GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 31 INGEKOMEN STUKKEN. 43Vz 34'A N°. «O. Leiden, 5 Mei 1881. Onder overlegging van de betrekkelijke stukken geven wij Uwe Ver gadering in overweging te besluiten dat het hulppersoneel aan de school n°. 3 der derde klasse zal worden vermeerderd met één derden onderwijzer. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 26 April 1881. Sedert October van het vorige jaar zijn de leerlingen der openbare school der 3® klasse n°. 3 (thans 584 in getal) in 13 klassen verdeeld, die elk een onderwijzer of onderwijzeres vorderen. Daar voor die 13 klassen slechts 12 onderwijzers en onderwijzeressen beschikbaar zijn, is het wen- schelijk, dat het personeel der school met een derden onderwijzer worde vermeerderd en heb ik mitsdien de eer U voor te stellen het personeel der openbare school der 3e klasse n°. 3 met een derden onderwijzer te vermeerderen. Het Hoofd der openbare school Aan Heeren Burg. en Weth. van Leiden. der 3e klasse n#. 3, J. WUIJSTER. Den Haag, 30 April 1881. Onder terugzending van nevensgaande missive van het hoofd der open bare school 3® klasse n°. 3, heb ik de eer te verklaren, dat ik mij ge heel vereenig met het in die missive vervatte gemotiveerde voorstel tot vermeerdering van het onderwijzend personeel aan de evenbedoelde school. De Schoolopziener in 't arrondisement Leiden, W. J. Van Gorkom. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. Leiden, 5 Mei 1881. In antwoord op Uw schrijven van 2 Mei 11. n°. 344, en onder terug zending van de ons daarbij geworden stukken, hebben wij de eer te be richten, dat wij ons vereenigen met het voorstel van het- hoofd der school 3e klasse n#. 3, tot vermeerdering van het hulppersoneel aan zijne school, met een derden onderwijzer. De plaatselijke Schoolcommissie, Aan Heeren Burg. en D. Bierens de Haan, Voorzitter. Weth. alhier. J. S. Van Doorn, Secretaris. Leiden, 6 Mei 1881. De Commissie van Financiën heeft geene bedenkingen tegen nevensgaand voorstel van Burg. en Weth. tot vermeerdering van het hulppersoneel aan de school n°. 3 der derde klasse. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 61. Leiden, 4 Mei 1881. Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek hebben de eer Uwe Vergade ring hierbij over te leggen het bij hen ingekomen rapport van den des kundige, betreffende de lichtsterkte van het lichtgas. De Fremery. J. I. Van Wensen. Aan den Gemeenteraad van Leiden. J. C. Van der Zweep Leiden, 3 Mei 1881. Ik heb de eer U te berichten, dat ik gedurende de maand April 11. voor het lichtvermogen van het gas der stedelijke gasfabriek alhier ge vonden heb: Gemiddelde waarde15.53. Grootste 17.10. Kleinste 13.86. De eenheid is het licht, dat men verkrijgt van eene spermacetikaars, die 120 Eng. grein per uur verbrandt, en waarvan er 6 in één Engelsch pond gaan. De gebezigde brander is de Sugg's London Argand Burner n°. 1 met 24 openingen en waarbij 5 Eng. kubieke voeten (141 kub. d. m.) gas per uur verbrand worden. Het gas bevatte geene merkbare hoeveelheden zwavelwaterstof. Het bedrag van de zwavel in de overige zwavelverbindingen is altijd gebleven beneden het voor de Londensche fabrieken vastgesteld maximum van 25 grein in de 100 kub. Eng. voeten. Het gemiddelde is geweest 18.71 grein. Het gemiddelde ammoniakgehalte is geweest 4.18 grein in de 100 kub. Eng. voeten. Het voor de Londensche fabrieken vastgesteld maximum is 4 grein in hetzelfde aantal kubieke voeten. P. L. Rijke. Aan Heeren Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek te Leiden. N°. 62. Leiden, 5 Mei 1881. Ten aanzien van het hiernevens overgelegd verzoek van P. J. 't Hoofd, geven wij Uwe Vergadering, na ingewonnen advies van den Voorzitter der Commissie van Fabricage, in overweging aan adressant de gevraagde vergunning te verleenen, om een stoep te leggen vóór zijn huis aan den Nieuwen Rijn, n°. 65, mits blijvende binnen de aan te wijzen rooiing. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Edel Achtb. Gemeenteraad van Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Pieter Jacobus 't Hoofd, slijter, wonende aan den Nieuwen Rijn Wijk VII, n°. 75, om een stoep te mogen leggen voor zijn pand. Dat hij suppliant de vrijheid neemt UED. Achtb. eerbiedig te verzoeken om aan zijn verzoek te mogen voldoen. 't Welk doende, P. J. 't Hoofd. N°. 63. Leiden, 5 Mei 1881. Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hiernevens over te leggen de stukken der beide sollicitanten, de dames Tonnet en Van der Keilen, voor de betrekking van leerares in het Handteekenen, de Kunstgeschiedenis en Schoonheidsleer aan de openbare scholen voor Middelbaar en Lager On derwijs, benevens de ingewonnen adviezen van den Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs, de Commissie van Toezicht, den Districtsschoolop ziener, den Arrondissemeutsschoolopziener, den Directeur der Kweekschool voor onderwijzers en het hoofd der meisjesschool 1® klasse. De aanbeveling en voordracht is door ons als volgt opgemaakt: 1°. Mej. M. Tonnet, te Harderwijk; 2°. Mej. L. C. Van der Keilen, te Mid delburg. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. NO. 64. Leiden, 6 Mei 1881. De Commissie van Financiën heeft geen bezwaar tegen de beschikbaar stelling van eene som van f 4000, voor den aanleg van trottoirs aan de Hoogewoerd, overeenkomstig het voorstel van Burg. en Weth. van 21 April j.l. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 65. Leiden, 5 Mei 1881. Onder verwijzing naar nevensgaand rapport der Commissie van Fabricage geven wij Uwe Vergadering in overweging aan de in dat rapport vermelde voormalige brugwachters de daarbij voorgestelde gratificatie te verleenen, te vinden uit den post jaarwedden van de sluiswachters, brugwachters en dergelijken. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 4 Mei 1881. De Commissie van Fabricage heeft de eer op de in hare handen ge stelde requesten van de gewezen brugophaalders van de bruggen aan de Turfmarkt, de Mare en aan de Janvossensteeg te berichten dat zij het met de billijkheid overeen kan brengen om de brugophaalders, die niet als brugwachters met 1° April 11. zijn aangesteld en eenige jaren in dienst waren, bij wijze van gratificatie te verleenen het gedeelte van hunne jaarlijksche toelage uit de Gemeentekas, over't tweede kwartaal dezes jaars, 't welk nog uit de voor 1881 uitgetrokken som kan worden gevonden. Zij heeft derhalve de eer voor te stellen, de goedkeuring van den Ge meenteraad te vragen, tot 't verleenen der volgende gratificatiën, als: A. Teljeur W. M. Fiolet, geb. Duindam. Wed. Van der Steen W. Van Beek J. Susan Wed. H. Sterkman Ji Dingjan H. Vervark A. De Hen H. Meterenberg J. Koster Te zamen. 27 12 12 6 25 6 12 8 8 6 6 f 132 50 50 50 25 50 58 58 25 25 Aan Heeren Burg. en Weths. der Gemeente Leiden. De Commissie van Fabricage. Leiden, 6 Mei 1881. De Commissie van Financiën vereenigt zich met nevensgaande voor dracht van Burg. en Weth. tot het verleenen van eene gratificatie aan eenige voormalige brugwachters. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financien. Aan De Edele Achtbare Heeren Burgemeester, Wethouders, en andere leden van den Gemeenteraad van de Stad Leiden. Edel Achtbare Heeren. Met deze wendt zich ondergeteekende met verschuldigden eerbied tot U. Gedurende zevenenzeventig jaren hebben mijne Ouders en ik de Mare- en Janvossenbrug bewaakt, en thans is de tijd aangebroken dat de Ge meenteraad gevolg zal geven aan het besluit dat zij omtrent de brug wachters genomen heeft. Dientengevolge zie ik mij voor het grootste van mijn dagelijksch brood ontslagen. En op mijn ouderdom (die tot zesenzestig jaren geklommen is) ziende, kan ik onmogelijk door handenarbeid in mijn dagelijksche behoeften voorzien. Nog nimmer ben ik gedwongen geweest mij tot arm- verzorgers of de Gemeente te wenden om ondersteuning. En nu verzoek ik den Edel Achtbaren gemeenteraad mij te bewaren en in mijn nood te voorzien opdat ik niet genoodzaakt ben mij tot het armbestuur te wenden. Ik hoop dat ik de Edel Achtbare Heeren alle reden tot tevredenheid

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1881 | | pagina 2