ontslag neemt als Commissaris dier inrichting.
Hij acht zich verplicht daartoe over te gaan, omdat hem uit 't ge
sprokene gebleken is, dat bij verschillende leden niet het vertrouwen be
staat, noodig om de hem als Commissaris opgelegde taak naar eisch te
kunnen vervullen.
Onder bijvoeging dat hij bereid is, zijne betrekking tot aan de benoe
ming van zijn opvolger te blijven waarnemen.
Met hoogachting,
Leiden, 8 Augustus 1881. j. i. Van Wensen.
8®. Begrooting der gemeente, voor het dienstjaar 1882.
Wordt gedrukt en zal aan de leden worden toegezonden.
Aan de orde is:
I. Onderzoek van de geloofsbrieven van nieuw-inkomende leden van den
Gemeenteraad.
De Voorzitter. Ik verzoek de heeren De Fremery, Driessen en Derck
sen om zich tot eene Commissie te vereenigen, ten einde zich met het
onderzoek der geloofsbrieven onledig te houden en vervolgens aan den
raad rapport uit te brengen.
Gedurende dat onderzoek wordt de Vergadering geschorst.
Na heropening der zitting, verleent de Voorzitter het woord aan den
heer De Fremery.
De heer De Fremery. Mijnheer de Voorzitter. Namens de Commissie
door U benoemd tot onderzoek van de ingekomen geloofsbrieven der ge
kozen en herkozen raadsleden, heb ik de eer mede te deelen dat al de
heeren volgens het bepaalde bij art. 13 der Gemeentewet binnen den ge
stelden tijd hebben verklaard hunne benoeming aan te nemen, terwijl de
stukken, ingevolge het voorschrift van art. 17 der Gemeentewet overgelegd
door de heeren Van Iterson, Van Dissel, Buys, Zaaijer, Bool en Quant,
door de Commissie onderzocht, tot geenerlei bezwaren hebben aanleiding
gegeven. Zij heeft mitsdien de eer voor te stellen de benoeming dier
heeren goed te keuren en te adviseeren tot hunne toelating als leden van
den Gemeenteraad.
De Voorzitter. Overeenkomstig het advies der Commissie stel ik aan
de vergadering voor te besluiten tot de toelating van de heeren Van
Iterson, Van Dissel, Buys, Zaaijer, Bool en Quant als leden van den Raad.
Zonder stemming wordt daartoe besloten.
De Voorzitter. Ik verzoek den heer De Fremery om alsnu ook den
Raad van advies te dienen omtrent de toelating van de herkozen leden
thans ter vergadering tegenwoordig. Ik verzoek tevens de tegenwoordig
zijnde heeren, die aan de beraadslaging over hunne toelating geen deel
mogen nemen een voor een de vergadering te verlaten.
De heer De Fremery brengt daarop ook omtrent de geloofsbrieven
van de heeren Van der Zweep, Verster, Donner, Zaalberg en Bredius
rapport uit. Hij geeft aan de vergadering kennis dat ook door hen aan
de voorschriften van de artikelen 13 en 17 der Gemeentewet is voldaan, dat
al de overgelegde stukken zijn in orde bevonden en dat de Commissie
adviseert tot hunne toelating.
De Voorzitter. Ik stel voor conform het rapport der Commissie te
besluiten.
Zonder stemming wordt tot de toelating besloten van de heeren Van
er Zweep, Verster, Donner, Zaalberg en Bredius, die achtereenvolgens de
vergadering hadden verlaten.
De Voorzitter. Ik heb de eer mede te deelen aan de heeren die
successievelijk de vergadering verlaten hebben, dat de Raad tot hunne
toelating als Raadsleden heeft besloten.
II. Benoeming van een derden onderwijzer aan de school der 4<i° klasse n®. 2.
(Zie Ing. St. n«. 144).
De Voorzitter. Ik verzoek de heeren Juta, Wilhelmy Damsté en Zaal
berg om met mij het stembureau te willen uitmaken.
De heer Donner. Alvorens de vergadering tot de benoeming overgaat,
wensch ik eene enkele vraag te doen; deze namelijk: wat onder het woord
kweekehng verstaan moet worden. Op de voordracht komen de namen
voor van twee personen met qualiteit van kweekeling; zijn dat personen