GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 49 INGEKOMEN STUKKEN. N°. 110. Leiden, 16 Juni 1881. Wij hebben de eer aan Uwe Vergaderng mede te deelen dat eerlang een aanvang zal moeten worden gemaakt met de tienjarige vernieuwing der bevolkingsregisters en zulks in verband met de vaststelling van den uit slag van de zesde algemeene tienjarige volkstelling. Evenals bij de vorige vernieuwing tal-daarvoor een bedrag van ƒ2000 benoodigd wezen als voor belooning van-Jde- met dit werk te belasten personen, voor kosten van druk- en bindwerk en andere daaraan verbon den uitgaven. Het aantal registers bedraagt, behalve de alphabetische tafels en het algemeen alphabet, 78, vermits ook de registers van de Heeren der ge buurte zullen moeten worden vernieuwd. Het werk, voor de uitvoering waarvan veel nauwkeurigheid en eenige locale kennis wordt vereischt, zal moeten worden opgedragen aan een lOtal daarvoor geschikte personen en vermoedelijk zal het in ongeveer twee maanden kunnen zijn afgeloopen. "Wanneer de registers gereed zijn, zullen de mutatiën die gedurende den tijd der bewerking hebben plaats gehad door geboorte, huwelijk, overlij den, verhuizing en vertrek uit de gemeente, moeten 'worden bijgeschreven, ten einde te bewerken dat de registers bij de aflevering zooveel mogelijk overeenkomen met den feitelijken toestand. Wij nemen de vrijheid Uwe Vergadering hiernevens een staat van af- en overschrijving aan te bieden, strekkende tot verhooging van art. 9 van Hoofdst. I, afd. 2 der begrooting, dienst 4881, volgn. 78. Kosten van de bevolkingsregisters, met 2000, te vinden door afschrijving van den post voor onvoorziene uitgaven. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders enz. N°. 111. Leiden, ,23 Juni 1881. In de Raadszitting van 28 April jl. werd aan Dr. C. A. X G. F. Sicherer, op diens verzoek, eervol ontslag verleend als leeraar in de Hoog- duitsche taal- en letterkunde aan de Hoogere Burgerschool alhier. Ter vervulling van de dientengevolge ontstaande vacature stellen wij U voor tot eene benoeming over te gaan, te welker einde de door de sollicitanten ingediende stukken met de adviezen van den Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs en de Commissie van Toezichthierbij worden overgelegd. In overeenstemming met het advies der gehoorde autoriteiten worden door ons op de aanbevelingslijst van benoembaren, bedoeld in art. 29 der wet op het Middelbaar Onderwijs, geplaatst de heeren W. L. D. Onken te Utrecht en E. A. H. Seipgens te Zutfen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders enz. N°. 112. Leiden, 23 Juni 1881. Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hiernevens over te leggen verzoeken om stoepen te leggen op openbaren gemeentegrond als van W. Zwart, vóór zijn huis op de Haarlemmerstraat op den hoek der Spijkerboorsteeg, Wijk 6 n°. 404 (straatn. 102.) J. Van Gaaien, vóór zijne nieuwgebouwde woningen in de Ververstraat Wijk 8 n°. 2428 (straatn. 16). D. Laken, vóór zijn huis in de Kraaierstraat Wijk 3 n°. 371 (straatn. 9). Na ingewonnen bericht van den Voorzitter der Commissie van Fabricage bestaat er bij ons tegen de inwilliging der verzoeken geen bezwaar, zoo dat wij U in overweging geven de gevraagde vergunningen te verleenen onder bepaling dat de stoepen worden gelegd binnen de rooiing en over eenkomstig de aanwijzing van rooimeesters. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders enz. Aan den Edel Achtbaren Gemeenteraad der stad Leiden. De ondergeteekende, Willem Zwart, verzoekt Uwe Commissie door deze, beleefd, Uwe toestemming te willen geven, tot het leggen van eene hard- steenen stoep, voor het huis staande op de Haarlemmerstraat hoek Spij kerboorsteeg onder n#. 102, W. VI. Zoo heb ik de eer te zijn Uwe dienstv. dienaar, Leiden, den 3 Juni 1881. W. Zwart. Aan den Raad der Gemeente Leiden geeft de ondergeteekende J. Van Gaaien eerbiedig te kennen: dat hij voor de door hem gestichte werkmanswoningen in de Ververstraat alhier wenscht te leggen eene gemetselde stoep. Hij behoeft hiertoe de vergunning van UEd. Achtb. en heeft mitsdien bij deze de eer te verzoeken dat hem die worde verleend. Leiden, 9 Juni 1881. 't Welk doende, J. Van Gaalen. Aan de Edel Achtbare Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden geeft eerbiedig te kennen D. Laken, wonende in de Bakkersteeg aan de Oude Vest n°. 3 te Leiden dat hij de bestaande geplaveide stoep voor zijn huis in de Kraaierstraat n°. 9 alhier wenscht te vernieuwen, doch hem is geïnformeerd, dat daartoe vergunning wordt vereischt van UEdel Achtbaren. Redenen waarom hij is verzoekende, dat aan hem de bedoelde vergun ning moge worden verleend. 't Welk doende, etc. Leiden, 9 Juni 1881. D. Laicen. N®. 113. Leiden, 21 Juni 1881. De ondergeteekende heeft de eer aan den Raad voor te stellen, alvorens de voordracht van Burgemeester en Wethouders om eene som van ƒ195.000 ter beschikking te stellen van HH. Commissarissen der Gasfabriek tot uit breiding dier inrichting, door den Raad in behandeling wordt genomen 1?. een onderzoek te doen instellen naar den toestand der Gasfabriek, hare inrichting, de wijze van gasbereiding en al wat tot de werking en de exploitatie der fabriek behoort, door eene Commissie van drie personen door den Raad aan te wijzen, en aan die Commissie op te dragen een verslag van haar onderzoek aan den Raad in te leveren. 2°. voormelde Commissie uit te noodigen, indien haar blijkt dat de Gas fabriek in een onvoldoenden toestand verkeert, den Raad te dienen van advies, omtrent de maatregelen die genomen moeten worden om op de minst kostbare wijze de fabriek in zoodanigen staat te brengen dat zij in de behoefte aan goed gaslicht binnen Leiden kan voorzien. 3°. de Commissie van Financiën uit te noodigen het denkbeeld, om het beheer der Gasfabriek geheel van de gemeente-administratie af te schei den, dat volgens het slot van haar rapport van 7 Juni 11. bij haar in overweging is, tot rijpheid te brengen en het resultaat van hare overwegingen aan den Raad mede te deelen. J. SCHELTEMA, Aan den Gemeenteraaad. Lid van den Raad. N°. 114. Leiden, 22 Juni 1881. Evenals bij het hoofd der school der 4de klasse n®. 2, zijn bij'ons geene bedenkingen tegen het verzoek van den derden onderwijzer aan ge noemde school, F. M. G. Harting, om ontslag uit zijne betrekking, waarom wij Uwe Vergadering beleefd in overweging geven hem dat ontslag eervol te verleenen, ingevolge zijn verzoek met ingang van 1 Augustus e. k. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Edel Achtbare Heer! De ondergeteekende, onderwijzer sedert November 1879 in UEd. ge meente, neemt bij deze beleefdelijk de vrijheid zijn eervol ontslag tegen 1 Augustus aan te vragen. Met de meeste hoogachting noemt hij zich Edel Achtbare Heer! Leiden, 12 Juni 81. UEd. Dienstw. Dienaar F. M. G. Harting. Leiden, 22 Juni 1881. Ter voldoening aan den inhoud uwer apostille dd. 21 dezer n°. 1576, heb ik de eer U mee te deelen, dat er bij mij geen bedenkingen zijn tegen het verzoek van den onderwijzer 3de klasse F. M. G. Harting, en ik dus vrijheid vind U te raden, hem, het gevraagd ontslag tegen 1 Augustus e. k. eervol te verleenen. Het Hoofd van de Openbare School der 4de klasse n#. 2, J. P. Lancel. N°. 115. Leiden, 23 Juni 1881. Ter voldoening aan art. 2 van de verordening houdende reglement voor de Bank van Leening (Gem. blad n°. 9 van 1874) wordt hiernevens aan geboden eene in alphabetische orde gestelde voordracht voor de benoeming van eenen Commissaris voor genoemde instelling, ter vervulling van de vacature, ten gevolge van de periodieke aftreding van Mr. J. T. Buys, op 1 Juli a. s., als: Mr. J. T. Buys. Mr. P. Du Rieu. J. C. Van der Zweep. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N°. 116. Leiden, 23 Juni 1881. Onder overlegging van de betrekkelijke stukken geven wij Uwe Verga dering in overweging aan P. Arnoldus vergunning te verleenen tot het leggen van een plankijs in de Rijnburgersingelgracht, onder de door de Commissie van Fabricage voorgestelde voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Edelachtbare Heeren! De ondergeteekende, P. Arnoldus, verzoekt vergunning tot het mogen aanbrengen van een waterstoep of plankijs [in de Singelgracht aan den Rijnsburger Singel, vóór de aan hem toebehoorende woningen gelegen aan genoemden Singel. 't Welk doende, enz. Leiden, 2 Juni 1881. p. Arnoldus. Leiden, 22 Juni 1881. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van P. Arnol dus te berichten dat bij den toenemenden aanbouw van woningen langs de Singels, hier en daar in. de Singelgrachten, waterstoepen zijn geplaatst en er derhalve geen bezwaar bestaat tegen het verleenen der gevraagde vergunning om een plankijs of waterstoep te maken in de Rijnsburger- ^ngelgracht vóór de woning van den requestrant, na daartoe ook bij het Hoogheemraadschap van Rijnland vergunning te hebben verkregen, mits op aanwijzing van den Gemeente-Architect en tegen betaling van het recht bepaald bij art. n°. 2 van het tarief, vastgesteld den 5 Maart 1857. Aan Heeren Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage* der Gemeente Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1881 | | pagina 1