101 De beer Us ClkrCq. Zoover mij bekend is, heeft in den regel elke ver kooping van vast goeii bij opbod en afslag plaats. De wijzewaarop zulks het best geschiedt, is dat men eerst de perceelen bij opbod veiltde alsdan verkregen sotn met een zeker bedrag verhoogt en dit onmiddellijk afslaat. Men kan ook even goed den afslag eenigen tijd later doen plaats hebben b. v. na 8 of 14 dagen, maar dan moet zulks in de veilings-voorwaarden gezegd worden. Het geven van recht tot naasting van meerdere perceelen tegen denzelfden prijs zal dan echter bezwaarlijk kunnen geschieden. De Voorzitter. Ik blijf bezwaar zien in het amendement van den heer Dercksen en laat de bedoeling en de gevolgen er van voor rekening van den voorsteller. De beer Dercksen. Naar aanleiding van hetgeen straks i9 gezegd heb ben wij immers bier slechts met gegevens te doen waarvan dc uitwerking aan Burg. en Wet li. en aan den instrumenteerenden notaris moet worden overgelaten. De beer De Goeje. Ik heb de heropening van de discussiën voorgesteld, om duidelijk te weten wat de bedoeling van het voorstel is. De heer Wilhei.my Damsté. Ik moet mij sterk tegen het amendement van den heer Dercksen verzetten, liet is misschien waar, dat eene verkoo- ping bij opbod en afslag in gewone gevallen het voordeeligst is; en indien hier sprake was van verkoop van huizen of landerijen, ik zou gaarne het plaatselijk gebruik volgen: doch het geldt bier verkoop van bouwgronddus een vreemde zaak. Daarom moeten wij de koopers animeerenen het is stellig waar, dat het voor dezen aangenaam isindien alleen bij opbod ver kocht wordt. Het is meer in het voordeel der gemeente dat spoedig alles verkocht en bebouwd isdan dat de grond later eene kleinigheid meer op brengt, maar daardoor ook later bebouwd wordt. De beer Juta. Ik zou gaarne nog eens willen hooren hoe het amende ment nu luidt. De Voorzitter. Het amendement strekt om de eerste alinea van art. 10 te doen luiden: »De verkooping geschiedt bij vierkanten meter of cen tiare, voort9 bij opbod en afslag, zoodat de hoogst afmijnende kooper wordt." De heer Juta. Ik constateer dat deze redactie voor verschillende uitleg gingen vatbaar is en zou den heer Dercksen wel willen verzoeken zijn voorstel zoodanig te redigeeren dat daaiin bepaald wordt dat na bet opbod onmiddellijk do afslag volgt. Daardoor zal alle twijfel worden wegge nomen. De heer Dercksen. Vooral na de uitlegging aan art. 1 gegevengeloof ik niet dat zoo maar rauwelijks kan uitgemaakt worden, welke uitvoering aan het voorstel kan worden gegeven. Dit moet overgelaten worden aan Burg. en Weth. of aan den instrumenteerenden ambtenaar. Kan opbod en afslag niet in één avond geschieden dan moeten cr twee avonden aan ge wijd worden. Ik laat dit punt met gerustheid aan Burg. en Wetli. over. Wil men echter de bijvoeging dat de afslag onmiddellijk zal geschieden dan ben ik bereid bet sub-amendement van den heer De Clercq over te nemen, zoodat de wijziging dan zal luiden: «bij opbod en onmiddellijk daarna bij afslag" enz. De heer Hartevelt. Ik moet mij tegen het amendement blijven ver klaren. Particulieren die bet serieus meenenom een of twee perceelen grond aan te koopen om daarop te bouwenzullen m. i. bij opbod alleen mededingenweten zij echter dat daarna nog afslag zal plaats hebbendan zullen zij de kans niet willen loopendat aannemers, of deze of gene com binatie hun bod te niet doet de particulieren trekken zich terugzij bieden niet mede. Wat mij echter boven alles moeielijk voorkomt, is de combi natie van twee of drie perceelen bij .afslag, gesteld dat er een bod op één of twee perceelen i9 gedaan. De heer Cock. Ik moet dan toch nog de vraag doen of, toen indertijd de gelieele Haarlemmermeer werd verkocht, of toen onlangs de uitgestrekte lJpolders zijn geveild, het Kijk en de Kanaal-Maat9chappijdie die duizen den bunders verkochten moeten geacht worden de slechtste en minst voor- deeligc wijze van verkoop te hebben uitgekozen. Al dat land is bij opbod en afslag verkocht. Of waren soms de koopers dier landen geen serieuse koopers De heer De Clercq. Ik stel insgelijks daartegenover dat ik nooit anders ge hoord helt dan van verkoop hij opbod en afslag. In Amsterdam b. v. hebben de wekelijksclie veilingen van huizen en erven steeds op die wijze plaatsomdat men van meening i9 dat langs dien weg de hoogste prijzen worden ver kregen. De Voorzitter. Er wordt over het hoofd gezien dat het ons niet zoozeer te doen is om wat meer geld als wel om serieuse bouwers. Ik hen niet zoo met vetkoopingen door het geheele land bekendmaar toch weet ik- dat in Zeeland steeds bij opbod wordt verkocht. De heeren moesten zoodanige verkooping eens bijwonen en eens zien welk een animo daarbij komt. Een serieuse kooper doet echter, wanneer bij opbod en afslag wordt verkocht, niets van zich merken, zoolang bet opbieden duurt. Het amendement van den heer Dercksen, in stemming gebracht, wordt hierop aangenomen met 8 tegen 7 stemmen. Tegen stemden: de heeren Van Wensen, De Fremery, Hartevelt, Wil- lielmy Damsté, Du llieu, Zaalberg en de Voorzitter. Art. 10 wordt, alzoo gewijzigd, met algemeene stemmen aangenomen. Art. II. De heer Cock. Mijnheer de Voorzitterl Uw hamer valt wel wat snel, tnaar ik zou toch gaarne de aanmerking wenschen te maken of het plan geen aanbeveling verdient ora de beslissing over de finale gunning aan den Baad over te laten. In dat geval is de termijn van acht dagen wellicht wel wat kort. Ik voor mij ben voor gunning door den Raad zeiven en niet door Burg. en VY'eth. alleen. Het betreft hier gemeentefinancicnwaar over, mij dunkt, de Raad wel eene beslissing mag nemen. De Voorzitter. Ik geloof dat de bemoeiing van den Raad in deze voldoende is verzekerd door de bepaling van den minimumprijs. Wil de Raad echter de beslissing omtrent de gnnning ook aan zich houden, bet is Burg. en Weth. volkomen onverschillig, wat henzelven betreft, maar het zal waarschijnlijk verwarring teweegbrengen. ZlTTINOVERSI.AO IS 80. De heer Cock. Mijne bedoeling isdift ik den termijn van acht dagen wel wat kort vind, indien de Raad moet beslissen, terwijl hij daarentegen eerder te lang isindien de beslissing aan Burg. en Weth. verblijft. De Voorzitter. Ik geloof wel dat, wanneer de Raad de gunning Ran zich wil houdendat noodwendig eenige vertraging zal teweegbrengen wanneer gij meent dat de Raad zal moeten beslissen, dan zult gij daartoe een voorstel moeten doen. De heer Wilhelmy Damsté. Ik ben volstrekt niet met eene uitbreiding van den tijd van gunning ingenomen en oordcel het het. beste cat de be paling van den tijd van verkoop en gunning van den grond aan Burg. en Weth. worde overgelaten. De heer Cock. Bij den verkoop van de gronden aan de Hoogewoerds- poort is toch ook de gunning aan den Raad verbleven en men moet niet vergeten dat het den eigendom der gemeente betreftwaaromtrent de Raad dan toch wel in de eerste plaats geroepen is zelf te beslissen. Ik ben bereid voor te stellen, dat de Raad besluit, dat hij dc beslissing omtrent de finale gunning aan zich behoudt. De Voorzitter. Ik moet wel de aandacht vestigen op de mogelijke ge volgenwanneer de Raad de gunning aan zich houdt. Wanneer één per ceel gekocht en de beide volgende genaast zijn, en de Raad gunt den koop nietdan is het de vraag of hij de herveiling weder een of meer gegadig den voor die zelfde perceelen gevonden zullen worden. De Raad zal na tuurlijk over iederen koop moeten oordeelen en ik betwijfel of dit wel op zijn weg ligt, nu er een minimumprijs bepaald is. Zooals ik echter reeds zeideBurg. en Weth. laten de beslissing geheel aan den Raad over. De heer C'ock. Mijne bedoeling met het voorstel is geheel overeenkom stig de bepalingen der gemeentewet. Ten andere is dienovereenkomstig ook gehandeld bij den verkoop van liet terrein aan de voormalige Hoogewoerds- poorl en in de derde plaats heeft het hekend worden van' een soort van minimumprijs, die wel niet officieel door den Raad is vastgesteld maar die toch als grondslag van berekening bij het indienen van het geheele dem- pingsplan is genoemd, aanleiding kunnen geven bij gegadigden tot het vormen van allerlei voor de gemeente niet voordeelige combinatiën of coa lities die geheel illusoir kunnen gemaakt worden, wanneer gegadigden dien prijs niet kennen. Ik heb althans van bevoegden gehoorddat het in het nadeel is van den verkooper wanneer zijn minimumprijs bekend is. Nu is wel die minimumprijs niet officiëel vastgesteld maar men kan toch gissen dat Burg. en Weth. bij de gunning zich er aan houden zullen. Dat is verkeerd en dat vervalt door mijn voorstel. Daarom acht ik bet hoogst noodig dat de beslissing omtrent de gunning aan den Raad worde overgelaten. De Voorzitter. Ik moet bepaald verklaren dat ik de juiste bedoeling van liet voorstel niet begrijp. De heer CocK. Mijne bedoeling is eenvoudig dat de Raad omtrent de eind-gunning der geheele verkooping eene beslissing neme. Ik had het wel gaarne anders gewild, zoodanig dat de llaad Ook over de gunning van elk perceel beslistemaar door de quaestie van naasting van perceelen is de zaak moeielijk, zoo niet onmogelijk geworden. De Voorzitter. Mag ik dan den beer Cock verzoekenzijn voorstel nog eens te formuleeren? De heer CocK. Mi;n voorstel luidt: »De Gemeenteraad van Leiden be sluit de gunning van dezen verkoop aan zich te houden." Dit voorstel wordt voldoende ondersteund. In stemming gebracht, wordt het verworpen met 9 tegen 6 stemmen. Voor stemden: de heeren De Clercq, Cock, Brediu9, Dercksen, Du Kieu en Donner. Art. 11 wordt rnet algemeene stemmen aangenomen. Art. 12 wordt goedgekeurd. Het geheele voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. VI. Verzoek van C. S. De Bruin, om een brug te leggen. (Zie Ing. St. n°. 243.) Wordt zonder stemming toegestaan. VIT. Voordracht tot vergoeding van proceskosten aan den pachter van de opbrengst der tolgelden aan het Zijlhek. (Zie Ing. St. n°. 244.) De Voorzitter. Dc Commissie van Financiën heeft tegen deze voor dracht geene bedenkingen en adviseert om dienovereenkomstig te besluiten. Zonder stemming wordt de voordracht goedgekeurd. VIII. Voordiacht betrekkelijk de circulaire vbo het Bestuur der vereeni- ging van Burgemeesters en Secretarissen in Zuid- en Noord-Beveland. (Zie Ing. St. 246.) De heer Donner. Het doet mij genoegen te kunnen verklaren, dat ik kan instemmen met het advies van Burg. en Weth. Ik ben hel eensdat alleen voor werkzaamheden in zake militie en schutterij geen vergoeding kan worden gevraagd. Iets anders is het echter, dat bij eene mogelijke herziening der gemeentewet er op gewezen moet worden dat het niet meer dan billijk is, dat de Staat aan de Burgemeesters den arbeid vergoedt, waarmede zij niet van stads- maar van staatswege belast zijn. De Voorzitter. Dat was ook geheel de meening van Burg. en Weth. De voordracht wordt zonder stemming aangenomen. IX. Voordracht betrekkelijk het doen rooien en planten van boomen. (Zie Ing. St. no. 248.) De Voorzitter. De Commissie van Financiën kan zich ook met deze voordracht vereenigen en stelt voor dienovereenkomstig te besluiten. De heer Dercksen. Toen men 30 jaren geleden van de Rijnsburgsche poort de stad binnenkwam ontwaarde men in Stads-vrijdom eene prachtige rij boomen. Eveneens aan de Beestenmarkt, op Apothekersdijk en Bloem- markt en op de Papengracbt. En sloeg men een blik, door de steeg tegen-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1880 | | pagina 5