91 ZltflBg van Donderdag 3r December 1880, J. Van Heukelom Jr. L. Driessen. geopend 's namiddags te 2 uren. Voorzitter: de heer Burgemeester L. M. De Laat de Kanter. Te behandelen onderwerpen: 1* Benoeming van een Regent van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (206) 2®. Idem van een lid der Plaatselijke Schoolcommissie. (211) 3®. Idem van een stads genees- en heelkundige. (210) 4®. Idem van een opziener l"e klasse bij-de gemeentewerken. (214) 5®. Idem van een lid der Commissie van Financiën. 6®. Voordracht tot wijziging van het raadsbesluit van 2 October 1880, be trekkelijk de heffing van bruggelden. (212 en 222) 7®. Idem betrekkelijk de oprichting van brugwachtershuisjes. (219 en 222) 8®. Verzoek van G. Brandsen, ter bekoming van grond. (213) 9®. Voordracht tot tijdelijke vermeerdering van het hulppersoneel aan de school n®. 1 voor minvermogenden. (215 en 222) 10®. Verzoek van T. Strengere, om een stoep te leggen en een keldergat te maken. (216) 11®. Idem van J. A. Bernard, om een brug te leggen. (217) 12°. Idem van de Hollandsche Spoorweg-Maatschappij ter bekoming van een uitweg op den Rijnsburger straatweg. (218) 13®. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1880, wegens de bijdrage van het Rijk in de kosten van het lager onderwijs. (220 en 222) 14®. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1880. (223) 15®. Voorstel van Mr. P. A. Van der Lith, tot het indienen van een adres aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal in zake de Ruïne. (221) 16®. Voordracht van Commissarissen der Bank van Leening, betrekkelijk eene verlenging der tarieven. (224) Tegenwoordig 19 leden, nl. de beeren Le Poole, Dercksen, De Clercq, Van der Zweep, BrediusHarteveltDe Fremery, Van WensenDriessen Zaalberg, Donner, Scheltema, Verster, Juta, Wilhelmy Damsté, Cook, De GoejeVan Iterson en De Laat de Kanter. De heeren Du Rieu en Librecht Lezwijn gaven kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 11 November 11. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: 1°. Dispositiën van de Ged. Staten, dd. 9/12 November, n°. 132/1, 23/29 November, n°. 929, waarin berust wordt in de raadsbesluiten van 28 October en 11 November jl. tot het verleenen van subsidie aan Arm besturen dd. 9/12 November, n°. 125houdende vaststelling van de begrooting der dienstd. schutterij voor 1881 ,dd. 16/20 November, n°. 3161, ten geleide van het goedgekeurd raadsbesluit van 28 October jl.tot verhooging der gemeentebegrooting 1880 in ontvangst en uitgaaf met f 5057.33dd. 22/25 November, n®. 32houdende goedkeuring van het le suppletoir kohier der plaatselijke directe belastingdienst 1880, en dd. 23/27 Novem ber, n®. 90, ten geleide van het goedgekeurd raadsbesluit van 11 Novem ber jl.tot verkoop van grond bij het Plantsoen. Deze worden voor kennisgeving aangenomen. 2°. Missive van de Ged. Staten, dd. 15/22 November jl.n'. 85, hou dende mededeeling van het besluit der Prov. Staten van Zuid-Holland op het adres van den Baad in zake het Utrechtsche Jaagpad. Deze missive luidt als volgt: »'s Gravenhage15/22 November 1880. Wij hebben de eer U mede te deelendat door de Staten van dit gewest den I3den November, n°. VI, is besloten, op het adres van den Baad uwer gemeente het verzoek inhoudendedat het jaagpad langs den Bijn tusschen Leiden en Utrecht langs Woerden in eigendombeheer en onderhoud bij de Provincie worde overgenomen, voor zoover dit op Zuid-Hollandsch ter ritoir is gelegenden Baad uwer gemeente te verwijzen naar ons Collegie ten einde de gevoerde onderhandelingen op de door ons aangegeven en door de Staten goedgekeurde grondslagen voort te zetten. Wij verzoeken U hiervan aan den Baad mededeeling te doen. De Gedeputeerde Staten der provincie Zuid-Holland, Aan Heeren Burgemeester en Wethouders Fock Voorzitter. der gemeente Leiden. F. Ta venbaat, Griffier." Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te stellen in handen van de Commissie in zake het Utrechtsche Jaagpad. 3°. Missive der leden van de Plaatselijke Commissie van toezicht op de scholen voor middelbaar onderwijs, van 25 November, waarbij zij vol harden bij hun besluit om als zoodanig af te treden. Deze missive is van den volgenden inhoud: 'Leiden, 25 November 1880. Na kennis genomen te hebben van uw schrijven dd. 15 November 11., hebben wij U allereerst te verzoeken den Gemeenteraad te willen meedeelen, dat wij ons zeer vereerd gevoelen door het leedwezenwaarmede hij het berioht van ons aftreden heeft vernomenen niet minder door zijn aan ons gerioht verzoek van op ons besluit te willen terugkomen. Ook erkennen wij gaarne, dat de betuigingen van leedwezen over dit ontslag, alsmede het aanzoek om dit te willen intrekken in geen meer verplichtende bewoor dingen konden worden vervat dan in die, welke in uw schrijven gebezigd zijn. Volgaarne derhalve laten wij alle recht wedervaren aan de boHelijkheid door U en den Gemeenteraad in deze aan ons betoond, maar het, motief, dat ons tot aftreden noopt, wordt er ongelukkig niet door weggenomenen wij zien ons dan ook verplicht U te verzoeken aan den Baad verder te willen meedeelendat wijtot ons groot leedwezenop ons besluit niet kunnen terugkomen. ZKXINOVBBSLAG I860. Wij zouden er U zeer dankbaar voor zijnzoo door U bij die mede deeling kon gevoegd worden de betuiging van onzen dank voor de vele blij ken van vertrouwendie wijvan de stichting der Hoogere Burgerschool voor jongens afkanvan den Baad mochten ontvangen. De leden der Commissie van Toezicht op de scholen van middelbaar onderwijs te Leiden P. L. Rijke. J. E. Goddsmit. Aan Heeren Burgemeester en D. Hartevelt. Wethouders van Leiden. W. Van der Kaay." Deze wordt voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over 1°. Circulaire van het Bestuur der Vereeniging van Burgemeesters en Secretarissen in Zuid-Beveland, betrekkelijk de uitkeering van eene ver goeding van het Rijk voor de werkzaamheden in zake militie en schutterij. 2°. Adres van C. Schoutenhoudende verzoek om ontslag als hulponder wijzer aan de school n°. 2 voor onvermogenden of school der 4de klasse n°. 2. 3°. Verzoek van Mej. S. Winkler, om ontslag als onderwijzeres aan de kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen. 4°. Verzoek van het Bestuur der Jongelings-vereeniging »Obadja", ter bekoming in gebruik van de bewaarschool in de Groenesteeg voor eene Zondagsschool. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te stellen in handen van Burg. en Weth. 5°. Adres van L. Den Houter Wz. en andere ingezetenenbetrekkelijk de heffing van haven- en doorvaartgeld. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten dit te stellen in handen van Burg. en Weth. en van de Commissie van Financiën. 6°. Voordrachten voor de benoeming van onderwijzend personeel aan de scholen n°. I voor onvermogenden en n°. 2 voor minvermogenden. Deze zullen ter inzage van de leden in de leeskamer worden nedergelegd. 7°. Missive van Dr. M; P. Hus, waarbij deze verzoekt niet in aanmer king te komen bij de benoeming van een stads genees- en heelkundige. Deze missive luidt als volgt: 'Leiden2 December 1880, voorm. Aan den Baad der gemeente Leiden. Door onvoorziene omstandigheden voel ik mij verplicht UEd.-Achtb. te verzoeken bij de a. s. benoeming van een stads-doctor niet in aanmerking te komen. 't Welk doende enz. M. P. Hus." Deze wordt voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter deelt nog mede dat van de tijdelijke geldleening ter voor ziening in de behoefte aan kasgeld wederom is afgelost f 15000, zoodat nog overblijft eene som van f 20000; en dat pensioen is verleend aan Jac. Van der Burg, eervol ontslagen lantaarnpoetser aan de stedelijke gas fabriek ten bedrage van f 257.40 per jaar, ingaande 15 November 1880, berekend naar een traktement van /468 en 33 dienstjaren. Aan de orde is: I. Benoeming van een Begent van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (Zie Ing. St. n°. 206.) De heeren DercksenZaalberg en Wilhelmy Damsté worden door den Voorzitter uitgenoodigd met hem het stembureau uit te maken. Met 16 stemmen wordt benoemd de heer G. P. De Neve. Op den beer Dr. C. J. Van Ketwich waren 2 stemmen uitgebracht. II. Benoeming van een lid der Plaatselijke Schoolcommissie. (Zie Ing. St. no. 211.) Met 12 stemmen wordt benoemd de heer Mr. J. S. D. Van Doorn. Op den heer Dr. G. Pekelharing was 1 stem uitgebracht, terwijl er 5 blanco-biljetten waren. III. Benoeming van een stads genees- en heelkundige. (Zie Ing. St. no. 210). Met 15 stemmen wordt benoemd de heer Dr. W. Rutgers van derLoeff. Op den heer Dr. H. Boursse Wils was 1 stem uitgebracht, terwijl 2 bil jetten in blanco waren. IV. Benoeming van een opziener 1ste klasse bij de gemeentewerken. (Zie Ing. St. n°. 214). Er hebben drie stemmingen plaats. Bij de eerste stemming verkrijgenG. Looman 7, H. M. D. Van Gelder 6 en A. Arnolt 5 stemmen. Bij de tweede vrije stemming verkrijgen: H. M. D. Van Gelder 8, G. Looman 8 en A. Arnolt 3 stemmen. De heer Van Iterson was inmiddels ter vergadering verschenen. Bij de herstemming tusschen de twee personen die de meeste stemmen hadden verkregen, wordt G. Looman, chef de bureau bij den architect J. Moll te Hengelo, benoemd met 12 stemmen. Op H. M. D. Van Gelder waren 7 stemmen uitgebracht. V. Benoeming van een lid der Commissie van Financiën. Met 10 stemmen wordt benoemd de heer S. De Clercq. Op den heer Juta worden 6 en op de heeren Cock, Scheltema en Verster ieder 1 sterr uitgebracht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1880 | | pagina 1