53 is. Maar is in de twee of drie laatste jaren daarin eene zoo treffende verandering ten goede gekomen? Mij is het opgevallen dat bij raadsbe sluit van 1878 grond is afgestaan a 1, en thans, nu nog geen drie jaren verloopen zijn, het dubbele gevraagd wordt. De Voorzitter. Een enkel woord ter bestrijding van het amendement. Al weder moet ik er op wijzen dat het zeer moeielijk is het een ieder naar zijn zin te maken. De heer De Goeje vergist zich wanneer hij zegt dat reeds in 1878 aan de Vereeniging grond a 1.is afgestaan. Dit werd niet gedaan aan de bouwvereeniging, maar aan Van den Broek die een perceel in de Speksteeg in gebruik had en dit wenschte aan te koopen. De Commissie van Fabricage stelde toen een koopprijs van 5.voor. De Commissie van Financiën vond echter dien prijs veel te hoog, daar de grond dienen moest voor den bouw van arbeiderswoningen en stelde een prijs voor van 1.per cA. Burg. en Weth. vereenigden zich er mede en namen het amendement over. Alleen werd de bepaling er bijgevoegd dat Van den Broek zou verplicht zijn de woningen van duinwater te voor zien. Nu hebben de Commissie van Fabricage en het Dagelijksch Bestuur een prijs van f 1.voorgesteld en nu verlangt de Commissie van Finan- tiën den grond op f 2.de centiare te stellen. De heer Damsté heeft ter ondersteuning van dat voorstel interessante mededeelingen gedaan, be treffende de gevolgen der afschaffing van den gemaalaccijns; maar men moet niet vergeten dat die gevolgen niet alléén ten goede komen aan den arbeidenden stand, maar aan allen, ook aan die weduwen die belas ting betalen. De Leidsche bouwvereeniging is het zeker om geene hooge winsten te doen, maar zij kan hare philantropie ook niet zóóver uitstrek ken dat zij huizen doet bouwen tot hare schade. Zij is werkzaam in het belang van de arbeidende klassezij is tevreden met eene matige rente van haar geld en verlangt geene groote winsten, die zij op hare huurders zou moeten verhalen. Het is waar, het bedrag waarmede zij bij aanne ming van het amendement den huurprijs zoude moeten verhoogen, bedraagt slechts 5 centen per weekdat is geloof ik voor ons, zooals wij hier zitten, niet veel, maar voor de huurders dier woningen zeker wel. Der halve wensch ik het voorstel der Commissie van Financiën te ontraden, omdat wij hier niet te doen hebben met zoogenaamde huisjesmelkers in de slechte beteekenis van het woord, maar met eene vereeniging welke de voordeelen, wanneer haar de verkrijging van grond gemakkelijk gemaakt wordt, .ten goede doet komen aan de klasse voor wie de huizen bestemd zijn. Het voorstel van Burg. en Weth. heeft ook ten doel aan Simonis den door hem verlangden grond in huur af te staandit, wenschte ik nog te herinneren voordat wij tot stemming overgaan. De heer Dercksen. Ik zal voor het amendement stemmen, al ware 't alleen om de ongezonde redeneering tegen te gaan, welke er toe leidt philantrophie uit te oefenen in 't nadeel der gemeentekas. Ik ben zeer ingenomen met het streven der bouwvereeniging, maar zij moet trachten haar doel te bereiken zonder eenige ondersteuning van het gemeentebe stuur. Dan al ware 't ook anders, dan nog zou ik voor het amendement stemmen, omdat het mij toeschijnt dat eene andere wijze van ondersteu ning beter is. Het amendement van den heer Damsté om den koopprijs van f 4. op f 2.per centiare te bepalen, in stemming gebracht, wordt aan genomen met 11 tegen 9 stemmen. Tegen stemden de heerenDe Goeje, Driessen, Van Wensen, De Fremery, Hartevelt, Lezwijn, Van Iterson, Du Rieu en de Voorzitter. De heer De Goeje verlaat de vergadering. Het geamendeerd voorstel van Burg. en Weth. wordt aangenomen met algemeene stemmen. IV. Voorstel tot onderhandsche verpachting van de tienden onder Lei derdorp. (Zie Ing. St. n°. 98). Wordt met algemeene stemmen aangenomen. V. Suppletoire staten van begrooting en staten van af- en overschrij ving, dienst 1881, van het R. K. Armbestuur en het R. K. Wees- en en Oudeliedenhuis. (Zie Ing. St. n°. 99). Wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. VI. Voorstel tot het verleenen van afschrijving van plaatselijke directe belasting, dienst 1880. (Zie Ing. St. n°. 103). Wordt met algemeene stemmen aangenomen. VII. Verzoeken van J. F. Van Velzen, J. M. P. De Graaf, W. Zwart, J. Van Gaaien, D. Laken en N. H. Doove. (Zie Ing. St. n°. 105, 112 en 120). Worden zonder stemming toegestaan. VIII. Verzoek van P. Verpoorten, om een keldergat te maken. (Zie Ing. St. n°. 106). Wordt zonder stemming toegestaan. IX. Verzoek van P. Arnoldus, om een plankijs te leggen. (Zie Ing. St. n°. 116). Wordt zonder stemming toegestaan. X. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1881, voor de vernieuwing van de bevolkingsregisters. (Zie Ing. St. n°. 110 en 118). Wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. XI. Verzoek van F. M. G. Harting, om ontslag als derde onderwijzer aan de school n°. 2 der vierde klasse. (Zie Ing. St. n°. 114). Het ontslag wordt eervol verleend. XII. Verzoek van G. J. Mullers Jr., om ontslag als tweede leeraar in de Gymnastiek. (Zie Ing. St. n°. 119). Het ontslag wordt mede eervol verleend. XIII. Verzoek van W. H. Van Zanten Jr. en Wed. G. Van 't Riet, tot demping van een gedeelte der Singelsloot. (Zie Ing. St. n°. 121). Wordt zonder stemming besloten conform het voorstel van Burg. en Weth. XIV. Rekening van de dienstdoende schutterij. (Zie Ing. St. n°. 100). Wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. Gedurende de behandeling der rekening, had de heer Scheltema de Vergadering verlaten. Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering gesloten. Te Leiden ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1881 | | pagina 5