s
s
S
1 -
t»
cl
tel
o
W
56
E
s
e w w
3
i s
B
<3
s I
2
sr
5
2 -
S E
£1
s?
1
a
x
5 3
9
19 8
s.
g* a
2- g
i
^8
x
P
I" 1 I.
x
9
1
S?
2
s-63
QO
tel
bd
tel
te<
o
^5
QO
O
O
tel
ted
ï25
trekken en de kosten voor licht en vuur geheel over te nemen en
stellen de belangen van het Genootschap: M. S. G. met vertrouwen in
Uwe handen.
tri
- c - 53
2 S B 2
2 g I» e
2 fi. 2 h
l-< l-3
O M
2 "S
3 3.
O
25
P 00
to P
W
O
O
2e S»
t»-
V
B
fl B
1 <r*
s
XXX
«O 00 00
CO 00
cr ot
S3.
a
3.
re 2
re oq
F3 g
re „p
P
O
HH
HJ
fel
3. 25
O
00
C71 O
00
O
O
35 B
M 00
<rs
B
oo X
o"
p- O
ef C» K)
bo O
re O w
D O
r E K-
O
P. -e
TS
pj
3- 2
3 Q
P re
B S3
-e
2
p-
p
i—
0Q
Aan Heeren Burg. en Weths,
der gemeente Leiden.
Het Bestuur van het Genootschap Mathesis
Scientiarum Genitrix.
J. M. Van Bemmelen Voorzitter.
H. J. Giezen Secretaris.
N°. 123. Leiden, den 5 Juli 1881.
De Commissie van Financiën, onderzocht hebbende de in hare handen
gestelde rekening van het Stedelijk Werkhuis over het jaar 1880, heeft
de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat zij daarop geene bedenkingen
heeft, en stelt U voor die goed te keuren: de ontvangsten op 22763.43s,
de uitgaven op f 22763.43®, sluitende alzoo quite.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financien enz.
N°. 124. Leiden, 5 Juli 1881.
De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten dat zij op
den in hare handen gestelden suppletoiren staat van begrooting van
het Gereformeerde Minne- of Arme Oude mannen- en vrouwenhuis voor
1881, geene bedenkingen heeft, en daarom vrijheid vindt U voor te
stellen dien goed te keuren, in ontvangst ad f 1059.44'^, in uitgaaf ad
f 1059.44"/^ sluitend quite.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën enz.
N®. 125. Leiden, den 5 Juli 1881.
Wij hebben geene bedenkingen tegen de in onze handen, ten fine van
onderzoek gestelde rekening van de plaatselijke schoolcommissie over 1880,
en geven Uwe Vergadering in overweging die goed te keuren in ont
vangst en uitgaaf ad f 151.80.
Aan de Gemeenteraad. De Commissie van Financiën enz.
N°. 126. Leiden, 2 Juli 1881.
Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek hebben de eer Uwe Vergade
ring hierbij over te leggen het ingekomen rapport van den deskundige,
betreffende de lichtsterkte van het lichtgas.
De Fremery.
Aan den Gemeenteraad van Leiden. J. I. Van Wensen.
Leiden, 1 Juni 1881.
Ik heb de eer U te berichten, dat ik gedurende de maand Juni 11.
voor het lichtvermogen van het gas der Stedelijke Gasfabriek alhier ge
vonden heb:
Gemiddelde waarde15.19.
Grootste 16.99.
Kleinste 12.87.
De eenheid is het licht, dat men verkrijgt van eene spermacetikaars,
die 120 Eng. grein per uur verbrandt, en waarvan er 6 in één Engelsch
pond gaan.
De gebezigde brander is de Sugg's London Argand Burner n®. 1 met
24 openingen en waarbij 5 Eng. kubieke voeten (141 kub. d. m.) gas
per uur' verbrand worden.
Het gas bevatte geene merkbare hoeveelheden zwavelwaterstof.
De gemiddelde hoeveelheid zwavel in de overige zwavelverbindingen is
geweest 19.52 Eng. grein in de 100 Eng. kub. voeten. Het voor de Lon-
densche Gasfabrieken vastgesteld maximum is thans 20 grein.
Het gemiddelde ammoniagehalte is geweest 8.64 Eng. grein in de 100
Eng. kub. voeten.
Het voor de Londensche fabrieken vastgesteld maximum is 4 grein voor
hetzelfde aantal kubieke voeten.
(w. get.) P. L. Rijke.
Aan Heeren Commissarissen der Stedelijke
Gasfabriek te Leiden.
N®. 127.
Leiden, 11 Juli 1881.
aangewezen, de heer
alle opzichten wordt
daarentegen, omtrent
gevraagd verlof niet
De tweede onderwijzer aan de school n®. 2 der derde klasse, W. W.
Schipper, heeft zijn verlangen te kennen gegeven om in de gelegenheid
te worden gesteld zich gedurende een jaar geheel te kunnen wijden aan
de bestudeering van de natuurhistorische wetenschappen, met het doel in
den nazomer van 1882 examen voor het Middelbaar Onderwijs af te leg
gen, en alzoo een verlof te bekomen van 1 September 1881 tot 1 No
vember 1882, met de verplichting iemand aan te wijzen door wien de
betrekking gedurende dien tijd zoude worden vervuld.
Het ligt in den aard der zaak dat ter bereiking van dit doel bezwaar
lijk ontslag zoude kunnen worden gevraagd, met het oog op een even
tueel niet slagen van het examen of het niet spoedig verkrijgen van
eene betrekking bij het Middelbaar Onderwijs.
Het hoofd der school, de heer Brouwer, heeft tegen dit plan geen be
zwaar, aangezien de persoon, die voor eene eventueele waarneming is
W. Rank te Ridderkerk, voor die betrekking in
geschikt geacht. De Arrondissementsschoolopziener
de zaak door ons gehoord, is van oordeel dat het
moet worden verleend, omdat de gronden, waarop
dat verlangen steunt, noch aan het belang der school noch aan wankele
gezondheid, maar uitsluitend aan persoonlijk belang zijn ontleend en de
voorwaarde waarop het verlof gevraagd wordt, onaannemelijk is, daar
hare vervulling een bedenkelijk precedent zou stellen en strijdig zou zijn
met den geest der Wet op het Lager Onderwijs, art. 32 al. 1, waarbij
is bepaald dat in de tijdelijke waarneming der door schorsing, ontslag of
ontstentenis aan eene gemeenteschool opengevallen plaats door Burgemees
ter en Wethouders in overleg met den Arrondissementsschoolopziener
wordt voorzien.
Vermits naar onze zienswijze de Wet niet voorziet in een geval als
het onderwerpelijke, hebben wij gemeend de zaak aan de beslissing van
Uwe Vergadering te moeten onderwerpen.
Nu het hoofd der school verklaard heeft tegen het verleenen van het
gevraagd verlof geen bezwaar te hebben, zouden wij geneigd zijn dat verlof
te verleenen, terwijl de daartegen door den schoolopziener aangevoerde be
denkingen ons niet van overwegend gewicht voorkomen.
Wel zoude het verlof gegeven worden in het persoonlijk belang van
den onderwijzer, doch nu zulks kan geschieden zonder dat het onderwijs
daardoor zal worden benadeeld en zonder bezwaar voor de gemeentekas,
bestaan er, onzes inziens, alleszins termen om het loffelijk streven van
een verdienstelijke onderwijzer naar wetenschappelijke ontwikkeling, waar
voor hij zich belangrijke opofferingen wil getroosten, zooveel doenlijk te
steunen, terwijl wij niet beducht zijn dat eene inwilliging van het verzoek
een bedenkelijk precedent zoude stellen, daar het voorzeker tot de zeld
zaamheden behoort dat een onderwijzer voor een geheel jaar van zijne
bezoldiging zal afstand doen. Bovendien moet elke dusdanige aanvrage op
zich zelve worden beschouwd en naar de omstandigheden worden be
oordeeld.
Op grond van het vorenstaande geven wij Uwe Vergadering in over
weging ons college, voor zooveel noodig, te machtigen het gevraagd ver
lof te verleenen, in welk geval de onderwijzer W. Rank voornoemd
buiten bezwaar van de gemeentekas met de tijdelijke waarneming der be
trekking zal worden belast.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N®. 128. Leiden, 41 Juli 1881.
Reeds meermalen zijn klachten vernomen over het verkoopen van visch
in de Janvossensteeg en omliggende buurten, waardoor voor de bewoners
dier buurt ongerief en hinder wordt veroorzaakt.
Vermits ontegenzeggelijk behoefte bestaat om in dat gedeelte der stad
de gelegenheid tot den handel in visch open te stellen, zoude aan die
gegronde klachten, onzes inziens, kunnen worden te gemoet gekomen
door in de nabijheid eene zoogenaamde hulpvischmarkt op te richten in
het belang van de in den omtrek wonende ingezetenen. Als meest ge
schikte plaats voor dit doel zoude, naar het ons voorkomt, kunnen worden
aangewezen een gedeelte der gedempte Volmolengracht in de nahijheid
van de aldaar aanwezige stadspomp, en met de plaatsing van een visch-
bank ter lengte van ongeveer tien meters zoude vermoedelijk aan de be
hoefte kunnen worden voldaan. Intusschen zijn bij de verordening van 9
Januari 1868, houdende aanwijzing der plaatsen, dagen en uren voor de
verschillende markten (Gemeenteblad N®. 1 van dat jaar) voor de verkoo-